Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Valse verklaring: Een verklaring in de zin van art. 2. 87 lid 1 sub h Aanbestedingswet 2012: “De inschrijver of gegadigde heeft zich in ernstige mate schuldig gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van gronden voor uitsluiting of het voldoen aan de geschiktheidseisen of heeft die informatie achtergehouden, dan wel was niet in staat de ondersteunende documenten, bedoeld in de artikelen 2.101 en 2.102, over te leggen.” Wet: Art. 2.87 lid 1 sub h Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Midden-Nederland 3 maart 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:1076, r.o. 5.15: “Gezien het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat KPN zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan het afleggen van een valse verklaring als bedoeld in artikel 2.87 lid 1, onderdeel e, Aw. Nu voor het toepassen van een proportionaliteitstoets ten aanzien van deze uitsluitingsgrond geen ruimte bestaat, had de gemeente de inschrijving van KPN op die grond moeten uitsluiten. De voorlopige gunningsbeslissing van 3 november 2016 kan daarom niet in stand blijven. […]”

Varec: Korte benaming van het arrest HvJ EG 14 februari 2008 in zaak C-450/06 (Varec). Onder meer relevant in verband met bedrijfsgeheimen en vertrouwelijke informatie.

Variant van de aanbestedende dienst: Een inschrijvingsmogelijkheid, voorgesteld door de aanbestedende dienst. Wet: Art. 2.83 Aanbestedingswet 2012.

Variant van de inschrijver: Een alternatieve inschrijving (aanbieding) voorgesteld door de inschrijver. Wet: Art. 2.83 Aanbestedingswet 2012.

Vaste jurisprudentie: Bestendige lijn in de jurisprudentie (die door rechters (dus) gevolgd wordt).

Vaste prijs (1): Door de aanbestedende dienst vastgestelde prijs (vergoeding) in een aanbestedingsprocedure. Op prijs wordt (zodoende) niet geconcurreerd. Richtlijn: Art. 67 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU. Jur: Rechtbank Den Haag 12 januari 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:4854, r.o. 4.2: “Artikel 1.4 Aw is wel op onderhavige aanbesteding van toepassing. Ingevolge lid 2 van dit artikel dient een aanbestedende dienst zorg te dragen voor het leveren van zo veel mogelijk maatschappelijke waarde voor de voor de publieke middelen bij het sluiten van de overeenkomst die aanleiding vormt voor de aanbestedingsprocedure. Anders dan [eiseres] betoogt (althans lijkt te betogen) impliceert dit niet dat inschrijvers in een aanbestedingsprocedure zich moeten kunnen onderscheiden op de prijscomponent. Uit dit artikel kan niet (in algemene zin) worden afgeleid dat een aanbesteding met een vaste prijs niet toelaatbaar is. Zoals het CJIB terecht aanvoert kan zo veel mogelijk maatschappelijke waarde ook worden gerealiseerd door inschrijvers te vragen voor het beschikbare vaste tarief zoveel mogelijk maatschappelijke waarde te leveren. […]”

Vaste prijs (2): De vaststaande vergoeding als vastgelegd in de overeenkomst.

Vasthouden aan eigen (spel)regels: Eigen aanbestedingsprocedureregels naleven. Jur: HvJ EU 10 oktober 2013 in zaak C-336/12 (Manova), r.o. 40: “Evenwel moet worden gepreciseerd dat dit anders zou zijn indien volgens de aanbestedingsstukken het ontbrekende stuk of de ontbrekende informatie op straffe van uitsluiting moet worden verstrekt. Een aanbestedende dienst dient immers nauwgezet de door hemzelf vastgestelde criteria in acht te nemen […].”

VCA: VGM (Veiligheid Gezondheid en Milieu) Checklist Aannemers. Bekend met 1 ster (*) of met twee sterren (**). Jur: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30 april 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:2952, r.o. 4.3: “Op grond van het eerste lid van artikel 2.96 is de gemeente bevoegd om van de inschrijvers een schriftelijke verklaring, afgegeven door een gecertificeerde instantie, te verlangen, zoals een VCA*-certificaat. Dat is niet in geschil. Op grond van het tweede lid is de gemeente verplicht om gelijkwaardige certificaten van andere instanties te aanvaarden. In de laatste zin van het tweede lid wordt zelfs voorgeschreven dat de gemeente niet alleen certificaten van bevoegde instanties moet accepteren maar ook andere bewijzen waaruit blijkt dat de inschrijvers gelijkwaardige maatregelen op het betreffende kwaliteitsgebied hebben genomen.”

