A- en B-diensten: Onderscheid tussen dienstverleningsopdrachten dat de oude aanbestedingswetgeving voor de klassieke overheid (Richtlijn 2004/18/EG) en de nutssector (Richtlijn 2004/17/EG) kende. Voor A-diensten gold een volledig aanbestedingsregime en voor B-diensten een verlicht aanbestedingsregime. De Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied kent nog wel het onderscheid tussen A- en B-diensten. Wet: Art. 2.29 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied en bijlagen I en II van Richtlijn 2009/81/EG van 13 juli 2009. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 6.10.4.
Aanbesteden (1): Aankopen door middel van een overheidsopdracht van werken, leveringen of diensten, ongeacht of de werken, leveringen of diensten een openbare bestemming hebben of niet.
Aanbesteden (2): Het uitvoeren van een aanbestedingsprocedure.
Aanbesteden doe je zo: Het boek van Hein van der Horst en Mary-Ann Schenk, Vakmedianet 2018.
Aanbestedende dienst: De staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een publiekrechtelijke instelling dan wel een samenwerkingsverband van deze overheden of publiekrechtelijke instellingen. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012 en art. 1.1 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.
Aanbesteder: Begrip uit het ARW 2016 (art. 1.1.1 sub a). Zie Aanbestedende dienst.
Aanbesteding (1): Definitie uit Richtlijn 2014/24/EU: “De aankoop door middel van een overheidsopdracht van werken, leveringen of diensten door één of meer aanbestedende diensten van door deze aanbestedende diensten gekozen ondernemers, ongeacht of de werken, leveringen of diensten een openbare bestemming hebben of niet.” Richtlijn: artikel 1 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU.
Aanbesteding (2): Begrip dat in de praktijk wordt gebruikt om een aanbestedingsprocedure te duiden, bijvoorbeeld: “de aanbesteding leerlingenvervoer van de gemeente […]”.
Aanbesteding (3): Begrip dat in de praktijk wordt gebruikt om de uiterste datum en tijdstip van de aanbestedingsprocedure te duiden. Bijvoorbeeld: “de aanbesteding vindt plaats op 25 april 2019 om 14.00 uur”.
Aanbestedingsbeginselen: (Algemene) beginselen die gelden in het aanbestedingsrecht en in aanbestedingsprocedures. Wet: Hoofdstuk 1.2. Aanbestedingswet 2012 en hoofdstuk 1.2 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.
Aanbestedingsbesluit: Besluit van 24 juni 2016 tot wijziging van het Aanbestedingsbesluit in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU (Besluit wijziging Aanbestedingsbesluit inzake aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU), Staatsblad 2016, 242.
AanbestedingsCafé: Online ontmoetingsplaats voor aanbesteders (www.aanbestedingscafe.nl).
Aanbestedingsfunctie: De aanbestedingsfunctie omvat het verrichten van inkoopmarktonderzoek, de wijze van specificeren (technisch, functioneel), het ontwikkelen van een aanbestedingsstrategie, de keuze van de meest geëigende aanbestedingsprocedure, het opstellen van het aanbestedingsdocument dat onder meer bestaat uit een programma van eisen, selectie- en gunningscriteria en contractvoorwaarden, het toetsen van de aanbestedingsrechtelijke haalbaarheid, alsmede het beoordelen van leveranciersgegevens en offertes. Soms wordt ook het contracteren en het bewaken van de overeenkomst tot de aanbestedingsfunctie gerekend, wat behoort tot fase vier van het cyclisch inkoopproces. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 4.7.2.
Aanbestedingsplatform: Digitaal platform in verband met de uitvoering van aanbestedingsprocedures. Publiek: TenderNed. Privaat bijvoorbeeld: Negometrix en Aanbestedingskalender.nl.
Aanbestedingsprocedure: Een procedure betreffende de aankoop door middel van een overheidsopdracht van werken, leveringen of diensten door één of meer aanbestedende diensten van door deze aanbestedende diensten gekozen ondernemers, ongeacht of de werken, leveringen of diensten een openbare bestemming hebben of niet.
Aanbestedingsrecht: Het geheel van rechtsregels dat het gedrag van aanbestedende diensten rond de uitgifte van overheidsopdrachten voor het uitvoeren van werken, het leveren van goederen en het verrichten van diensten normeert. Lit: Pijnacker Hordijk, Van der Bend en Van Nouhuys 2009: blz. 1.
