Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Verzoek om handhavend optreden door rechtspersoon

Niet alleen een natuurlijk persoon maar ook een rechtspersoon kan een verzoek om handhavend optreden doen. Voor beiden geldt dat zij wel belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 van de Awb moeten zijn bij het verzoek om handhaving. Voor het antwoord op de vraag of een rechtspersoon belanghebbende is, is bepalend of de rechtspersoon krachtens zijn statutaire doelstelling en blijkens zijn feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken algemeen of collectief belang in het bijzonder behartigt.

15 juni 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Naar deze maatstaf diende de Afdeling in de uitspraak van 15 mei 2024 de vraag te beantwoorden of de Stichting Farmers Defence Force en de gelijknamige Vereniging belanghebbende waren bij een verzoek om handhavend optreden gericht tegen een distributiecentrum van Jumbo. Dit distributiecentrum zou zonder natuurvergunning worden geëxploiteerd en dit zou een overtreding zijn van de Wet natuurbescherming.

De Afdeling stelt eerst vast wat de statutaire doelstellingen van de Stichting en Vereniging zijn. Kort en goed beogen beiden de collectieve belangen van de agrarische sector te behartigen. De Afdeling oordeelt vervolgens dat dit belangen zijn die niet rechtstreeks betrokken zijn bij een verzoek om handhavend optreden op grond van de Wet natuurbescherming. De collectieve belangen die door de Stichting en Vereniging in het bijzonder behartigen, zijn namelijk niet (primair) gericht op natuurbeheer of natuurbescherming. Daarbij vallen de belangen die zij wel behartigen, die van de agrarische sector, niet zonder meer gelijk met natuurbeschermingsbelangen. Een beroep op de artikelen 8 en 12 van het EVRM kan de Stichting en de Vereniging niet redden. Wederom behartigen beiden geen belangen als bedoeld in artikel 8 EVRM (family life) en geldt artikel 1:2 van de Awb voor elke rechtspersoon.

Ook de natuurlijke persoon kwalificeert niet als belanghebbende. Hij of zij woont op ruim 26 kilometer van de activiteit waarop het verzoek om handhaving ziet, zodat geen sprake is van feitelijke gevolgen van enige betekenis vanwege de activiteit. Omdat er geen gevolgen van enige betekenis worden ondervonden is hiermee ook gegeven dat geen sprake is van een schending van artikel 8 EVRM.

Op zichzelf is deze uitspraak van de Afdeling goed navolgbaar. Punt van aandacht is dat in dit specifieke geval er wel iets te zeggen valt voor het standpunt dat de belangen van de Stichting en de Vereniging samenvallen en of gelijk zijn aan de natuurbeschermingsbelangen. Dat dit in deze zaak niet genoeg is om als belanghebbende te kwalificeren had wellicht iets meer aandacht mogen krijgen.

Artikel delen