Veiligheidsopdrachten: Opdrachten op het gebied van leveringen, werken en diensten die niet specifiek militair zijn, maar een gevoelig karakter hebben. Om de opdracht te kwalificeren als ‘gevoelig’ moet het opdrachten betreffen die bestemd zijn voor veiligheidsdoeleinden waarvoor gerubriceerde gegevens noodzakelijk zijn of die gerubriceerde gegevens bevatten. Veiligheidsdoeleinden zijn bijvoorbeeld bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad, grensbewaking en crisisbeheersing. Wet: Art. 2.2 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 6.10.3.

Veiligheidsventiel: Remedie in verband met voorziene en onvoorziene risico’s. Jur: Rechtbank Limburg 2 juli 2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:6210, r.o. 4.24: “Uit de Gids Proportionaliteit volgt dat voor de beoordeling van de proportionaliteit van individuele contractsbepalingen ook relevant is wat gebruikelijk is in de markt. In dit geding hebben de Gemeentes noch de Combinatie concrete voorbeelden van in de markt gebruikte veiligheidsventielen overgelegd. Dat een ventiel alleen zou kunnen worden gevonden in ter beschikking stellen van extra middelen is, zoals de Combinatie bij dagvaarding lijkt te suggereren, is in ieder geval niet aannemelijk in het kader van de leer van de wezenlijke wijziging. Uit het voorschrift en de toelichting van de Gids Proportionaliteit, noch uit r.o. 28 van het arrest van het gerechtshof Den Haag vloeit voort dat het veiligheidsventiel gericht moet zijn op continueren van de contractrelatie. Artikel 4 Overeenkomst legt de gevolgen van de onvoorziene risico’s, indien niet tot overeenstemming over de beheersmaatregelen wordt gekomen, bij beide partijen. […]”

Vendée-arrest: Korte benaming van het arrest HvJ EG 5 oktober 2000 in zaak C-16/98 (Commissie/Frankrijk), relevant ter zake van ‘knippen’ en/of ‘één werk’.

Vendor Appraisal: Leveranciersbeoordeling voorafgaand aan een contract.

Vendor lock: De situatie waarbij de aanbestedende dienst geheel afhankelijk van een leverancier voor producten en diensten is, omdat hij niet in staat is om van leverancier te veranderen zonder substantiële omschakelingskosten of ongemak. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 8.9.

Verband houden met het voorwerp van de opdracht: Een van de fundamentele voorschriften van het aanbestedingsrecht: specificaties, voorwaarden, facultatieve uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en gunningscriteria moeten een directe relatie met het voorwerp van de opdracht hebben. Wet: Artt. 1.10, 1.13, 2.75, 2.76, 2.78, 2.80, 2.83, 2.90, 2.91 en 2.115 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Rotterdam 26 mei 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:3974, r.o. 4.2: “De voorzieningenrechter overweegt dat aan het Samenwerkingsverband een ruime vrijheid toekomt bij het bepalen van de gunningscriteria voor de door haar uitgeschreven opdracht. Het Samenwerkingsverband kan daarbij kiezen welke gunningscriteria zij willen toepassen. Die keuze mag echter geen betrekking hebben op andere criteria dan die welke strekken tot bepaling van de economisch voordeligste aanbieding. In die zin moeten de gunningscriteria verband houden met het voorwerp van de opdracht. […]” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 130.

Verbintenis: Een rechtsverhouding krachtens welke de ene partij (schuldenaar of debiteur) een prestatie verschuldigd is aan de andere partij (schuldeiser of crediteur).

