Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

‘Tegelen-jurisprudentie’ is niet van toepassing, als nieuw bestemmingsplan voorafgaand aan beslissing op bezwaar over vergunde bouwactiviteit wordt vernietigd

In haar uitspraak van 5 augustus 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:7234) oordeelt de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam dat de zogenoemde ‘Tegelen-jurisprudentie’ in dit geval geen toepassing vindt.

29 augustus 2024

Samenvatting

Samenvatting

Eiseres had in haar hoedanigheid van eigenaar van een bedrijf beroep ingesteld tegen het besluit van het college om haar tegen de vergunde bouw van een nabijgelegen nieuwe woning gerichte bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren, omdat het bezwaarschrift ruim buiten de bezwaartermijn was ingediend. Aanvullend had zij verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening. Omdat het college in de elektronische bekendmaking in het Gemeenteblad had verzuimd duidelijke locatiegegevens over de verleende omgevingsvergunning te vermelden, oordeelt de voorzieningenrechter de termijnoverschrijding verschoonbaar. Omdat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard, dient het college een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.

In het kader van de gevraagde voorlopige voorziening acht de voorzieningenrechter relevant dat het primaire besluit tot verlenen van de omgevingsvergunning, dat als gevolg van het vernietigde bestreden besluit nu herleeft, niet langer in overeenstemming is met het vigerende bestemmingsplan.

De voorzieningenrechter overweegt dat uit de ‘Tegelen-jurisprudentie’ – die zijn oorsprong vindt in de Afdelingsuitspraak van 21 december 1999 (ECLI:NL:RVS:1999:AA4296) volgt dat indien het besluit op bezwaar over een verleende bouwvergunning onder vigeur van het nieuwe bestemmingsplan is genomen, omdat dat plan ten tijde van het nemen van het besluit op bezwaar in werking was, de bestuursrechter bij de toetsing van het besluit op bezwaar dient uit te gaan van het nieuwe bestemmingsplan, ook indien dat plan na het nemen van het besluit op bezwaar is vernietigd. In dit geval liggen de feiten evenwel anders en geldt de ‘Tegelen-jurisprudentie’ niet: het vastgestelde nieuwe bestemmingsplan dat voorzag in de bouw van (onder meer) de bouw van de betreffende woning is namelijk, nadat het op verzoek van eiseres in eerste instantie was geschorst, voorafgaand aan het nemen van de beslissing op bezwaar vernietigd.

Voor de beslissing op bezwaar die na de vernietiging van het bestemmingplan wordt genomen geldt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat het bouwplan (alsnog) moet worden getoetst aan het ‘oude’, thans opnieuw vigerende bestemmingsplan. De voorzieningenrechter ziet daarom aanleiding om bij wijze van voorlopige voorziening het primaire besluit tot vergunningverlening te schorsen tot zes weken na de bekendmaking van het nieuwe besluit op bezwaar. Ook geeft de voorzieningenrechter het college in overweging om de Afdelingsuitspraak over het vernietigde bestemmingsplan te betrekken bij de nieuw te nemen beslissing op bezwaar.

Artikel delen