De Raad van State deed op 3 oktober een belangrijke uitspraak over het doortrekken van snelweg A15 vanaf Bemmel naar de A12 (ViA15). Dit project leeft al jaren in de regio. De uitspraak gaat met name in op de motivering om extern te mogen salderen.
De Raad van State oordeelt dat in dit geval de (gedeeltelijke) beëindiging van zes boerenbedrijven mogen worden ingezet voor het project, nu gelet op de onderbouwing voldaan is aan het zogenaamde additionaliteitsvereiste. Heino Witbreuk, advocaat bij Hekkelman, werd door Stal & Akker (Agrio) geïnterviewd over de betekenis van deze uitspraak voor extern salderen, met de vraag of deze toetsing en uitspraak ook relevant kan zijn voor de voorgenomen legalisatie van PAS-melders.
Bevestiging van eerdere uitspraken
Hij vertelt dat de uitspraak een bevestiging is van de uitspraken uit februari van dit jaar (ABRS 14 februari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:625 en ABRS 28 februari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:831). Met een goede onderbouwing kan voldaan worden aan het additionaliteitsvereiste. Ook wanneer er nog geen uitzicht is op het onderschrijden van de zogenaamde kritische depositiewaarde. Dit betreft de maximale stikstofdepositie waarbij het habitat in ieder geval niet in kwaliteit achteruit gaat.
In de toetsing aan het additionaliteitsvereiste moet onderbouwd worden dat de externe salderingsmaatregel niet nodig is voor de natuur. De salderingsmaatregelen moeten additioneel zijn ten opzichte van het programma wat nodig is om behoud te borgen of in geval van verbeter- of hersteldoelstellingen, dat doel ook op andere wijze kan worden gerealiseerd. In het geval van de A15 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangetoond dat de stikstofneerslag op zeven betrokken natuurgebieden is gedaald en naar verwachting verder zal afnemen tot 2030. Hierdoor is het niet noodzakelijk om deze stikstof in te zetten voor de natuur, waardoor deze kan worden gebruikt voor de aanleg van de snelweg.
De toepassingen bieden perspectief
Heino benadrukt dat deze uitspraak is gebaseerd op de kennis en inzichten uit 2021, toen het (gewijzigde) tracébesluit voor de ViA15 werd vastgesteld. “Voor nieuwe natuurvergunningen waarbij extern salderen wordt toegepast, moeten de huidige natuurdoelanalyses worden meegenomen. Je moet immers de huidige kennis over de natuur betrekken in de toetsing aan het additionaliteitsvereiste. Helaas zijn veel van deze analyses nu negatief, omdat er onvoldoende maatregelen zijn getroffen voor het behoud van bepaalde habitattypen. Uit de natuurdoelanalyses volgt ook dat de in die beoordelingen meegenomen maatregelen onvoldoende zijn.” Toch ziet hij ruimte om onder voorwaarden en ondanks deze negatieve analyses, met succes de additionaliteitstoets te doorlopen. Reden is dat er ook diverse nieuwe positieve ontwikkelingen zijn, waar in de natuurdoelanalyses nog geen rekening mee is gehouden. Hij wijst daarbij onder meer op de positieve gevolgen, gelet op de voorgenomen bedrijfsbeëindigingen uit de LBV- en LBV+-regelingen. Wat de mogelijkheden om met succes een natuurvergunning op basis van extern salderen te kunnen verlenen weer vergroot.
Dit biedt ook perspectief voor PAS-melders, die nog steeds in onzekerheid zitten over hun toekomst. Het Rijk beoogt immers om de PAS-melders te legaliseren door extern te salderen. Mits op gebiedsniveau voldoende (aanvullende) maatregelen worden genomen om de natuur te beschermen, kunnen te zijner ook voor de PAS-melders met succes de additionaliteitstoets worden doorlopen.
Het artikel teruglezen kan op de website van Stal & Akker.