Verbod van détournement de pouvoir: Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat voorschrijft dat een bestuursorgaan de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet gebruikt voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Wet: Art. 3:3 Awb. Jur: Hof Arnhem-Leeuwarden 10 mei 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3617, r.o. 9.12: “De Gemeenten zijn gehouden om conform de publiekrechtelijke wetgeving te handelen, ook wanneer zij privaatrechtelijk handelen. Dit gold reeds onder de vigeur het oude Burgerlijk Wetboek (Amsterdam/Ikon, HR 27 maart 1987, NJ 1987, 727), en is gecodificeerd in artikel 3:14 BW en artikel 3.1 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht. De stelling van de Gemeenten dat het verbod op détournement de pouvoir geen betekenis heeft in het privaatrecht, wordt door het hof dan ook niet onderschreven. De Gemeenten hebben met het opnemen van de PGB-voorwaarden in het bestek in strijd gehandeld met de Wmo 2015 en hebben daarbij, gelijk de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld, onrechtmatig gehandeld door hun bevoegdheid om voorwaarden te stellen aan het inkopen van ZIN-zorg aan te wenden voor een ander doel dan waarvoor deze bevoegdheid is verleend.” Lit: Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male 2014: hoofdstuk 7, § 5, nr. 47.

Verbonden ondernemingen: Binnen een groep of concern gelieerde ondernemingen. Jur: HvJ EG 19 mei 2009 in zaak C-538/07 (Assitur), r.o. 28: “De systematische uitsluiting van verbonden ondernemingen van het recht om aan eenzelfde procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht deel te nemen, gaat evenwel in tegen een doeltreffende toepassing van het gemeenschapsrecht. Een dergelijke oplossing leidt immers tot een aanzienlijke vermindering van de mededinging op gemeenschapsniveau.

Verduidelijking vragen: Een aanbestedende dienst kan (onder voorwaarden) een ondernemer vragen om zijn inschrijving of verzoek om deelneming nader toe te lichten of aan te vullen. Wet: Art. 2.55 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Noord-Holland 14 juli 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:6570, r.o. 4.10: “Gelet op de voor het handelen van de aanbestedende dienst geldende beginselen van zorgvuldigheid en proportionaliteit ontstond voor de Provincie in ieder geval een verplichting om opheldering te zoeken toen zij kennis nam van de mededeling in de brief van de Combinatie van 28 april 2016 dat de beleidsadviezen die AT Osborne had gegeven vanwege de politieke sensitiviteit niet in het schriftelijke rapport waren opgenomen. […]”

Vereenzelviging: De, niet algemeen aanvaarde, gedachte, dat een rechtspersoon onder omstandigheden voor de toepassing van de aanbestedingsregels gelijk moet worden gesteld aan de groepsmaatschappij die wel een aanbestedende dienst is. Lit: Van Nouhuys en Van Blaaderen 2017: blz. 156 e.v. Lombert 2018: blz. 11 e.v.

Verificatie: (Nauwgezette) controle van de inschrijver die voor gunning in aanmerking komt (lijkt te komen).

Verifiklooien: Af- en aanklooien in de verificatiefase volgens https://keesvandewater.blogspot.com/2016/07/verifiklooien.html.

Verklaring van de Belastingdienst: Document waarmee kan worden aangetoond, dat de uitsluitingsgrond, bedoeld in art. 2.86 lid 4 of art. 2.87 lid 1 onderdeel j Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing is. Wet: Art. 2.89 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Oost-Brabant 14 januari 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:166, r.o. 4.8: “Het door Brein voorgestane herstel door het accepteren van de verklaring van de belastingdienst van 27 september 2018 kan niet worden aangemerkt als een eenvoudig herstel in de hiervoor in 4.7. bedoelde zin omdat niet kan worden gezegd dat het dan om een eenvoudige precisering zou gaan. Het zou strijd opleveren met het gelijkheidsbeginsel indien Brein in de gelegenheid zou worden gesteld haar inschrijving te herstellen met een verklaring van de belastingdienst die op het moment van inschrijving op 7 september 2018 in het geheel niet bestond. Herstel zou alleen zijn toegestaan als het een verklaring betreft die dateert van vóór de datum van inschrijving.”

Verklaring voor recht: Een vordering die bij de civiele rechter kan worden ingesteld om een positie of een omstandigheid te duiden en vast te stellen.

Verkoop van grond: Het ‘sec’ of ‘kaal’ verkopen van grond. Jur: HvJ EG 25 maart 2010 in zaak C-451/08 (Helmut Müller GmbH), r.o. 41: “Van meet af aan dient te worden gepreciseerd dat de verkoop van een onbebouwd of bebouwd kavel door een overheidsinstantie aan een onderneming geen overheidsopdracht voor werken in de zin van artikel 1, lid 2, sub b, van richtlijn 2004/18 vormt. In het kader van een dergelijke opdracht moet de overheidsinstantie immers optreden als koper en niet als verkoper. Bovendien moet een dergelijke opdracht betrekking hebben op de uitvoering van werken.”

