Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wat als een onherroepelijke omgevingsvergunning onterecht door B & W is verleend als eigenlijk GS bevoegd was?

Op die interessante rechtsvraag gaf de ABRvS antwoord in een uitspraak van 28 augustus 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3488.

28 augustus 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

[appellant sub 3] en anderen betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de omgevingsvergunningen van 10 april 2012 en 3 september 2015 in werking zijn getreden en onherroepelijk zijn. Volgens hen is de revisievergunning van 10 april 2012 onbevoegd verleend door het college van burgemeester en wethouders van Boxmeer, omdat sprake was van een IPPC-installatie en daardoor het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant het bevoegde gezag was. Een onbevoegd verleende vergunning kan volgens hen geen rechtskracht krijgen.

Zoals de Afdeling in de uitspraak van 17 oktober 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:3344, r.o. 4.2) heeft overwogen, is het enkele feit dat een besluit is genomen door een daartoe niet bevoegd bestuursorgaan onvoldoende grond voor het oordeel dat een dergelijk besluit van rechtswege nietig zou zijn.

Onbevoegd genomen besluiten zijn weliswaar vatbaar voor vernietiging door de rechter, maar kunnen indien zij niet tijdig in beroep bestreden worden, in rechte onaantastbaar worden. Het besluit van 10 april 2012 is in rechte onaantastbaar en heeft formele rechtskracht. De rechtbank heeft daarom terecht overwogen dat de omgevingsvergunning van 10 april 2012 onherroepelijk is. Van de door [appellant sub 3] en anderen gestelde gevolgen voor de omgevingsvergunning van 3 september 2015 en de besluiten die in deze procedure ter beoordeling staan, is alleen hierom al geen sprake. Het betoog slaagt niet.

Artikel delen