Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bijlage 2

A
Gegevens saneerder

  • Relatienummer van Bodem+ of:

  • Naam, afdeling

  • Adres, postcode, plaats

  • Provincie

  • Telefoon en faxnummers, e-mail adres

  • Contactpersoon en toestelnummer

B
Projectgegevens

  • Projectnummer van het Bodem+ of:

  • Projectnaam

  • Projectfinanciering door overheid of anders

  • Projectcode met adres, postcode en plaats

  • X- en Y-coördinaat

  • Projectleider met telefoon en faxnummer en e-mail adres

  • Overzicht van uitgevoerde in-situ bodemonderzoeken en partijkeuringen

  • Een beschrijving van de historie van de locatie en het ontstaan van de verontreiniging op de locatie

  • Een beschrijving van het uitgevoerde grondverzet op de locatie

  • Toelichting

C1
Partijgegevens (in geval van bemonstering van een depot van maximaal 2.000 ton)

De bemonstering van de depots moet zijn uitgevoerd overeenkomstig het protocol VKB-1001 ‘Monsterneming grond voor het procescertificaat partijkeuringen bouwstoffenbesluit’ volgens de strategie 2 maal 50 grepen of conform het accreditatieprogramma bouwstoffenbesluit (AP04) voor de monstername conform het schema voor de monsterneming ten behoeve van het handhavingsprotocol grond.

  • Depotnummer saneerder

  • Geraamde hoeveelheid in ton en m3 inclusief onderbouwing

  • Vermoedelijke afvoerdatum

  • Percentage puin en afval

  • Grondsoort met omschrijving (NEN 5104)

  • Korrelverdeling van de minerale delen tot 2 mm (NEN 5753)

Per geanalyseerd monster:

  • Gehalten aan vocht (NEN 5748), humus (NEN 5754), lutum (NEN 5753), CaCO3 (NEN 5757) en de pH (KCl) (NEN 5750)

  • Verontreinigingen (gehalten in mg/kg d.s.) onder vermelding van de stof, de concentratie, de minimum en maximum concentraties, het aantal analyses en eventueel de uitloging. (diverse NEN’s; zie AP04)

Het accreditatieprogramma bouwstoffenbesluit (AP04) voor voorbewerking van monsters en laboratoriumonderzoek is van toepassing op de bovenstaande partijgegevens.

C2
Partijgegevens (in geval van grond verontreinigd met asbest tot boven de samenstellingswaarde voor herbruikbare grond)

  • Partijnummer saneerder

  • Geraamde hoeveelheid in ton en m3 inclusief onderbouwing

  • Vermoedelijke afvoerdatum

  • Percentage puin en afval

  • Grondsoort met omschrijving (NEN 5104)

  • Korrelverdeling van de minerale delen tot 2 mm

  • Gehalten aan vocht (NEN 5748), humus (NEN 5754), lutum (NEN 5753), CaCO3 (NEN 5757) en de pH (KCl) (NEN 5750)

  • Verontreinigingen (gehalten in mg/kg d.s.) onder vermelding van de stof, de concentratie, de minimum en maximum concentraties, het aantal analyses en eventueel de uitloging.

  • Asbestonderzoek inclusief de rapportage overeenkomstig NEN 5707 of (o)-NEN 5897

D
Bemonsteringsgegevens depotkeuring

  • Kopie van het certificaat VKB-1001 van de monsternemende instantie

  • Kopie van het monsternameplan

  • Kopie van het monsternameformulier

  • Plattegrond van de locatie met de ligging van de bemonsterde depots

  • Eventueel aanwezige foto’s van de bemonsterde depots

  • Kopieën van de analysecertificaten van het laboratorium (AP04)

E
Aanvullende gegevens

Op verzoek van Bodem+ worden aanvullende gegevens verstrekt op voet van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht

Indelen in categorieën

Versie maart 2005

Deze brochure is een aanvulling op de brochure ‘indelen in partijen’ en geeft de definities van de verschillende categorieën grond.

Schone grond

Grond die geen van de samenstellingswaarden uit bijlage 1 van het Bouwstoffenbesluit (Bsb) overschrijdt. Deze grond is multifunctioneel toepasbaar.

In het kader van de Vrijstellingsregeling samenstellings- en immissiewaarden Bouwstoffenbesluit (Staatscourant 126; 1999) mogen in bepaalde gevallen enkele parameters de samenstellingswaarden uit bijlage 1 van het Bsb overschrijden.