Verkoop van onroerend goed: Rechtbank Gelderland 4 november 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:6736, r.o. 4.1 gedeeltelijk: “Het gaat hier om de verkoop van onroerend goed waarvoor de gemeente een openbare inschrijvingsprocedure heeft gevolgd, waarop gegadigden zich konden inschrijven. De bepalingen van de Aanbestedingswet zijn daarop niet van toepassing. […]”

Verkoopvoorwaarden: Algemene voorwaarden in de zin van Boek 6, Titel 5, afdeling 3 BW die zijn opgesteld door de ondernemer.

Verlicht aanbestedingsregime: Aanbestedingsregime waarbij niet alle procedurevoorschriften van een reguliere openbare aanbestedingsprocedure in acht hoeven te worden genomen. Voorbeeld: Artt. 2.38 en 2.39 Aanbestedingswet 2012 (‘Bijzondere voorschriften betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten voor sociale en andere specifieke diensten’).

Vernietigbaar: Onder omstandigheden is een als resultaat van een gunningsbeslissing gesloten overeenkomst in rechte vernietigbaar. Bijvoorbeeld wanneer de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf, in strijd met deel 2 of deel 3 van de Aanbestedingswet 2012, de overeenkomst heeft gesloten zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht in het Publicatieblad van de Europese Unie (art. 4.15 lid 1 sub a Aanbestedingswet). Vergelijk met ‘nietig’. Wet: Afdeling 4.3.1 Aanbestedingswet 2012. Zie ook nietig.

Vernietiging: Mogelijkheid van beëindiging van een overeenkomst, bijvoorbeeld op grond van art. 3: 44 BW.

Verordening (EEG, EURATOM) nr. 1182/71: Verordening van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn ter zake aanvangs- en vervaltermijnen.

Verordening (EG) nr. 213/2008: Verordening van de Commissie van 28 november 2007 ter herziening van de CPV, PbEU L 74 van 15 maart 2008. Zie ook CPV-verordening.

Verplichte uitsluitingsgronden: Zie Dwingende uitsluitingsgronden.

Verschillende opdrachten: Van elkaar te onderscheiden overheidsopdrachten. Jur: HvJ EU 7 juli 2016 in zaak C-129/15 (H.M./ADFI), r.o. 25: “Aangezien aan deze voorwaarden niet is voldaan, moet het bedrag van elk van deze leveringen afzonderlijk in aanmerking worden genomen en ligt de waarde van de verschillende opdrachten die in het hoofdgeding aan de orde zijn derhalve noodzakelijkerwijze beduidend lager dan die drempel.”

Verticale samenwerking: In de praktijk gebruikt begrip voor de samenwerking door middel van afzonderlijke rechtspersonen (quasi in house). Wet: Art. 2.24a lid 1 Aanbestedingswet 2012. Jur: HvJ EG 18 november 1999 in zaak C-107/98 (Teckal), r.o. 50: “Volgens artikel 1, sub a, van richtlijn 93/36 volstaat daartoe in beginsel, dat de overeenkomst is gesloten tussen een territoriaal lichaam en een persoon die daar rechtens van onderscheiden is. Dit zou slechts anders zijn wanneer het territoriale lichaam op de betrokken persoon toezicht uitoefent zoals op zijn eigen diensten en deze persoon tegelijkertijd het merendeel van zijn werkzaamheden verricht ten behoeve van het lichaam of de lichamen die hem beheersen.Lit: Par. 3.2 van het Werkdocument van de diensten van de Commissie betreffende de toepassing van het EU-aanbestedingsrecht op de betrekkingen tussen aanbestedende diensten (“publiek-publieke samenwerking”), SEC (2011) 1169 definitief van 04.10.2011.

Vertrouwelijke-aardeisen: Een aanbestedende dienst kan aan een ondernemer eisen stellen die tot doel hebben de vertrouwelijke aard van de informatie die de aanbestedende dienst gedurende de aanbestedingsprocedure beschikbaar stelt, te beschermen. Wet: Art. 2.57a Aanbestedingswet 2012.