Aanbestedingsrecht in de praktijk: De Blog van Kees van de Water (https://keesvandewater.blogspot.com).
Aanbestedingsreglement: (Geheel van) procedurevoorschriften ter zake de uitvoering van (een) aanbestedingsprocedure(s), zoals bijvoorbeeld het ARW 2016.
Aanbestedingsstukken (1): Alle stukken die door de aanbestedende dienst of het nutsbedrijf worden opgesteld of vermeld ter omschrijving of bepaling van onderdelen van de aanbesteding of de procedure. Wet: art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Aanbestedingsstukken (2): Alle stukken die door de aanbestedende dienst worden opgesteld of vermeld ter omschrijving of bepaling van onderdelen van de aanbesteding of de procedure, met inbegrip van de aankondiging van opdracht, de vooraankondiging indien deze wordt gebruikt als oproep tot mededinging, de technische specificaties, het beschrijvende document, de voorgestelde contractvoorwaarden, formaten voor de aanbieding van documenten door gegadigden en inschrijvers, informatie over algemeen toepasselijke verplichtingen en alle aanvullende documenten. Richtlijn: Art. 2 lid 1 sub 13 Richtlijn 2014/24/EU.
Aanbestedingsvoorwaarden: De voorwaarden waaronder een aanbestedingsprocedure plaatsvindt.
Aanbestedingswet 2012: Aanbestedingswet 2012 van 1 november 2012, Staatsblad 2012, 542, gewijzigd bij Staatsblad 2016, 241 en Staatsblad 2018, 142 (leemtewet).
Aanbiedingsbrief: Begeleidende brief waarmee in het voorkomend geval de inschrijving aan de aanbestedende dienst wordt aangeboden. Jur: Hof Den Haag 12 juli 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2142, r.o. 16: “[…] Interparking heeft met het opnemen van een voorwaarde in de begeleidende brief, die haaks stond op de in het inschrijvingsbiljet voorgedrukte tekst dat de bieding onvoorwaardelijk was, zelf de situatie in het leven geroepen dat PGV geen zekerheid had dat Interparking haar bieding gestand zou willen doen als het parkeerbeleid zou wijzigen. Gelet op het voorgaande mocht PGV met recht de conclusie trekken dat Interparking geen onvoorwaardelijke bieding had gedaan en de inschrijving van Interparking om die reden ongeldig verklaren.”
Aanbod en aanvaarding: Verwijst (kort) naar artikel 6: 217 lid 1 BW: “Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.”
Aanhangig: “Het geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding” volgens artikel 125 lid 1 Rv. Wet: Art 125 lid 1 Rv. Jur: Rechtbank Den Haag 8 oktober 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:12506, r.o. 5.6: “Voor zover Manpower zich er op heeft beroepen dat de rechtbank haar de datum waarop het kort geding kan plaatsvinden te laat heeft doorgegeven, wordt ook dat bezwaar verworpen. Het is immers de eigen verantwoordelijkheid van Manpower om tijdig een datum voor een kort geding te verkrijgen, zo nodig middels het aan de advocaten bekende piketnummer, en vervolgens – binnen de Alcateltermijn – over te gaan tot dagvaarding […].”
Aankondiging (1): De publicatie (bekendmaking) van de voorgenomen overheidsopdracht op het elektronische systeem voor aanbestedingen, waarmee de aanbestedingsprocedure feitelijk start. Wet: § 2.3.2.2 Aanbestedingswet 2012 en Afdeling 2.3.2 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Jur: HvJ EG 10 mei 2012 in zaak C-368/10 (Europese Commissie/Koninkrijk der Nederlanden), r.o. 56: “Dienaangaande zij opgemerkt dat zowel het beginsel van gelijke behandeling als de daaruit voortvloeiende transparantieplicht vereisen dat het voorwerp en de gunningscriteria van overheidsopdrachten vanaf het begin van de aanbestedingsprocedure duidelijk worden omschreven […]”.
Aankondiging (2): Oproep tot mededinging. Wet: § 2.3.2.2 Aanbestedingswet 2012 en Afdeling 2.3.2 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.
