Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Ten onrechte Omgevingswet toegepast bij handhavingszaak: rechtsgevolgen zouden wellicht in stand kunnen blijven

In de uitspraak van de Rechtbank Den Haag 23 oktober 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:17233 is ten onrechte het nieuwe recht van de Omgevingswet toegepast op een handhavingszaak. Dit omdat het overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet bepaalt dat het oude recht nog van toepassing blijft op dit geschil. Interessant is dat de rechtbank suggereert dat wellicht de rechtsgevolgen van het besluit in stand zouden kunnen blijven omdat dezelfde overtreding ook onder de Wabo verboden was.

23 oktober 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Aan het opleggen van de last heeft verweerder een overtreding van artikel 5.5 van de Omgevingswet ten grondslag gelegd (handelen in strijd met een voorschrift van een omgevingsvergunning). Naar het oordeel van de rechtbank is de Omgevingswet echter niet van toepassing, nu – zoals ook is overwogen in het bestreden besluit – de last is opgelegd naar aanleiding van een handhavingsverzoek van 12 juli 2023, dus vóór 1 januari 2024. Op grond van artikel 4.3, aanhef en onder a, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op dit besluit het recht zoals dat gold vóór laatstgenoemd tijdstip van toepassing.

Reeds om die reden zal de rechtbank het bestreden besluit vernietigen. De rechtbank zal onderzoeken of de rechtsgevolgen van het besluit in stand kunnen blijven, nu de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ook een grondslag biedt voor handhaving tegen handelen in strijd met een voorschrift van een omgevingsvergunning (artikel 2.3 Wabo).

Dit was echter ook niet het geval vanwege de volgende reden.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder het bestreden besluit ten onrechte gebaseerd op de grondslag dat eiseres zou hebben gehandeld in strijd met een vergunningvoorschrift. Zoals de rechtbank in de uitspraak van heden heeft overwogen, zijn de luchtbehandelingskasten niet reeds vergund in de omgevingsvergunning van 5 december 2018. Die omgevingsvergunning bevat geen voorschrift ten aanzien van luchtbehandelingskasten. Eiseres kan daarom door het plaatsen van de luchtbehandelingskasten niet in strijd met een voorschrift van die omgevingsvergunning gehandeld hebben. Eiseres handelt wel in strijd met de verboden van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c en artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo. Die overtredingen zijn echter niet aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd.

Artikel delen