Een juridisch medewerker van de gemeente Soest schreef per e-mail aan de (gemachtigde van) overtreder het volgende:
"[…] Er gebeuren nu nog steeds en zelfs meer activiteiten op het perceel die in strijd zijn met het bestemmingsplan. De controles zullen daarom onverminderd doorgaan. Als de eerste vijf dwangsommen zijn verbeurd, zullen wij overgaan tot het innen van deze vijf dwangsommen. […]"
De overtreder vond was toegezegd dat pas na 5 verbeuringen overgegaan zou worden tot invordering. Oftewel een toezegging over het moment dat ingevorderd zou worden. Er vonden minder dan 5 verbeuringen plaats, maar toch ging het college over tot invorderingen.
De Afdeling vond dat de e-mail in kwestie inderdaad een toezegging was dat pas na 5 verbeuringen (en dus niet bij minder dan 5 verbeuringen) het college over zou gaan tot invordering. In de beslissing op bezwaar en het primaire besluit ging het college niet uit van een toezegging en maakten zij geen afweging over het nakomen (of niet) van de toezegging. De Afdeling vindt het als eerste aan het college om een afweging of er belangen zijn die zwaarder wegen dan de belangen van overtreder bij nakoming van de toezegging. Het college is dus weer aan zet om hier een afweging over te maken.
Je kan deze uitspraak als ambtenaar aangrijpen als argument om (nog) minder concrete informatie te communiceren, maar dan sla je naar mijn idee de plank mis. Zie het vooral als een reminder om duidelijk te communiceren en geen onjuiste verwachtingen te wekken bij inwoners. Als je de juiste verwachtingen wekt, dan is er niets mis met het uitgangspunt dat deze verwachtingen in de basis ook waargemaakt moeten worden.