Een goed leefmilieu is een algemeen grondrecht voor iedere burger. Het begrip ‘leefmilieu’ is veelomvattend; het omvat zowel het sociaal als het fysiek milieu. De milieuregelgeving richt zich met name op het fysieke milieu. Hieronder wordt verstaan:
het natuurlijk abiotisch milieu, of het niet-levend milieu bestaande uit de atmosfeer, de bodem en het water;
het biotisch milieu, of het geheel van planten, dieren en andere organismen;
het antropogeen abiotisch milieu, of het door de mens gevormd niet-levend milieu (zoals wegen en gebouwen);
de onderlinge samenhang tussen deze componenten.
worden onder gevolgen voor het milieu in ieder geval verstaan gevolgen voor het fysieke milieu, gezien vanuit het belang van de bescherming van mensen, dieren, planten en goederen, van water, bodem en lucht en van landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden en van de beheersing van het klimaat, alsmede van de relaties daartussen;
worden onder gevolgen voor het milieu mede verstaan gevolgen die verband houden met een doelmatig beheer van afvalstoffen of een doelmatig beheer van afvalwater, gevolgen die verband houden met het verbruik van energie en grondstoffen, alsmede gevolgen die verband houden met het verkeer van personen of goederen van en naar de inrichting;
worden onder bescherming van het milieu mede verstaan de verbetering van het milieu, de zorg voor een doelmatig beheer van afvalstoffen of een doelmatig beheer van afvalwater, de zorg voor een zuinig gebruik van energie en grondstoffen, alsmede de zorg voor de beperking van de nadelige gevolgen voor het milieu van het verkeer van personen of goederen van en naar de inrichting.
In dit boek sluiten wij voor de afbakening van het begrip ‘milieuregelgeving’ aan bij deze definities.
Dit hoofdstuk geeft een algemene beschrijving van de milieuregelgeving, waarna we ons verdiepen in het bedrijfsgebonden milieudeel van het omgevingsrecht. De overige voor het omgevingsrecht relevante milieuregelgeving is reeds behandeld in hoofdstuk 5 bij de bespreking van de overige ruimtelijke regelgeving.
1 Artikel 21: Bewoonbaarheid en leefmilieu. De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu.
2 In deze wet en de daarop berustende bepalingen: