Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitspraak handhaving APV-bepalingen onder de Omgevingswet

Op 15 juli 2024 deed de Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2024:4351, een uitspraak over de wettelijke grondslag van het handhaven van APV-bepalingen onder vigeur van de Omgevingswet.

21 juli 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Uit artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet volgt dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten. Een omgevingsplanactiviteit is onder andere een activiteit die in strijd is met het omgevingsplan (dit volgt uit bijlage A behorend bij artikel 1.1 van de Omgevingswet, waarin het begrip ‘omgevingsplanactiviteit’ is gedefinieerd).

Het verbod om zonder vergunning een uitweg te maken staat voor de gemeente Doetinchem (vooralsnog) in artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening [plaats] 2016 (hierna: de Apv).

Onder de Omgevingswet mag een dergelijk verbod echter uitsluitend opgenomen worden in het omgevingsplan (dit volgt uit artikel 2.7, eerste lid, van de Omgevingswet). Nu de verbodsbepaling uit de Apv van [plaats] nog niet in het omgevingsplan is opgenomen, bepaalt artikel 22.8 van de Omgevingswet dat die bepaling geldt als een verbod om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten.

In artikel 2.12, tweede lid, en artikel 1.8 van de Apv staan de inhoudelijke weigeringsgronden voor de omgevingsvergunning. Zo kan het college de vergunning bijvoorbeeld weigeren ter voorkoming van gevaar op de weg (artikel 2.12, tweede lid, sub a) of als de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats (artikel 2.12, tweede lid, sub b).

Artikel delen