Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 2:76

  • 1

    Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op financiële ondernemingen die:

    • a.

      voor het uitoefenen van het bedrijf van verzekeraar een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voorzover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan te adviseren;

    • b.

      voor het uitoefenen van het bedrijf van financiële instelling een door de Nederlandsche Bank op grond van het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben, voorzover het aan hen ingevolge die verklaring is toegestaan te adviseren;

    • c.

      voor het uitoefenen van het bedrijf van bank een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning hebben;

    • d.

      voor het uitoefenen van het bedrijf van elektronischgeldinstelling een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voorzover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan te adviseren;

    • e.

      voor het uitoefenen van het bedrijf van premiepensioeninstelling een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voorzover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan te adviseren; of

    • f.

      voor het uitoefenen van het bedrijf van betaalinstelling een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voor zover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan te adviseren.

  • 2

    Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op financiële ondernemingen die een door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning voor het verlenen van andere financiële diensten dan adviseren als bedoeld in dit deel hebben, voorzover het betreft het adviseren over een financieel product waartoe die vergunning strekt.

  • 3

    Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op gemeentelijke kredietbanken ten aanzien waarvan is voldaan aan artikel 4:37, eerste lid, voorzover het betreft het adviseren over door de gemeentelijke kredietbank zelf aangeboden kredieten.

  • 4

    Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op bemiddelaars als bedoeld in artikel 2:81, tweede en derde lid, voor zover het betreft het adviseren over financiële producten waarvoor zij optreden als verbonden bemiddelaar.

  • 5

    Artikel 2:75, eerste lid, is niet van toepassing op bemiddelaars die een ontheffing als bedoeld in artikel 2:80, tweede lid, hebben voorzover het betreft het adviseren over een financieel product waartoe die ontheffing strekt.

Informatie geldend op 10-09-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Vrijstellingsregeling Wft
    artikel: 11

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(10-09-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-10-2018

wijziging

09-03-2018

Stb. 2018, 89

34770

01-06-2018

Stb. 2018, 176

12-06-2015

wijziging

04-05-2015

Stb. 2015, 184

34049

21-05-2015

Stb. 2015, 205

01-10-2012

wijziging

24-05-2012

Stb. 2012, 233

32389

13-06-2012

Stb. 2012, 276

01-01-2012

t/m 30-04-2011

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 670

32826

22-12-2011

Stb. 2011, 671

01-01-2011

wijziging

23-12-2010

Stb. 2010, 887

31891

23-12-2010

Stb. 2010, 889

01-01-2009

wijziging

20-11-2008

Stb. 2008, 545

31468

18-12-2008

Stb. 2008, 582

01-11-2007

wijziging

30-10-2007

Stb. 2007, 406

31086

30-10-2007

Stb. 2007, 408

01-01-2007

nieuwe-regeling

28-09-2006

Stb. 2006, 475

29708

11-12-2006

Stb. 2006, 664

wijziging

20-11-2006

Stb. 2006, 605

30658

11-12-2006

Stb. 2006, 664