Categorie 1-grond

Grond die:

  • 1.

    de samenstellingswaarden uit bijlage 1 van het Bsb overschrijdt maar

  • 2.

    geen van de samenstellingswaarden voor grond uit bijlage 2 van het Bsb overschrijdt en

  • 3.

    op zodanige wijze kan worden gebruikt dat, ook indien geen isolatiemaatregelen worden genomen, geen van de immissiewaarden voor anorganische verontreinigingen wordt overschreden.

Categorie 2-grond

Grond die:

  • 1.

    de samenstellingswaarden uit bijlage 1 van het Bsb overschrijdt maar

  • 2.

    geen van de samenstellingswaarden voor grond uit bijlage 2 van het Bsb overschrijdt en

  • 3.

    op zodanige wijze kan worden gebruikt dat, slechts indien isolatiemaatregelen worden genomen, geen van de immissiewaarden voor anorganische verontreinigingen wordt overschreden.

Ernstig verontreinigde grond

Grond die de interventiewaarden overschrijdt.

Niet ernstig verontreinigde grond, niet zijnde schone- of categorie 1 of 2 grond

Grond die niet behoort tot de categorieën schone grond, categorie 1-grond, categorie 2-grond of ernstig verontreinigde grond.

In figuur 1 is voor anorganische verontreinigingen de indeling in categorieën grafisch weergegeven. De immissiewaarde is in figuur 1 vervangen door een emissie ongeïsoleerd en een emissie geïsoleerd, zodat het onderscheid tussen categorie 1-grond en categorie 2-grond duidelijk wordt. In figuur 2 is voor organische verontreinigingen de indeling in categorieën grafisch weergegeven.

Indelen in partijen

Versie maart 2005

Om een zo doelmatig mogelijke verwerking te realiseren is het van belang dat, indien relevant, een partij-indeling wordt gemaakt. Een project dient u zodanig in partijen in te delen dat elke partij (binnen bepaalde marges) redelijk homogeen is zowel voor wat betreft grondsoort als verontreinigingen, rekening houdend met de verwerkingsmogelijkheden. De wijze van indelen kan in sterke mate de kosten van verwerken beïnvloeden. Hoe beter de indeling, hoe goedkoper de verwerking. Als handleiding is het navolgende opgesteld hetgeen tevens fungeert als aanvulling op de toelichting formulier aanvraag verklaring verontreinigde grond.

Voor de indeling geldt dat deze niet alleen theoretisch, maar ook praktisch uitvoerbaar moet zijn. Voorwaarden tijdens de sanering hiervoor zijn veelal:

  • milieukundige begeleiding;

  • depotvorming (op of nabij de locatie);

  • en aanvullende bemonstering.

Grote projecten

Voor grote projecten raden wij u aan om voorafgaand aan de aanvraag over de wijze van indelen in overleg te treden met Bodem+.

Homogene eenheden

De locatie dient u in te delen in homogene eenheden: de partijen. Bij de indeling van partijen dient u achtereenvolgens rekening te houden met:

  • 1.

    grondsoort

  • 2.

    verontreinigingsgraad:

    • a.

      categorieën;

    • b.

      zware metalen;

    • c.

      asbest;

    • d.

      overige verontreinigingen.

Daarnaast is het zinvol om rekening te houden met gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval (de Europese lijst van gevaarlijke afvalstoffen).

1
Indelen op grondsoort

Te onderscheiden bodemlagen/grondsoorten geven meestal een verschil in aard en mate van verontreiniging en daarmee ook een verschil in verwerkingsmogelijkheden. De hoeveelheid fijne delen van de grond is met name van belang voor het bepalen van de reinigingskosten en de keuze van de reinigingstechnieken. Voor hergebruik is de fysische samenstelling van de grond evenwel ook van belang.

Minder dan 20% fijne delen (fractie < 32 tot 63 μm)

Des te minder fijne delen de grond bevat des te minder residu ontstaat bij natte of ‘extractieve’ reiniging. Grond met minder dan 20% aan fijne delen is in het algemeen nat reinigbaar. Zwak siltig, matig siltig en kleiig zand kan daarom vrijwel altijd nat worden gereinigd. De grondsoorten sterk siltig zand, uiterst siltig zand en sterk tot zwak zandige klei zijn mogelijk nat reinigbaar.

Meer dan 20% fijne delen (fractie < 32 tot 63 μm)

Natte reiniging van grond met meer dan 20% aan fijne delen is over het algemeen minder doelmatig. Bij thermische reiniging is de hoeveelheid fijne delen in mindere mate van belang; deze is wel bepalend voor de doorvoersnelheid in de installatie en in samenhang met het vochtgehalte de belangrijkste kostenfactor.

