Om ook in de toekomst een vitaal landelijk gebied te behouden is het hard nodig dat gemeenten hun bijdragen kunnen en gaan leveren om te komen tot een duurzaam en samenhangend perspectief in hun regio’s. Gemeenten willen die rol pakken en zoeken daarbij de onderlinge samenwerking. De uitvoering van natuur-, klimaat- en waterdoelen heeft grote impact op de lokale ruimtelijke, maatschappelijke en sociaaleconomische ontwikkelingen van gebieden. Het raakt aan de cultuur en gebiedsidentiteit. Zeker voor inwoners zijn zaken als wonen, zorg, opvang, bereikbaarheid, recreatie én economische ontwikkeling belangrijk in hun regio. De uitvoering van eerder genoemd beleid moet daar rekening mee houden. Vanuit de dagelijkse praktijk kennen gemeentelijke bestuurders en ambtenaren de bevolking en hebben veel kennis over het gebied. De ervaring leert dat de samenleving wil bijdragen aan grote opgaven als juist rekening wordt gehouden met wat er leeft in de regio. Er ontstaat draagvlak en polarisatie vermindert als plannen samen met en vanuit de lokale gemeenschappen worden opgesteld en uitgevoerd. Plannen die elkaar versterken met investeringen die alle functies in het landelijk gebied een impuls geven voor de lange termijn. Gemeenten willen bijdragen aan de rijksdoelen door deze slim te verbinden met de wensen die in de eigen regio leven. Middelen die beschikbaar zijn om te investeren in gebieden moeten daarom niet te nauw gedefinieerd worden. Ze moeten bijdragen aan een in alle opzichten toekomstbestendig landelijk gebied. Het rijk is daarom gevraagd een nauwkeuriger beeld te schetsen van deze zogenaamde meekoppelkansen én te faciliteren dat deze in regio's optimaal kunnen worden benut. Daarnaast kunnen gemeenten ook elkaar versterken. Om de vraag te beantwoorden wat daarvoor vanuit gemeenten nodig is, slaan zij de handen ineen. Uit de bestuurlijke inspiratiemiddag landelijk gebied in Ede kwam naar voren dat gemeenten dat kunnen doen door: het delen van succesvolle aanpakken en geleerde lessen; de beschikbare capaciteit effectief in te zetten door samenwerking; zich actief in te zetten voor de toekomst van het landelijk gebied en haar identiteit; een brug te slaan tussen inwoners en overheden. De provinciale gebiedsprocessen zijn het moment deze kennis vervolgens in te brengen in de praktijk. Binnenkort komt de VNG met een wegwijzer voor gemeenten voor de gesprekken over deze provinciale gebiedsprocessen. Daarmee kunnen gemeenten zich voorbereiden op bijvoorbeeld de vraag hoe ze hun eigen visie op het landelijk gebied kunnen inbrengen en verzilveren. Ook geeft dit een indruk van benodigde extra capaciteit en wordt toegelicht hoe het transitiefonds landelijk gebied gaat werken. VNG-directeur Leonard Geluk bracht een werkbezoek aan Ede waar hij in gesprek ging over de stikstofdiscussie. De boer op de locatie in de video ging van koeien naar recreatie, daardoor kwam er stikstofruimte vrij voor woningbouw.Plannen van onderop
Benut kansen
Wegwijzer
Meer informatie