De Afdeling heeft een vaststellingsbesluit vernietigd omdat – kort en goed – een uitgevoerd geuronderzoek niet aan het vaststellingsbesluit ten grondslag kon worden gelegd. Betekent dit opnieuw ontwerpplan ter inzage leggen (met nieuwe zienswijze-mogelijkheid) of betekent het nieuw vaststellingsbesluit (met enkel mogelijkheid van beroep)?
Hoewel niet nieuw is het toch, omdat het op gemeentehuizen tot verhitte discussies aanleiding kan geven, goed even de bestendige lijn van de Afdeling te lezen. De Afdeling verwijst naar onder meer de uitspraak van 7 september 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BU5143, waarin is geoordeeld dat het in geval van vernietiging van een besluit door de bestuursrechter het bevoegd gezag in beginsel vrij om bij het nemen van een nieuw besluit terug te vallen op de reeds gevoerde procedure die aan het vernietigde besluit ten grondslag lag, dan wel de gehele procedure van afdeling 3.4 van de Awb opnieuw te doorlopen. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen waarin het uit een oogpunt van zorgvuldige voorbereiding van een besluit, mede gelet op de aard en ernst van de gebreken die tot vernietiging hebben geleid en het verhandelde in die eerste procedure, niet passend moet worden geoordeeld indien het bevoegd gezag ermee volstaat terug te vallen op de eerdere procedure en niet een nieuw ontwerpbesluit opstelt en ter inzage legt. Verder is het vaste jurisprudentie van de Afdeling (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 28 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:658) dat de raad bij de vaststelling van het plan daarin wijzigingen kan aanbrengen ten opzichte van het ontwerp. Slechts indien de afwijkingen van het ontwerp naar aard en omvang zo groot zijn dat een wezenlijk ander plan is vastgesteld, dient de wettelijke procedure opnieuw te worden doorlopen.