Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De vergunningverlener mag de omgevingsvergunning alleen verlenen als de vergunningaanvraag van de initiatiefnemer de volgende aspecten bevat799 en als wordt voldaan aan de volgende criteria:800

Hoog niveau van bescherming hele milieu bereiken

De activiteit mag geen uitstoot (in vaktaal: emissies) in de lucht, het water en de bodem veroorzaken.801 Ook mag er geen afval ontstaan. Als dit niet mogelijk is, moet het bedrijf de uitstoot of het afval beperken. Dat is nodig om een hoog niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel te bereiken.

Het bedrijf moet de milieuverontreiniging door zijn activiteit integraal voorkomen of beperken. Door deze beoordelingsregel ligt de nadruk op een integrale aanpak. Dus de vergunningverlener beoordeelt de milieugevolgen van verschillende milieuthema's in samenhang. Voorbeelden van milieuthema's zijn lucht, water, bodem en energiegebruik.

Let op: het begrip ‘milieuverontreiniging’ heeft een brede toepassing. Ook onderwerpen als warmte en elektromagnetische straling vallen hieronder.

Alle passende preventieve maatregelen treffen

Het bedrijf moet alle passende preventieve maatregelen nemen. Dit zijn maatregelen die milieuverontreiniging voorkómen. Bijvoorbeeld door voor de start van een activiteit de ramen te sluiten om geurhinder te voorkomen. Of door vooraf zorgvuldig de benodigde hoeveelheid materiaal te inventariseren. Zo kan het bedrijf het ontstaan van afvalstoffen zoveel mogelijk voorkomen.

De beste beschikbare technieken toepassen

Het bedrijf moet de beste beschikbare technieken (BBT) toepassen om de leefomgeving te beschermen. De vergunningverlener houdt bij de beoordeling rekening met:802

Let op: dit is dus niet hetzelfde als de informatiedocumenten voor de beoordeling van de vergunningaanvraag (bijlage XVIII, onderdeel B Bkl).

Er zijn niet altijd BBT-conclusies voor een (deel van een) activiteit of type productieproces beschikbaar. Ook kan het voorkomen dat een BBT-conclusie niet alle mogelijke milieueffecten van de activiteit of het proces behandelt. In deze gevallen moet de vergunningverlener zelf bepalen wat de BBT zijn.803

Energie doelmatig gebruiken

Het bedrijf moet bij het uitvoeren van de milieubelastende activiteit de benodigde energie doelmatig gebruiken. Dit betekent dat het bedrijf energieverspilling zoveel mogelijk moet voorkomen. De vergunningverlener beoordeelt hierop de vergunningaanvraag.

Geen significante milieuverontreiniging veroorzaken

Een milieubelastende activiteit mag geen aanzienlijke (in vaktaal: significante) milieuverontreiniging veroorzaken. De wet geeft niet aan wat een significante verontreiniging is. De vergunningverlener beoordeelt wanneer dit het geval is. Daarbij kijkt de vergunningverlener naar de gevolgen die de activiteit kan veroorzaken voor het milieu, de gezondheid en de veiligheid.

Beoordeling gaat ook over te verwachten ontwikkelingen.

Maatregelen treffen tegen ongevallen

Het bedrijf moet alle nodige maatregelen treffen om ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan te beperken. Arbeidsveiligheid valt hier overigens niet onder. Want die is geen onderdeel van de fysieke leefomgeving.

Het Bkl geeft aan waar het bedrijf bij het nemen van maatregelen in ieder geval rekening mee moet houden. Bij maatregelen voor risico’s van branden, rampen en crises gaat het in ieder geval om:804805

Bij maatregelen om ongevallen te voorkomen of te beperken houdt het bedrijf in ieder geval rekening met:806

Maatregelen bij einde milieubelastende activiteit treffen

Bij het einde van de milieubelastende activiteit moet het bedrijf maatregelen nemen om milieuverontreiniging van het terrein te voorkomen of te beperken.

Bij de definitieve beëindiging van de milieubelastende activiteit worden de nodige maatregelen getroffen om elk risico van milieuverontreiniging door de activiteit voor het terrein waarop de activiteit werd verricht, te voorkomen of te beperken, als dat nodig is om dat terrein weer geschikt te maken voor toekomstig (ander) gebruik.807

De vergunningverlener kan hiervoor voorschriften opnemen in de vergunning.

799 Deze aspecten staan in artikel 8.9 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

800 Artikel 8.9 (beoordelingsregels milieubelastende activiteit algemeen) Besluit kwaliteit leefomgeving.

801 Zie: De Nederlandse emissies naar lucht, water en bodem; http://www.emissieregistratie.nl/erpubliek/bumper.nl.aspx.

802 Artikel 8.10 (bepalen beste beschikbare technieken) Besluit kwaliteit leefomgeving.

803 Hierbij houdt de vergunningverlener rekening met de criteria uit artikel 8.10 lid 2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

804 Artikel 8.10a Besluit kwaliteit leefomgeving.

805 Zoals bedoeld in artikel 10, onder a en b, Wet veiligheidsregio's.

806 Artikel 8.10a (bepalen maatregelen in verband met ongevallen) Besluit kwaliteit leefomgeving.

807 Artikel 8.9 (beoordelingsregels milieubelastende activiteit algemeen), eerste lid, onder h Besluit kwaliteit leefomgeving.