De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) oordeelt in haar uitspraak van 11 december 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:5129) dat de schriftelijke mededeling van het college van burgemeester en wethouders (“college”) dat voor de aangevraagde dakkapel geen omgevingsvergunning nodig is omdat deze vergunningvrij mag worden gebouwd, kwalificeert als een appellabel besluit (in de zin van art. 1:3 Algemene wet bestuursrecht, “Awb”). Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) had appellant voor de dakkapel een omgevingsvergunning aangevraagd.
In hoger beroep betoogt appellant onder meer dat het college en de rechtbank de omwonende ten onrechte ontvankelijk hebben verklaard in diens tegen de mededeling van het college gerichte bezwaar respectievelijk beroep. De Afdeling begrijpt de bestuurlijke reactie zo dat het college de aangevraagde omgevingsvergunning heeft afgewezen. Naar het oordeel van de Afdeling kwalificeert de schriftelijke mededeling van een bestuursorgaan, inhoudende dat voor de aangevraagde handeling geen vergunning is vereist, als een publiekrechtelijke rechtshandeling in de zin van art. 1:3, eerste lid, Awb. Omdat de omwonende in kwestie eigenaar is van een nabijgelegen appartement, wordt deze als belanghebbende bij dat besluit aangemerkt. De Afdeling concludeert dat het college en de rechtbank het bezwaar respectievelijk beroep van de omwonende terecht ontvankelijk hebben verklaard.