Aankondiging achteraf: De aankondiging van een gegunde overheidsopdracht. Wet: Artt. 2.134 t/m 2.136 Aanbestedingswet 2012 en art. 2.215 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.
Aankoopcentrale: Een aanbestedende dienst die of speciale-sectorbedrijf dat een gecentraliseerde aankoopactiviteit en eventueel een aanvullende aankoopactiviteit verricht. Wet: Art. 1.1 en paragraaf 2.1.2.1a Aanbestedingswet 2012 en artt. 1.1 en 2.5 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.
Aanmelding: De aanmelding als gegadigde.
Aannemer: Eenieder die de uitvoering van werken op de markt aanbiedt. Wet: art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Aannemingssom: Het bedrag waarvoor de ondernemer zich heeft verbonden, de (overheids)opdracht uit te voeren (het werk, de levering of de dienst tot stand te zullen brengen). Ook (wel) ‘aanneemsom’ genoemd.
Aanvang opschortende termijn: De dag waarop de opschortende termijn (‘Alcatel-termijn’) een aanvang neemt. Wet: Art. 2.127 lid 2 Aanbestedingswet 2012. Jur: Hof Den Bosch 1 december 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4943, r.o. 6.24 gedeeltelijk: “In beginsel is de sanctie op het niet verstrekken van een voldoende gemotiveerde gunningsbeslissing dat de opschortende termijn als bedoeld in artikel 2:127 Aw niet is aangevangen. […]”
Aanvullende aankoopactiviteit: Een activiteit die bestaat uit het verlenen van ondersteuning aan een aankoopactiviteit, in het bijzonder op de volgende wijzen: a. door het beschikbaar stellen van technische infrastructuur die aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven in staat stelt overheidsopdrachten respectievelijk speciale-sectoropdrachten te plaatsen; b. door advisering over het verloop of de opzet van aanbestedingsprocedures; c. door voorbereiding en beheer van aanbestedingsprocedures namens en voor rekening van de betrokken aanbestedende dienst of het betrokken speciale-sectorbedrijf. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Aanvullende informatie: Tijdens de evaluatie van offertes kan blijken, dat deze bepaalde onduidelijkheden bevatten of niet geheel volledig zijn. Binnen bepaalde grenzen kan men aanvullende informatie opvragen. Lit: Pijnacker Hordijk, Van der Bend en Van Nouhuys 2009: blz. 464. Van der Horst en Schenk 2018: blz. 480.
Aanvullende motivering: Aanvulling van de (voorlopige) gunningsbeslissing. Jur: Rechtbank Gelderland 10 juni 2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:4344, r.o. 4.11: “[…] Het is op zichzelf juist dat een aanbestedende dienst in een aanvullende motivering geen nieuwe redenen mag aanvoeren. Een aanvulling op de al gegeven motivering is echter wel toegestaan en dat is wat Waterschap Rivierenland hier heeft gedaan (vgl. HR 7 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW92311.6 (KPN/Staat)). […]”
Aanvullende opdrachten: Opdrachten die niet in de oorspronkelijke opdracht stonden vermeld. Wet: artt. 2.33, 2.36, 2.163d, 3.37 en 3.38 Aanbestedingswet 2012 en artt. 2.24 en 2.25 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.
Aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid: Zie art. 6: 248 lid 1 BW: “Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.”
Abnormaal lage prijs: Aangeboden prijs waarvan de aanbestedende dienst moet vrezen voor een juiste uitvoering van de (overheids)opdracht. Wet: Art. 2.116 Aanbestedingswet 2012 en art. 2.107 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Jur: Rechtbank Rotterdam 6 april 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2607, r.o. 4.13: “Een aanbesteder heeft in beginsel niet de verplichting, maar slechts een bevoegdheid om een inschrijving met een abnormaal lage prijs uit te sluiten. Dit volgt uit voormelde wetstekst en uit bestendige jurisprudentie […]”. Lit: Van Garsse, Gheysens, Dankert en Lautenbag 2016, blz. 21 e.v. Van Romburgh 2017: blz. 126-127. Van der Horst en Schenk 2018: blz. 481-483.