Vertrouwelijke informatie: Door een ondernemer aan een aanbestedende dienst verstrekte vertrouwelijke informatie (die niet openbaar mag worden gemaakt). Wet: Art. 2.57 lid 1 Aanbestedingswet 2012. Jur: HvJ EG 14 februari 2008 in zaak C-450/06 (Varec), r.o. 36: “Daarenboven zijn de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten, zowel naar hun aard als volgens het stelsel van de gemeenschapswetgeving, gebaseerd op een vertrouwensrelatie tussen de aanbestedende diensten en de deelnemende economische subjecten. Deze laatsten moeten de aanbestedende diensten in het kader van de aanbestedingsprocedure in kennis kunnen stellen van alle nuttige informatie, zonder te hoeven vrezen dat laatstgenoemde aan derden gegevens meedelen waarvan de openbaarmaking voor hen nadelig zou kunnen zijn.”

Vertrouwelijke nota: Term die in de praktijk gebruikt wordt voor het document dat wordt uitgebracht op grond van het bepaalde in art. 2.53 lid 3 Aanbestedingswet 2012: “Een ondernemer kan de aanbestedende dienst verzoeken om bepaalde informatie niet in de nota van inlichtingen op te nemen indien openbaarmaking van deze informatie schade zou toebrengen aan de gerechtvaardigde economische belangen van de onderneming.”

Vertrouwensbeginsel: (Ongeschreven) algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat voorschrijft dat bestuursorganen gewekt vertrouwen niet mogen beschamen. Wie op goede gronden meende te mogen vertrouwen dat een bestuursorgaan een bepaald beleid zou voeren of een bepaald besluit zou nemen, wordt door het vertrouwensbeginsel beschermd. Jur: Rechtbank Den Haag 27 september 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:11584, r.o. 4.3: “Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat Rijkswaterstaat de opdracht niet aan Woudsend heeft gegund als ook dat Woudsend er niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat aan haar zou worden gegund. Bij dit laatste is ook van belang dat een aanbestedende dienst in ieder stadium van de procedure van opdrachtverlening kan afzien en dat op haar in beginsel geen rechtsplicht rust tot het sluiten van een overeenkomst. De omstandigheid dat Rijkswaterstaat de inschrijving van Woudsend eerder geldig achtte, maakt voorts niet dat Rijkswaterstaat, die ter zitting heeft gesteld dat zij daarbij een fout heeft gemaakt, dit niet meer recht zou mogen zetten of dat Woudsend er op mag vertrouwen dat Rijkswaterstaat op een foutief ingeslagen weg verder gaat. […]” Lit: Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male 2014: hoofdstuk 7, § 5, nrs. 40-44.

Vertrouwensrelatie: Vertrouwensrelatie tussen de aanbestedende diensten en de deelnemende economische subjecten (ondernemers). Jur: HvJ EG 14 februari 2008 in zaak C-450/06 (Varec), r.o. 36: “Daarenboven zijn de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten, zowel naar hun aard als volgens het stelsel van de gemeenschapswetgeving, gebaseerd op een vertrouwensrelatie tussen de aanbestedende diensten en de deelnemende economische subjecten. […]”

Vervaltermijn: In de aanbestedingsstukken opgenomen termijn waarbinnen gehandeld moet worden op straffe van verval van rechten (op straffe van rechtsverwerking). Jur: HvJ EU 12 maart 2015 in zaak C-538/13 (eVigilo), r.o. 51: “Volgens de rechtspraak van het Hof voldoet de vaststelling van redelijke beroepstermijnen op straffe van een verval van recht in beginsel aan het uit richtlijn 89/665 voortvloeiende vereiste van doeltreffendheid, daar deze de toepassing vormt van het grondbeginsel van rechtszekerheid. De volledige verwezenlijking van het doel van richtlijn 89/665 zou in gevaar worden gebracht indien het de gegadigden en de inschrijvers vrij zou staan op ieder moment van de aanbestedingsprocedure inbreuken op de regels voor het plaatsen van opdrachten op te werpen, waardoor de aanbestedende dienst verplicht zou worden om de volledige procedure opnieuw te beginnen om deze inbreuken te herstellen. […]”

