Zoals in elke beschikking (besluit in de zin van de Awb) moet er een rechtsbeschermingsclausule worden opgenomen in de tekst (3:45 Awb). Vermeld moet worden door wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld. Vermelding van de mogelijkheid een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen is gebruikelijk, maar niet verplicht. De onjuiste vermelding van een instantie zal in het algemeen niet problematisch zijn, omdat bestuursorganen verplicht zijn om verkeerd geadresseerde stukken door te zenden naar het wel bevoegde orgaan (doorzendplicht; artikel 6:15 Awb).

Normaal gesproken zou een bezwaar- of beroepschrift bij termijnoverschrijding niet inhoudelijk behandeld worden (in juridische taal: niet-ontvankelijk zijn), maar als de rechtsbeschermingsclausule niet in de beschikking is opgenomen, dan wordt dat de indiener van het bezwaar- of beroepschrift niet kwalijk genomen en wordt het bezwaar of beroep alsnog inhoudelijk behandeld (artikel 6:11 Awb). Dit wordt ‘verschoonbare termijnoverschrijding’ genoemd. Zie hiervoor ook het onderdeel Bezwaar en beroep (hoofdstuk 6).