Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wolf en paintballgeweer: de rechter doet uitspraak

3 juli 2024

Samenvatting

Samenvatting

Op 23 mei 2024 deed de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland een uitspraak over een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit. Sinds januari 2024 zijn bij het Wolvenmeldpunt meer dan 20 meldingen binnengekomen over een jonge wolvin die weinig schuwheid vertoont naar mensen en voertuigen in Het Leuvenumse Bos en Speuld in Ermelo, waarschijnlijk door voedselconditionering.

Het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland (‘College’) wil op basis van de meldingen ingrijpen om de openbare veiligheid te waarborgen en het gedrag van de wolf te corrigeren met een paintballgeweer. De Faunabeheereenheid Gelderland heeft hiervoor een omgevingsvergunning aangevraagd. De Faunabescherming heeft een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tot schorsing van de omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter stelt de Faunabescherming in het gelijk, het college mag niet schieten op de wolf met een paintballgeweer.

Juridische kader - verstoren van de wolf

De wolf is een strikt beschermde soort. Op grond van artikel 5.1 lid 2 onder g Ow is een omgevingsvergunning nodig om een flora en fauna-activiteit te verrichten als de activiteit in een algemene maatregel van bestuur is geregeld.

Artikel 11.46 onder b Besluit activiteit leefomgeving bepaalt dat het verboden is zonder omgevingsvergunning een flora en fauna-activiteit te verrichten, inclusief het opzettelijk verstoren van dieren die vermeld staan in bijlage IV van de Habitatrichtlijn, waar de wolf in is vermeld. De aanvraag moet voldoen aan de drie cumulatieve voorwaarden genoemd in artikel 8.74k lid 1 Besluit kwaliteit leefomgeving. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vergunning niet aan de eerste twee voorwaarden van het artikel voldeed.

(1) Geen andere bevredigende oplossing
De eerste voorwaarde is dat het College moet aantonen dat er geen andere bevredigende oplossing, geen alternatief, bestaat dan het gebruik van een paintballgeweer om de openbare veiligheid te waarborgen. De voorzieningenrechter overweegt dat het College dat niet voldoende heeft aangetoond. Het College stelde dat er maatregelen waren genomen, zoals het afsluiten van parkeerplaatsen en strengere handhaving. Volgens de voorzieningenrechter zijn deze maatregelen niet concreet genoeg uitgewerkt.

(2) Verstoren wolf nodig voor openbare veiligheid
Het College baseerde zich op twee onderzoeken die concludeerden dat de wolf in dit geval afwijkend gedrag vertoont en mogelijk agressief kan worden. De Faunabescherming stelt echter dat deze conclusie te voorbarig is; er is meer onderzoek nodig over het gedrag van de wolf. De voorzieningenrechter verwijst naar vaste rechtspraak in haar uitspraak.

Een bestuursorgaan mag op het advies van een deskundige vertrouwen, op voorwaarde dat dit advies zorgvuldig en begrijpelijk is en de conclusies aansluiten op de redeneringen in het advies. Bij twijfel moet het bestuursorgaan nader motiveren. De Faunabescherming heeft deskundigenverklaringen ingebracht waarin staat dat de wolf geen afwijkend gedrag vertoont of althans dat nader onderzoek nodig is naar gedrag van de wolf. De voorzieningenrechter concludeert dat de contra-expertises aannemelijk maken dat de omgevingsvergunning onvoldoende is onderbouwd.

Wettelijk beschermde status wolf onder druk

De overgang van de Wet natuurbescherming naar de Omgevingswet is volgens de wetgever op beleidsneutrale wijze gebeurd. Dat is logisch, omdat bijna alle regels over het natuurbeschermingsrecht uit Europese wetgeving en internationale verdragen, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, zijn geïmplementeerd in nationale wetgeving. Daarom zijn beoordelingsregels voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het verstoren van de wolf gelijk gebleven onder de Omgevingswet.

Onlangs heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan om de strikt beschermde status van de wolf naar een lager wettelijk beschermingsniveau te brengen. Het proces van deze wetswijziging vindt plaats op internationaal, Europees én nationaal niveau en kost jaren. Voorlopig blijven de huidige wettelijke kaders zoals ze nu gelden bestaan.

Eerdere rechtspraak over gebruik paintballgeweer bij wolf

Op het eerste gezicht lijkt het logisch maatregelen te nemen om individuele wolven die risico’s voor mensen kunnen opleveren, af te schrikken. Het kan een onrustig gevoel geven om te wandelen in gebieden waar wolven zich mogelijk schuilhouden. Maar de aanwezigheid van de wolf in het Nederlandse cultuurlandschap rechtvaardigt op zichzelf geen beheermaatregelen. Wolven zijn over het algemeen schuw. Alleen als een wolf afwijkend gedrag vertoont en te dicht bij mensen komt, kunnen incidenten plaatsvinden. Pas als aan de voorwaarden van artikel 8.74k lid 1 Besluit kwaliteit leefomgeving is voldaan, kan een beheermaatregel worden getroffen.

Waar moeten de motivering van een bestuursorgaan aan voldoen voor het treffen van maatregelen bij de wolf? Op 24 januari 2024 overwoog de rechtbank de Midden-Nederland dat de Wnb-ontheffing voor het met een paintballgeweer schieten op de wolf in het Nationale Park De Hoge Veluwe in stand kon blijven. Het hoger beroep loopt nog in die zaak. Het is de vraag of de Afdeling de ontheffing in stand laat. De rechtbank kwam in deze einduitspraak tot de overweging dat het college met het rapport van een wolvendeskundige voldoende had gemotiveerd dat geen andere bevredigende oplossing bestaat dan het afschrikken van de wolf met een paintballgeweer. In de uitspraak van 23 mei 2024 oordeelde de voorzieningenrechter dat de motivering onvoldoende is.

De drie uitspraken van het afgelopen jaar over het gebruik van een paintballgeweer bij wolven laten zien dat het zeer uitgebreid (bijna uitputtend) motiveren van besluiten met behulp van deskundigen de norm wordt in de wolvenrechtspraak (Zie ECLI:NL:RBMNE:2023:4453, ECLI:NL:RBMNE:2024:212 en ECLI:NL:RBGEL:2024:3065).  

In de literatuur is de vraag opgeworpen of deze uitgebreide onderbouwingen echt nodig zijn voor een omgevingsvergunning om de wolf opzettelijk te verstoren. Ligt de drempel voor het motiveren van een besluit om de wolf te verstoren met een paintballgeweer dan niet te hoog? Het dier wordt niet gedood en de schade wordt zoveel mogelijk voorkomen of beperkt. Maar als het verstoren van de wolf al zulke hoge motiveringseisen heeft, is het doden van het dier dan niet vrijwel juridisch onmogelijk? Ik denk zelf dat het instellen van een gradualiteitstoets een goed idee is. Als de beheermaatregel ingrijpender wordt (verstoren tot en met doden), moet de motivering ook uitgebreider zijn. Ongetwijfeld wordt de rechtspraak over het gebruik van maatregelen bij de aanwezigheid van wolven vervolgd.

Artikel delen