Bijmengingen

De aanwezigheid van puin en/of afval kan de kosten en/of het resultaat van de reiniging beïnvloeden. In veel gevallen verdient het daarom aanbeveling om puin en afval op de locatie af te zeven op maximaal 32 mm. Als afzeven niet mogelijk is, dan een indeling maken van partijen mèt en partijen zonder puin en/of afval. Partijen met meer dan 50% bodemvreemd materiaal niet aanmelden.

2
Indelen op verontreinigingsgraad

a
Categorieën

Schone grond (< samenstellingswaarden schone grond uit bijlage 1 van het Bouwstoffenbesluit (Bsb)) is multifunctioneel toepasbaar. Categorie 1-grond is ongeïsoleerd toepasbaar. Categorie 2-grond is geïsoleerd toepasbaar. Alle overige grond dient te worden gereinigd of gestort. Voor de definities van schone grond, categorie 1-grond en categorie 2-grond zie de brochure ‘Indelen in categorieën’.

b
Zware metalen

Na de indeling op grondsoort en categorieën is voor de verontreinigde grond een indeling nodig op zware metaalgehalten om een beoordeling van de reinigingsmogelijkheden mogelijk te maken. Bij deze indeling spelen de samenstellingswaarden voor schone grond (bijlage 1 Bsb) en samenstellingswaarden voor herbruikbare grond (bijlage 2 Bsb) een belangrijke rol.

De volgende partijen zijn te onderscheiden:

  • 1.

    gehalte aan zware metalen onder de samenstellingswaarden schone grond (bijlage 1 Bsb);

  • 2.

    gehalte aan zware metalen onder de samenstellingswaarden herbruikbare grond (bijlage 2 Bsb);

  • 3.

    gehalte aan zware metalen boven de samenstellingswaarden herbruikbare grond (bijlage 2 Bsb).

c
Asbest

Na indeling op grondsoort en categorieën is voor verontreinigde asbesthoudende grond een indeling nodig op asbestgehalten om een beoordeling van de reinigingsmogelijkheden te maken. Bij deze indeling spelen de restconcentratienorm voor asbesthoudende grond (100 mg/kg droge stof gewogen) en de interventiewaarde voor asbesthoudende grond (eveneens 100 mg/kg droge stof gewogen) een belangrijke rol. De restconcentratienorm en interventiewaarde voor asbesthoudende grond, zijnde 100 mg/kg droge stof, betreft een gewogen norm. Deze gewogen norm kan worden berekend op basis van de formule: 1 x serpentijnasbestgehalte + 10 x amfiboolasbestgehalte.

De volgende partijen zijn te onderscheiden:

  • 1.

    gewogen gehalte asbest onder de restconcentratienorm c.q. de interventiewaarde;

  • 2.

    gewogen gehalte asbest gelijk aan of boven de restconcentratienorm c.q. de interventiewaarde.

d
Overige verontreinigingen

De verwerkingskosten van thermische reiniging nemen stapsgewijs toe voor olie, PAK/cyanide en chloorkoolwaterstoffen (CKW’s). Daarom dient de verontreinigde grond te worden onderscheiden (na de indeling op zware metalen) in partijen verontreinigd met alleen olie (PAK < 50mg/kg ds., cyanide < 25mg/kg ds., CKW’s < 20mg/kg ds.), partijen met PAK > 50mg/kg ds. en/of cyanide > 25mg/kg ds. (al dan niet met olie doch zonder CKW’s > 20mg/kg ds.) en partijen met CKW’s > 20mg/kg ds. (al dan niet met olie en/of PAK en/of cyanide); anders gelden voor de gehele partij de hoogste verwerkingskosten.

Voor natte reiniging nemen de reinigingskosten toe als de verontreinigingen meer dan een factor 5 boven de samenstellingswaarden herbruikbare grond (bijlage 2 Bsb) liggen. Daarom dient de verontreinigde grond te worden onderscheiden (na het indelen op zware metalen) in grond met verontreinigingen beneden 5 maal de samenstellingswaarde herbruikbare grond en grond met verontreinigingen boven 5 maal de samenstellingswaarde herbruikbare grond.

Informatie geldend op 10-02-2017

Regelgeving die op dit bijlage is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit bijlage als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit bijlage

  1. Beleidsregels verontreinigde grond Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen

    artikel: 1, 8

Overzicht van wijzigingen voor dit bijlage

(10-02-2017)


Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

10-07-2005

nieuwe-regeling

15-06-2005

Stcrt. 2005, 130

15-06-2005

Stcrt. 2005, 130