De uitspraak Rechtbank Midden-Nederland 21 oktober 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:5728 gaat gaat over de vraag of gedeputeerde staten naar aanleiding van een verzoek van VNMW handhavend moeten optreden tegen agrarische bedrijven die mest uitrijden binnen een straal van 500 meter rondom het Natura 2000-gebied Kolland & Overlangbroek.
De rechtbank oordeelt dat het algemene verzoek om projecten te controleren en om te handhaven op overtredingen van de natuurvergunningplicht binnen 500 meter van de grens van het Natura 2000-gebied te onbepaald is om als aanvraag in de zin van art. 1:3 Awb aan te merken. Handhaving is een bevoegdheid en daarmee de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Niet ieder verzoek aan het bevoegd gezag om op te treden of maatregelen te treffen, is een aanvraag om een handhavingsbesluit. Een verzoek daartoe hoeft over het algemeen niet het bewijs te bevatten dat tot handhaving moet worden overgegaan. Het ligt wel op de weg van de verzoeker om handhaving om het bevoegd gezag enige aanknopingspunten te bieden voor onderzoek naar de vraag of er een overtreding wordt begaan. De rechtbank verwijst naar en sluit aan bij de rechtspraak van de hogerberoepsrechters hierover (ABRvS 19 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2743). Uit de rechtspraak volgt bovendien dat een verzoek om controles uit te voeren zonder daarbij te wijzen op concrete overtredingen en overtreders, niet kan worden opgevat als een verzoek om een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie te nemen, zodat de reactie daarop niet als besluit als bedoeld in artikel 1:3 Awb kan worden aangemerkt. Zo’n verzoek is dan een verzoek om feitelijke handelingen te verrichten. Dat het deelverzoek van VNMW om projecten te controleren geografisch is afgebakend tot een gebied binnen een straal van 500 meter van het Natura 2000-gebied laat onverlet dat zij geen concrete activiteiten of overtredingen heeft genoemd. Het verzoek komt in feite neer op het verzoek om bij alle veehouders in het gebied controles uit te voeren op naleving van natuurvergunningen. Het gaat om bijna 70 veehouders. Een dergelijk verzoek kan niet worden opgevat als een aanvraag in de zin van artikel 1:3 Awb om een handhavingsbesluit te nemen.
Omdat het deelverzoek over het controleren van projecten geen aanvraag is in de zin van artikel 1:3, derde lid Awb, is de afwijzende reactie in het bestreden besluit op dit deel van het verzoek niet aan te merken als besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid Awb. Het gevolg hiervan is dat het beroep van VNMW niet-ontvankelijk is, voor zover het gericht is tegen die reactie.
Wil je meer lezen over wanneer een handhavingsverzoek voldoende concreet is? Lees mijn annotatie.