De Wet op de lijkbezorging heeft als doel te regelen wat er met een menselijk lichaam moet gebeuren na dood te zijn geboren of na te zijn overleden. In Nederland zijn voor nabestaanden normaliter de begrafenis of de crematie de twee toegestane manieren om ervoor te zorgen dat een dood lichaam geen schade aan de gezondheid van levenden kan toebrengen. De Wet op de lijkbezorging (en het daarop gebaseerde Besluit op de lijkbezorging) zijn overigens niet gebaseerd op de Wet bodembescherming. De reden om de Wet op de lijkbezorging onder diffuse bodemverontreiniging te scharen is dat de wet beperkingen oplegt aan waar stoffelijke overschotten mogen worden geborgen. In feite bevat het daarmee maatregelen om bodemverontreiniging te voorkomen. Evengoed zou deze wet onder de lokale bodemverontreiniging geschaard kunnen worden op het moment dat de stoffelijke overschotten worden geborgen op een begraafplaats of de as wordt uitgestrooid op daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 23, lid 1, van de Wet op de lijkbezorging bepaalt dat begraving plaatsvindt op een begraafplaats. De wijze waarop begraving moet plaatsvinden is geregeld in het Besluit op de lijkbezorging. In artikel 4, lid 1, van deze wet is bepaald dat een kist of omhulsel moet bestaan uit biologisch afbreekbare materialen (behoudens onder andere de handvatten en ornamenten, artikel 4, lid 2, Wlb). In artikel 5 van het Besluit op de lijkbezorging zijn eisen gesteld aan de wijze van begraven, de afstand tussen de graven en de aan te houden afstand tot het grondwater.
Voor wat betreft het verstrooien van crematie-as is in artikel 66a, lid 3, van de Wet op de lijkbezorging bepaald dat dit slechts is toegestaan op een terrein dat bestemd is om permanent as op te verstrooien of in open zee.
De Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT, voorheen: Inspectie voor de milieuhygiëne, VROM-inspectie) heeft in een Inspectierichtlijn lijkbezorging uit maart 2004 de aanbeveling gedaan bij de aanleg van een begraafplaats een ontwaterings- en afwateringssysteem aan te leggen, dat onder andere tot doel heeft het voorkomen dat een eventuele verontreiniging op de begraafplaats zich onbeheerst naar de omgeving verspreidt naar het oppervlaktewater of het grondwater. De inspectierichtlijn wordt nog steeds gebruikt en is te vinden op de site van de ILT.
Crematoria en strooivelden vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit milieubeheer en hiervoor zijn in paragraaf 4.8.9 specifieke regels gesteld.