Vervaltermijn bij voorselectie: ‘Alcateltermijn’ of ‘standstill-periode’ die wordt gehanteerd na afloop van de eerste fase van de niet-openbare procedure. Jur: Rechtbank Noord-Holland 30 januari 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:611, r.o. 4.4: “De voorzieningenrechter overweegt te dien aanzien als volgt. De hiervoor onder r.o. 2.3 weergegeven vervaltermijn is een voor de selectiefase specifiek opgenomen contractuele vervaltermijn die naar geldend recht door een aanbesteder rechtsgeldig in zijn aanbestedingsstukken kan worden opgenomen. Na het verstrijken van deze termijn kan een selectiebeslissing in beginsel niet meer worden aangevochten. […]”

Vervanging onderaannemer: Tijdens de uitvoering van de overeenkomst een in de aanbestedingsprocedure voorgestelde onderaannemer vervangen. Jur: HvJ EG 13 april 2010 in zaak C-91/08 (Wall A-G), r.o. 39: “Een vervanging van een onderaannemer kan, zelfs indien de overeenkomst in deze mogelijkheid voorziet, in uitzonderlijke gevallen een dergelijke wijziging van een van de essentiële elementen van de concessieovereenkomst vormen wanneer de omstandigheid dat een beroep is gedaan op een bepaalde onderaannemer en niet op een andere, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de betrokken dienst, een beslissend element is geweest bij de sluiting van de overeenkomst, wat hoe dan ook door de verwijzende rechter dient te worden onderzocht.”

VEU: Het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Vier vrijheden: Zie Vrij-verkeerbepalingen.

VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

VNG-Model: VNG Model Inkoop- en aanbestedingsbeleid. Het Model is, als gevolg van een in 2010 tussen de Ministeries van EZ en BZK en de VNG gesloten convenant over de nadere invulling van het aanvullend (‘flankerend’) beleid met betrekking tot de Aanbestedingswet, na consultaties van gemeenten en branchevertegenwoordigers tot stand gekomen en beschrijft verschillende beleidsmaatregelen die een gemeente in staat stellen een professioneel inkoop- en aanbestedingsbeleid te realiseren. Het beoogt gemeenten een handvat te bieden om hun rol als professioneel opdrachtgever, inclusief het ambitieniveau, op een goede wijze in te vullen. Lit: Stuijts en Van de Water 2013.

VNG Model Algemene Inkoopvoorwaarden: De door de VNG ten behoeve van gemeenten opgestelde inkoopvoorwaarden. Jur: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 november 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:7530, r.o. 4.4: “[…] De voorzieningenrechter is van oordeel dat de gemeenten met dit antwoord duidelijk hebben aangegeven dat alle beperkingen van het BW van toepassing zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor de mogelijkheid tot matiging indien volledige schadevergoeding onaanvaardbaar is (artikel 6:109 BW), het beroep op eigen schuld (artikel 6:101 BW) en de beperking te vinden in artikel 6:98 BW. De voorzieningenrechter stelt dan ook vast dat de gemeenten geen verdergaande aansprakelijkheid dan die op grond van het BW als uitgangspunt nemen en deze vervolgens hebben gelimiteerd in artikel 14.2. Dat betekent dat de gemeenten, anders dan Canon stelt, geen ongelimiteerde aansprakelijkheid van de inschrijver verlangen, en in het bijzonder ook geen ongelimiteerde vrijwaring voor schade van derden verlangen. […]”

Voegen: Ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen voegen in de zin van zich te scharen aan de zijde van één van de procespartijen. Wet: Art. 217 Rv.

Volle toetsing: Niet-marginale toetsing. Jur: Rechtbank Gelderland 27 maart 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:2042, r.o. 4.13: “[…] De rechter dient zich bij zijn toetsing terughoudend op te stellen en slechts wanneer sprake is van klaarblijkelijke procedurele dan wel inhoudelijke onjuistheden en/of onduidelijkheden, die zouden kunnen meebrengen dat de beoordeling niet deugt, is plaats voor ingrijpen. De door KPN voorgestane ‘volle toetsing’ van de beoordeling van haar presentatie ontbeert in het licht van het voorgaande een wettelijke en/of jurisprudentiële basis en kan dan ook in deze procedure niet worden aangelegd. Een dergelijke ‘volle toetsing’ leidt er ook toe dat vertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie van de (andere) inschrijvers openbaar moet worden gemaakt, hetgeen de rechtmatige commerciële belangen van de ondernemingen kan schaden en/of afbreuk kan doen aan de eerlijke mededinging.”

