Het zal onder onze lezers niemand zijn ontgaan: na vele tussenuitspraken van de Afdeling (nl. die van 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:105, 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1299, en 6 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:951) heeft de Afdeling op 2 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3981, groen licht gegeven voor het project ViA15.
In de laatste tussenuitspraak was nog niet aan alle vereisten voldaan om extern salderen in de aanvullende passende beoordeling als mitigerende maatregel te kunnen inzetten. Zo had moeten zijn onderzocht wat de staat van instandhouding en de instandhoudingsdoelstellingen zijn van de betrokken Natura 2000-gebieden. Indien voor het halen van de instandhoudingsdoelstellingen een (blijvende) daling van de stikstofdepositie nodig is, zal aannemelijk moeten worden gemaakt dat de beëindiging van de saldogevers niet nodig is om die (blijvende) daling van stikstofdepositie op gebiedsniveau te realiseren. De minister heeft hiervoor een nadere onderbouwing aangeleverd en deze onderbouwing is geaccordeerd.
Voor de eisen die aan de motivering worden gesteld, heeft de Afdeling verwezen naar haar uitspraak van 14 februari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:625, r.o. 49 e.v. (de zogenaamde GOL-uitspraak).
Verder is van belang dat de Afdeling in de tussenuitspraak van 6 maart 2024 heeft vermeld dat de motivering mag worden beperkt tot de in de provincie Gelderland gelegen Natura 2000-gebieden waarvoor extern salderen is ingezet.
Uit de notitie blijkt dat op basis van de informatie die beschikbaar was ten tijde van de aanvullende passende beoordeling vast stond dat een daling van stikstofdepositie plaatsvond in de betrokken Natura 2000-gebieden en dat aannemelijk is dat die daling zal blijven plaatsvinden. Daarmee stond op dat moment voldoende vast dat de (gedeeltelijke) beëindiging van de saldogevers niet nodig is om de vereiste daling van stikstofdepositie in die Natura 2000-gebieden te waarborgen. In de door de minister overgelegde notitie is hiervoor een nadere onderbouwing opgenomen, waar de Afdeling in de einduitspraak uitgebreid op ingaat. Kortom, een belangrijke en lezenswaardige uitspraak voor de praktijk om kennis van te nemen.