Absolute beoordeling: Bij een absolute beoordeling wordt een inschrijving niet vergeleken met andere inschrijvingen en zijn de scores die een inschrijving krijgt niet afhankelijk van anderen. Bij het absoluut beoordelen bepaalt de aanbesteder een absolute schaal per gunningscriterium en kent hij op basis van deze schaal een score toe die onafhankelijk is van de andere offertes voor het desbetreffende gunningscriterium. Zie ook Rangordeparadox en Relatieve beoordeling. Lit: Kuiper 2016. Baeyens 2015: blz. 140 e.v. Van der Horst en Schenk 2018: par. 11.8. Baeyens en Van der Horst 2018: blz. 30 e.v. Van der Horst 2018: blz. 38-41. Plu en Telgen 2007.
ACM: Autoriteit Consument en Markt. Wet: Art. 2 lid 1 Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.
A-dienst: Zie A- en B-diensten.
Administratieve lasten: De met de totstandkoming van die overeenkomst samenhangende en daaruit voortvloeiende administratieve lasten (die beperkt moeten worden door de aanbestedende dienst). Wet: Art. 1.6 Aanbestedingswet 2012.
Administratieve lastenverlichting: Beperking van de administratieve lasten. Wet: Art. 1.6 Aanbestedingswet 2012.
Advies CvAe: Advies van de Commissie van Aanbestedingsexperts. Jur: Rechtbank Rotterdam 30 december 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:9802, r.o. 4.4 en 4.5: “4.4. Volgens HR heeft een aanbestedende dienst een verzwaarde motiveringsplicht indien enig advies van de CvAe niet wordt opgevolgd. De voorzieningenrechter onderschrijft dit niet. Geen rechtsregel noopt daartoe. De CvAe geeft op basis van juridische argumenten een advies, dat niet bindend is, noch voor partijen, noch voor de rechter. Voor zover een partij zich beroept op een advies van de CvAe is sprake van een beroep op de juridische argumenten in dat advies, welke argumenten op hun merites moeten worden beoordeeld. Een verzwaarde motiveringsplicht levert dit echter niet op. […]”
Af-fabriekprijs: De prijs die de producent voor een product vraagt als het de fabriek verlaat exclusief transportkosten (een leveringsconditie, waarbij het transport en alle bijkomende kosten voor rekening van de afnemer komen). Zie ook INCO-terms.
Afgewezen gegadigde: Gegadigde die niet wordt uitgenodigd voor de inschrijvingsfase van de procedures met voorselectie.
Afgewezen inschrijver: Inschrijver die niet voor gunning in aanmerking komt.
Afkondigen: In de praktijk gebruikte term in verband met het plaatsen van een aankondiging achteraf. Zie Aankondiging achteraf. Wet: Artt. 2.134 t/m 2.136 Aanbestedingswet 2012 en art. 2.215 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.
Afprijzen: Een prijsaanbieding doen. Voorbeeld: De inschrijver moet bepaalde posten afprijzen.
Afschrijven: Op schrift afwijzen van niet uit te nodigen gegadigden en niet gegunde inschrijvers.
Afstand-eis: Bestekseis in verband met een maximum-afstand. Jur: Rechtbank Limburg 27 juli 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:7572, r.o. 2.7: “In het deel Bijzondere bepalingen van het Beschrijvend document is bij perceel 3 ter zake de overslag- en/of verwerkingslocatie de volgende eis gesteld: 148. De afstand van de Markt 1 in Geleen tot aan de overslag- en/of verwerkingslocatie mag maximaal 20 kilometer bedragen (zie ook sub 27 voor boetebeding).”
AG: Afkorting voor ‘advocaat-generaal’. Een advocaat-generaal bij het EU Hof is een persoon die aan alle eisen moet voldoen, die ook voor rechters gelden. Zijn taak is niet om recht te spreken, maar om rechters een onafhankelijk advies te verstrekken. Dit advies moet deugdelijk gemotiveerd zijn en wordt in het jargon ‘een met redenen omklede conclusie’ genoemd.
