De colleges van burgemeester en wethouders van Den Bosch en Dronten hoeven de eerder verleende en onherroepelijk geworden vergunningen voor Windpark De Rietvelden respectievelijk Windplan Blauw niet in te trekken. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak geoordeeld in twee uitspraken van vandaag. Het Europees recht verplicht de gemeentebesturen niet om dit te doen.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in augustus en november 2019 al inhoudelijke uitspraken gedaan over deze twee windparken. Met die uitspraken zijn de vergunningen onherroepelijk geworden. Maar Actiecomité Windpark Rietvelden NEE respectievelijk Stichting Windbrekers Swifterbant vonden dat de gemeentebesturen deze vergunningen moesten intrekken, omdat deze zouden zijn verleend in strijd met het Europees recht. Dat had alles te maken met het zogenoemde Nevele-arrest van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg van juni 2020 en de tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 30 juni 2021 over het Windpark Delfzijl Uitbreiding 2020. Door dat arrest en die uitspraak werd duidelijk dat voor de algemene rijksnormen voor geluid, slagschaduw en externe veiligheid voor windturbines op grond van het Europese recht een beoordeling had moeten worden gemaakt van de gevolgen voor het milieu. Zo’n milieubeoordeling was niet gemaakt en daarom hadden die rijksnormen niet mogen worden gebruikt.
Maar bij Windpark De Rietvelden respectievelijk Windplan Blauw was wel van die rijksnormen uitgegaan en de vraag was of de onherroepelijke vergunningen nu alsnog moeten worden ingetrokken. In de uitspraken van vandaag overweegt de Afdeling bestuursrechtspraak dat arresten van het Hof van Justitie in Luxemburg “geen aanknopingspunten geven dat een onherroepelijke omgevingsvergunning moet worden heroverwogen of ingetrokken. Vanwege het Unierechtelijk rechtszekerheidsbeginsel hoeft een bestuursorgaan in beginsel ook niet terug te komen van een besluit dat definitief is geworden na het verstrijken van redelijke beroepstermijnen of na uitputting van alle rechtsmiddelen.” De vergunningen voor beide windparken blijven dus in stand.
Lees hier de hele tekst van de beide uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak.
ECLI:NL:RVS:2024:3744
ECLI:NL:RVS:2024:3745
