Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Procesbelang met oog op toekomstig Bibob-onderzoek

Burgemeester en wethouders van Groningen hebben een last onder dwangsom opgelegd in verband met het in afwijking van een omgevingsvergunning bouwen van een woongebouw. Appellant heeft het betreffende gebouw voor het verstrijken van de begunstigingstermijn in eigendom overgedragen.

14 November 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Appellant procedeert wel door over het dwangsombesluit (naast de nieuwe eigenaar). De Rechtbank oordeelt dat appellant geen procesbelang meer heeft nu appellant de eigendom heeft overgedragen voordat de begunstigingstermijn verstreek en dus geen dwangsommen meer kan verbeuren. Appellant bestrijdt in hoger beroep dat hij geen dwangsommen meer kan verbeuren nu de last aan hem is gericht. Verder voert appellant aan dat de last grote nadelige gevolgen kan hebben omdat hij investeert in vastgoed. Zo kan de last aanleiding zijn voor een bestuursorgaan om een vergunning in te trekken of toekomstige vergunningaanvragen te weigeren op grond van de Wet Bibob.

Over dat laatste overweegt de Afdeling dat het bouwen zonder omgevingsvergunning een economisch delict is op grond van artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten (Wed). De gedraging waarvoor de last onder dwangsom is opgelegd is dus een overtreding op grond van de Wed. De last onder dwangsom zou daarom betrokken kunnen worden bij een toekomstig Bibob-onderzoek. De Afdeling is daarom van oordeel dat appellant procesbelang heeft bij het beroep tegen het dwangsombesluit. AbRvS 5 november 2025, ECLI:NL:RVS2025:5331

Artikel delen