Artikel 2.2 lid 2 Wabo geeft de mogelijkheid aan gemeenten ook zelf vergunnings- of ontheffingsstelsels in de omgevingsvergunning te integreren, mits het projecten betreft die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving.
In de memorie van toelichting op de Wabo
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 30 844, nr. 3, p. 95.
is daarbij aangegeven dat dit geen ongeclausuleerde mogelijkheid mag bieden om bij verordening onderdelen aan de omgevingsvergunning toe te voegen. Het Rijk wil immers dereguleren en niet onnodig reguleren. Ook houdt het Rijk de optie open om activiteiten waarvoor bij verordeningen nieuwe vergunningstelsels zijn ingesteld op te nemen in lid 1 van artikel 2.2 en daarmee die integratie af te dwingen.
Gelet op artikel 2.25 Wabo moet de omgevingsvergunning een zaakgebonden karakter hebben en dus niet gericht zijn op enige beoordeling van de persoon van de aanvrager of houder van de vergunning of ontheffing. Let wel, dit staat los van de bevoegdheid om bij AMvB categorieën gevallen aan te wijzen, waarin de omgevingsvergunning slechts geldt voor degene aan wie zij is verleend (artikel 2.25 lid 3 Wabo). Dit impliceert dat bijvoorbeeld de exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf (artikel 3:4 model-APV) geen onderdeel uit kan maken van de omgevingsvergunning. Die exploitatievergunning wordt namelijk verleend, gelet op persoonlijke eisen aan de exploitant.
Een voorbeeld van een stelsel dat mogelijk wel kan worden geïntegreerd in de omgevingsvergunning is de toestemming voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan (artikel 2:10 model-APV). In dat artikel is het volgende bepaald:
‘het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als (…); het bevoegd bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.’
Om zo’n ontheffing te integreren in de omgevingsvergunning, moet de gemeenteraad in de APV vastleggen dat een omgevingsvergunning noodzakelijk is voor deze activiteit (zie ook artikel 6.1 lid 5 Wabo).