Vonnis: Rechterlijke uitspraak van een (voorzieningenrechter van een) rechtbank.

Vooraankondiging: De vooraankondiging als bedoeld in § 2.3.2.1 Aanbestedingswet 2012. De vooraankondiging, dus te onderscheiden van de ‘aankondiging’, kan o.a. tot een verkorting van termijnen leiden (zie bijvoorbeeld art. 2.71 lid 5 Aanbestedingswet 2012). Wet: § 2.3.2.1 Aanbestedingswet 2012.

Voorbehouden opdrachten: De aanbestedende dienst kan de deelneming aan een procedure voor de gunning van een overheidsopdracht voorbehouden aan sociale werkplaatsen en aan ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen tot hoofddoel hebben, of de uitvoering ervan voorbehouden in het kader van programma’s voor beschermde arbeid, mits ten minste 30% van de werknemers van deze werkplaatsen, ondernemingen of programma’s gehandicapte of kansarme werknemers zijn. Wet: § 2.3.3.4 Aanbestedingswet 2012.

Voorkennis: Kennis omtrent de (overheids)opdracht, die leidt tot een ontoelaatbare kennisvoorsprong. Wet: Art. 1.10b Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Den Haag 7 januari 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:53, r.o. 3.2: “[…] Tussen partijen staat niet ter discussie dat Royal [X] met het oog op de onderhavige aanbesteding in opdracht van RWS een voorstudie heeft verricht. Het verrichten van deze voorstudie biedt naar het oordeel van de voorzieningenrechter, nog daargelaten de vraag naar de exacte inhoud van de voorstudie, als zodanig reeds voldoende rechtvaardiging voor het vermoeden van voorkennis als bedoeld in artikel 4.2 van het Selectiedocument. […]”

Voorlopige gunning: Gunning onder het voorbehoud dat de inschrijving voldoet aan alle gestelde voorwaarden en eisen. Voorlopige gunning houdt in dat de beoordeling van de inschrijvingen wordt uitgevoerd op basis van de ingediende inschrijvingen zonder dat daadwerkelijk is gecontroleerd of de inschrijvingen regelmatig zijn. Bij een relatieve beoordeling kan dat tot gevolg hebben, indien de beoogde ‘winnende’ inschrijving naderhand niet regelmatig is, dat er een herschikking van de rangorde plaats moet vinden. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 11.8.

Voorlopige voorziening: Ordemaatregel. Zie ook Kort geding.

Voornemen tot gunning: Mededeling van de gunningsbeslissing. Wet: Art. 2.127 t/m 2.130 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Den Haag 12 februari 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:1711, r.o. 4.6: “[…] Dit betoog van [eiseres] faalt reeds doordat blijkens § 3.3 van de aanbestedingsleidraad de inschrijvers schriftelijk over het voornemen tot gunning worden geïnformeerd en de e-mail en brief van 2 december 2013 niet een voornemen tot gunning behelzen. […]”

Voorovereenkomst: De overeenkomst tussen de aanbestedende dienst en ondernemers tijdens een aanbestedingsprocedure, zoals weleens wordt verondersteld, maar niet ‘algemeen aanvaard’.

Voorschriften Gids Proportionaliteit: Concrete in ‘zwart-cursief’ en met een cijfer (en letter) aangeduide voorschriften (3.3 A t/m 4.2) in de Gids Proportionaliteit. Wet: Artt. 1.10 lid 3, 1.13 lid 3 en 1.16 lid 3 Aanbestedingswet 2012 en art. 10 Aanbestedingsbesluit.

Voorselectie: In de praktijk gebruikte term voor de aanmeldingsfase van de procedures met voorselectie.

Voorwaardelijke aanbieding: Niet onvoorwaardelijke aanbieding (inschrijving). Een inschrijving onder voorwaarden. Jur: Hof Den Haag 12 juli 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2142, r.o. 16: “Het hof stelt voorop dat een aanbestedende partij, die heeft bepaald dat zij geen voorwaardelijke biedingen of biedingen onder voorbehoud accepteert, zekerheid moet hebben dat inschrijvingen onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud zijn gedaan. Alleen dan zijn de verschillende biedingen immers met elkaar vergelijkbaar. […]”

Voorwaardelijke inschrijving: Zie Voorwaardelijke aanbieding.