Agreement on Government Procurement: De overeenkomst die op 15 april 1994 in het kader van General Agreement on Tariffs and Trade (GATT), thans WHO, in Marrakesh is ondertekend en op 1 januari 1996 in werking is getreden. Tot de ondertekenaars behoren onder meer de lidstaten van de Europese Unie, Canada, Hong Kong, IJsland, Israël, Japan, Korea, Liechtenstein, Noorwegen, Taiwan, Verenigde Staten en Zwitserland. GPA is van toepassing op overheidsopdrachten voor leveringen, werken en diensten. Ondernemingen uit de deelnemende landen hebben op basis van onderlinge wederkerigheid recht op het uitvoeren van overheidsopdrachten in andere deelnemende landen. Zie ook GPA. Wet: Art. 1.23 Aanbestedingswet 2012. Lit: Van Romburgh 2017: blz. 6. Van der Horst en Schenk 2018: par. 3.2.
Alcatel-arrest: Korte benaming van het arrest HvJ EG 28 oktober 1999 in zaak C-81/98 (Alcatel Austria A-G e.a./Bundesministerium für Wissenschaft und Verkehr), waaruit de ‘Alcatel-termijn’ is afgeleid: “Mitsdien moet artikel 2, lid 1, sub a en b, juncto lid 6, tweede alinea, van richtlijn 89/665 aldus worden uitgelegd, dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat tegen het aan het sluiten van de overeenkomst voorafgaande besluit waarbij de aanbestedende dienst kiest met welke inschrijver hij de overeenkomst wil sluiten, in elk geval beroep kan worden ingesteld waarin de verzoeker de nietigverklaring van dit besluit kan vorderen wanneer aan de voorwaarden daarvoor is voldaan, los van de mogelijkheid om na het sluiten van de overeenkomst schadevergoeding te verkrijgen.”
Alcateltermijn: Standstill-termijn van twintig dagen die de aanbestedende dienst in een Europese aanbestedingsprocedure in acht neemt voordat hij de met de gunningsbeslissing beoogde overeenkomst sluit. Wet: Art. 2.127 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Noord-Nederland 7 november 2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:5503, r.o. 4.6: “Naar het oordeel van de voorzieningenrechter brengt het gelijkheidsbeginsel en de precontractuele goede trouw mee dat de gemeente gehouden is inschrijvers een redelijke gelegenheid tot een effectieve rechtsbescherming te bieden. Zonder de mogelijkheid om het gunningsvoornemen van de aanbestedende dienst te laten heroverwegen door de aanbestedende dienst zelf dan wel te laten toetsen door de rechter, zijn de beginselen waaraan een aanbestedende dienst zich bij het volgen van een aanbestedingsprocedure (de beginselen ingevolge de Aanbestedingswet, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en/of de beginselen van de precontractuele goede trouw) dient te houden, illusoir.” Lit: Van Romburgh, Aanbestedingsrecht 2017: blz. 136.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb): (Geschreven en ongeschreven) fatsoensregels en normen, zoals bijvoorbeeld het fair-playbeginsel, het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel waaraan het handelen van bestuursorganen wordt getoetst, die hun oorsprong vinden in de jurisprudentie en/of zijn gecodificeerd in de Algemene wet bestuursrecht. Wet: Algemene wet bestuursrecht (Awb). Lit: Albers 2013: blz. 253 e.v. Van der Horst en Schenk 2018: blz. 81.
Algemene voorwaarden: Eén of meer schriftelijke bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestatie aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd. Inkoopvoorwaarden en verkoopvoorwaarden zijn algemene voorwaarden. Wet: Boek 6, Titel 5, afdeling 3 BW.
Algemene wet bestuursrecht: Wet van 4 juni 1992, houdende algemene regels van bestuursrecht.
Alleenrecht: Uitzondering op een aanbestedingsplicht ter zake van overheidsopdrachten voor diensten die door een aanbestedende dienst worden gegund aan een andere aanbestedende dienst of aan een samenwerkingsverband van aanbestedende diensten op basis van een uitsluitend recht dat aan die andere aanbestedende dienst of het desbetreffende samenwerkingsverband is verleend, mits dit uitsluitend recht verenigbaar is met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Wet: Art. 2.24 sub a Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Gelderland 29 juli 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:5490, r.o. 4.7: “Met betrekking tot de vraag of de gemeenten en RNV wel een beroep toekomt op de uitzonderingsbepaling van artikel 2.24 aanhef en sub a juncto 1.1 van de Aanbestedingswet 2012 overweegt de rechtbank, dat deze nationale regelgeving richtlijnconform moet worden geïnterpreteerd. Hierbij gaat het in het bijzonder om de wijze waarop het uitsluitend recht, in de Richtlijn ‘alleenrecht’ genoemd, kan worden verleend. […].” Lit: Tichelaar 2015: blz. 240 e.v.
