Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Tussenuitspraak: omgevingsvergunning voor huisvesting arbeidsmigranten schiet tekort, maar mag onder voorwaarden toch worden uitgevoerd

In de tussenuitspraak van  29 mei 2024 (ECLI:NL:RBOBR:2024:2258) oordeelt de Rechtbank Oost-Brabant dat, hoewel onvoldoende vaststaat dat de onder het regime van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (“Wabo”) en in afwijking van het bestemmingsplan verleende omgevingsvergunning voor de tijdelijke huisvesting van 500 arbeidsmigranten niet ten koste gaat van de kwaliteit van de leefomgeving, de veiligheid en de gezondheid, onder nadere voorwaarden vooralsnog wel gebruik mag worden gemaakt van de vergunning.

10 juni 2024

Samenvatting

Samenvatting

De rechtbank overweegt dat een omgevingsvergunning voor de grootschalige huisvesting van arbeidsmigranten op deze locatie niet ten koste hoeft te gaan van de kwaliteit van de leefomgeving, de veiligheid en de gezondheid, maar dat de aan het bestreden besluit verbonden voorschriften tekortschieten om alle negatieve gevolgen van deze ontwikkeling voor de omgeving voldoende te beperken. Zo hoeft een schutting die het project afschermt van de omgeving pas na ingebruikname te worden gerealiseerd en kunnen noch omwonenden noch het college een beroep doen op naleving van de opgestelde huisregels.

Ook contact- of overlegmogelijkheden tussen omwonenden en vergunninghoudster om de gevolgen van het project voor de omgeving te kunnen bespreken ontbreken. Naar het oordeel van de rechtbank doet dit onvoldoende recht aan het te bewaken evenwicht tussen de belangen van vergunninghoudster en die van omwonenden. Gelet op deze gebreken oordeelt de rechtbank de verleende omgevingsvergunning in strijd met de provinciale Interim omgevingsverordening en lokale beleidsnota.

Omdat niet op voorhand is uitgesloten dat de beoogde huisvesting van arbeidsmigranten toch past in de omgeving en kan rekenen op voldoende draagvlak in de omgeving biedt de rechtbank het college gelegenheid tot herstel van de geconstateerde gebreken. Tot die tijd mag vergunninghoudster gebruik maken van de verleende omgevingsvergunning, mits de schutting die deel uitmaakt van de landschappelijke inpassing voorafgaand aan ingebruikname is geplaatst en vergunninghoudster ervoor zorgt dat de huisregels worden nageleefd. 

Artikel delen