Voorwerp van de opdracht: Waar de overheidsopdracht met name (inhoudelijk en specifiek) over gaat. Onderwerp, aard en inhoud van de overheidsopdracht. Zie ook Hoofdvoorwerp van de opdracht.

Voorzieningenrechter: Rechter die recht spreekt in kort geding. Lit: Schotman 2018: blz. 39 e.v.

Vormvereisten: (Gestelde) Eisen aan de aanmelding en/of inschrijving. Jur: Rechtbank Den Haag 16 oktober 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:12464, r.o. 5.2: “[…] De Staat heeft onweersproken aangevoerd dat in de inschrijving van Capgemini een tabel is opgenomen die visueel gezien letters bevat met lettertype en -grootte Verdana 5. De stelling van Capgemini dat zij de tabel heeft opgemaakt in Verdana 9, doet daar niet aan af. De ratio van de vormvereisten is immers evident, namelijk het garanderen dat alle inschrijvers bij de beantwoording van de kwaliteitswensen effectief evenveel ruimte ter beschikking hebben voor hun antwoord. De vormvereisten zijn daarnaast expliciet van toepassing verklaard op afbeeldingen. Indien het zou zijn toegestaan om een in de voorgeschreven lettergrootte opgemaakte tabel als verkleinde afbeelding in de inschrijving op te nemen, zouden de vormvereisten geen enkel doel dienen en illusoir zijn.”

Vrijgesteld perceel: Een perceel dat niet hoeft te worden aanbesteed. Wet: Artt. 2.18 lid 3 en 2.19 lid 3 Aanbestedingswet 2012.

Vrij-verkeerbepalingen: In het VWEU opgenomen bepalingen ter zake de vier vrijheden: ‘vrij verkeer van personen’, ‘vrij verkeer van goederen’, ‘vrij verkeer van diensten’ en ‘vrij verkeer van kapitaal’. Ter zake het aanbestedingsrecht zijn met name relevant het vrije verkeer van goederen, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverlening, alsmede de daarvan afgeleide beginselen, zoals gelijke behandeling, niet-discriminatie, wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie. De Europese aanbestedingsregels zijn opgesteld om te waarborgen dat deze beginselen in de praktijk worden geëerbiedigd en dat overheidsopdrachten worden opengesteld voor mededinging.

Vrijwillige aanbesteding: Aanbestedingsprocedure die vrijwillig wordt gestart en doorlopen en dus niet omdat men ‘aanbestedingsplichtig’ is. Zie ook Private aanbesteding. Jur: Rechtbank Zwolle-Lelystad 27 december 2011, ECLI:NL:RBZLY:2011:BV9297, r.o. 7.3: “Gelet op het voorgaande moet het er dan ook voor worden gehouden dat Triade vrijwillig heeft gekozen voor het houden van een aanbesteding. Daarbij heeft te gelden dat partijen zich tegenover elkaar dienen te gedragen overeenkomstig de in de precontractuele fase geldende maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dienen deze maatstaven onder deze omstandigheden mede ingekleurd te worden door de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht, zoals het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel. […]”

Vrijwillige (ex ante) aankondiging vooraf: Zie Vrijwillige transparantie vooraf.

Vrijwillige transparantie vooraf: Vrijwillig een aankondig doen in verband met een voorgenomen gunning. Wet: Art. 4.16 lid 1 Aanbestedingswet 2012. Jur: HvJ EU 11 september 2014 in zaak C-19/13 (Ministero dell’Interno/Fastweb SpA), r.o. 48: “Deze rechtvaardiging moet duidelijk en ondubbelzinnig de redenen tot uitdrukking brengen waarom de aanbestedende dienst van mening is dat hij de opdracht kon gunnen zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht, zodat de belanghebbenden met volledige kennis van zaken kunnen bepalen of zij het nuttig achten om de zaak aanhangig te maken bij de beroepsinstantie, en deze laatste een daadwerkelijk toezicht kan uitoefenen.”

VWEU: Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.