Alternatief: Een variant van de inschrijver. Wet: Art. 2.83 lid 1 Aanbestedingswet 2012.
Alternatieve inschrijving: Inschrijving waarbij de inschrijver een alternatief aanbiedt.
A-merk: Een product dat een hoge naamsbekendheid en een goede reputatie heeft en toonaangevend is qua prijs en kwaliteit. Jur: Advies 22-1 van 24 september 2013 CvAe: “Gelet op de wijze waarop een redelijk geïnformeerde en normaal zorgvuldige inschrijver bij een aanbesteding als de onderhavige de in de definitie van het begrip “A-Merk” gebruikte kwalificaties “hoge naamsbekendheid” en “toonaangevend” dient te begrijpen, is de Commissie van oordeel dat het merk Z. aan deze kwalificaties beantwoordt en in het kader van de onderhavige aanbesteding als een A-merk dient te worden beschouwd. Z. is een wereldwijd opererende leverancier van netwerkapparatuur die zich primair richt op de zakelijke, professionele markt, maar ook producten maakt voor thuisgebruik en kleinbedrijf.” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 268.
AMvB: Algemene Maatregel van Bestuur, een wet in materiële zin.
An Post: Korte benaming voor het arrest HvJ EG 13 november 2007 in zaak C-507/03 (Commissie/Ierland). Relevant in verband met een ‘duidelijk grensoverschrijdend belang’.
Anticipatie: Vooruitlopen op nieuw (komend) recht.
Anti-omzeilingsbepaling: Een begrip dat betrekking heeft op “het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat voldoet aan de eisen van de aanbestedende dienst” uit de definitie van de overheidsopdracht voor werken uit art. 1.1 Aanbestedingswet 2012, dat in het verleden is ingevoerd om het omzeilen van het aanbestedingsrecht in de werkensfeer te voorkomen. Wet: art. 1.1 Aanbestedingswet 2012. Lit: Pijnacker Hordijk, Van der Bend en Van Nouhuys 2009: blz. 87.
Arbitrage: Geschilbeslechting buiten de gewone rechter om. Wet: Art. 4.26 Aanbestedingswet 2012.
ARIV 2018: Algemene Rijksinkoopvoorwaarden 2018. Algemene voorwaarden voor koop- en leveringsovereenkomsten tussen de Staat der Nederlanden (alle ministeries en daaronder ressorterende diensten) en derden.
Arrest: Een rechterlijke uitspraak van een gerechtshof, de Hoge Raad, het Gerecht (EU) en/of het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Art.: Afkorting voor (een) artikel uit bijvoorbeeld een wet of een overeenkomst.
ARVODI-2018: De Algemene Rijksvoorwaarden voor het verstrekken van opdrachten tot het verrichten van diensten. Vastgesteld en in werking getreden per 15 mei 2018.
ARW 2016: Aanbestedingsreglement Werken 2016 (Staatscourant 30 juni 2016 nr. 32830) waarin voorschriften zijn vervat met betrekking tot de wijze waarop aanbestedende diensten overheidsopdrachten voor werken kunnen plaatsen. Wet: Art. 1.22 Aanbestedingswet 2012.
Assitur: Korte benaming voor het arrest HvJ EG 19 mei 2009 in zaak C-538/07 (Assitur). Relevant in verband met het inschrijven van en door verbonden ondernemingen.
ATI EAC: Korte benaming voor het arrest HvJ EG 24 november 2005 in zaak C-331/04 (ATI EAC e Viaggi di Maio e.a.). Relevant in verband met gunningscriteria.
Auctioning: Engels voor veilen, het proces waarbij een leverancier bepaalde producten te koop aanbiedt aan diverse potentiële afnemers. Zie Veiling.
Auteursrecht: Het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld. Wet: Auteurswet 1912.
AVG: Algemene Verordening Gegevensbescherming die beoogt twee belangen te waarborgen: a) de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van hun gegevens en b) het vrij verkeer van personen binnen de Europese Unie (Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016).
Aw: Afkorting voor de Aanbestedingswet 2012.
Awb: Afkorting voor Algemene wet bestuursrecht.