Op grond van art. 8.19 Wm kon het bevoegd gezag verklaren dat voor bepaalde milieuneutrale veranderingen van een inrichting geen wijziging van de milieuvergunning op grond van art. 8.1 Wm nodig is. Het gevolg daarvan is dat de bestaande milieuvergunning voor de betrokken inrichting ook geldt voor de gemelde veranderingen.
Art. 1.2b Invoeringswet Wabo stelt voor bestaande gevallen zeker dat daarin na de inwerkingtreding van de Wabo geen verandering komt. Een omgevingsvergunning voor de betrokken inrichting geldt dus ook voor veranderingen die voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Wabo zijn toegelaten met de procedure van art. 8.19 Wm.
Lopende procedures van veranderingen die voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Wabo zijn gemeld worden afgehandeld conform oud recht. Als vervolgens een besluit wordt genomen inhoudende een verklaring als bedoeld in art. 8.19 Wm dat deze veranderingen kunnen worden toegestaan zonder dat de vergunning hoeft te worden gewijzigd, vallen ook deze veranderingen, nadat het besluit onherroepelijk is geworden, onder de werking van de betrokken omgevingsvergunning.