Gebrekkige motivering: Motivering die niet voldoet aan het motiveringsbeginsel. Jur: Hof Den Bosch 1 december 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4943, r.o. 6.23 gedeeltelijk: “Naar het voorlopig oordeel van het hof klaagt Transvision terecht over de gebrekkige motivering van de gunningsbeslissing nu daarin geen enkel inzicht wordt gegeven in de kenmerken en voordelen van de winnende inschrijving. […]”
Gebruikerstest: Onderdeel van een aanbestedingsprocedure, waarbij het door een inschrijver aangebodene getest wordt door de toekomstige gebruikers. Jur: Rechtbank Midden-Nederland 5 april 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1456, r.o. 3.10: “[…] Het had [eiseres] gelet hierop als behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver redelijkerwijs duidelijk moeten zijn dat het de bedoeling was dat in de gebruikerstest de aangeboden stoel zou worden beoordeeld. Het standpunt van [eiseres] dat zij uit de aanbestedingsstukken mocht begrijpen dat in de gebruikerstest een stoel kon worden beoordeeld die weliswaar niet was aangeboden maar die voldeed aan de minimumeisen, is niet logisch. Het valt immers niet in te zien hoe in dat geval de aangeboden stoel kon worden beoordeeld en het had ook geen zin om bij de gebruikerstest een stoel te beoordelen die uiteindelijk niet zou worden geleverd.”
Gedragsverklaring aanbesteden (1): Een verklaring van de Minister van Veiligheid en Justitie dat uit een onderzoek naar de in de art. 4.7 Aanbestedingswet 2012 bedoelde gegevens is gebleken dat tegen de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon geen bezwaren bestaan in verband met inschrijving op overheidsopdrachten, speciale-sectoropdrachten, concessieopdrachten, prijsvragen of opdrachten als bedoeld in de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Wet: Art. 4.1 Aanbestedingswet 2012. Lit: Geursen 2014: blz. 205 e.v.
Gedragsverklaring aanbesteden (2): Het document waarmee kan worden aangetoond, dat de uitsluitingsgronden, bedoeld in artt. 2.86 en 2.87 lid 1 onderdelen c en d niet van toepassing zijn. Wet: Art. 2.89 Aanbestedingswet 2012.
Gegadigde: Een ondernemer die heeft verzocht om een uitnodiging, of is uitgenodigd, om deel te nemen aan een niet-openbare procedure, een procedure van de concurrentiegerichte dialoog, een mededingingsprocedure met onderhandeling, een procedure van het innovatiepartnerschap, een onderhandelingsprocedure met aankondiging, een onderhandelingsprocedure zonder aankondiging of een procedure voor de gunning van een concessieopdracht. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Geheime opdrachten: Opdrachten die geheim zijn verklaard of opdrachten die bijzondere veiligheidsmaatregelen vereisen, zijn niet aanbestedingsplichtig. Wet: Artt. 2.23 sub e, 2a.15 en 3.22 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Den Haag 14 september 2011, ECLI:NL:RBSGR:2011:BU1361, r.o. 4.11: “[…] Daar tegenover staat evenwel naar het oordeel van de rechtbank dat bij de vraag of een dergelijke opdracht voor geheimverklaring in aanmerking komt, zowel in het kader van de Richtlijn als van het Bao, aan de betreffende (overheids) instantie een zekere mate van beoordelingsvrijheid toekomt welke meebrengt dat de rechter in geval van geheimverklaring slechts dient te toetsen of die instantie daartoe bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid heeft kunnen komen. Voorts is de rechtbank van oordeel dat, als een geheimverklaring bedoelde toetsing doorstaat, het transparantiebeginsel daarmee buitenspel staat: omtrent een aangelegenheid die geheim moet blijven kan immers geen transparantie worden betracht.” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 6.7.5.
Gelegenheidsaankopen: Voor nutsbedrijven kent men de mogelijkheid van ‘gelegenheidsaankopen’. Het betreft situaties waar zich gedurende een zeer korte tijd een bijzonder voordelige gelegenheid tot aankopen voordoet en de te betalen prijs aanzienlijk lager ligt dan normaal, bijvoorbeeld bij de liquidatie van een bedrijf. Wet: art. 3.38 lid 1 sub c Aanbestedingswet 2012.
Gelijkheidsbeginsel (1): Algemeen beginsel van aanbestedingsrecht. Wet: art. 1.8 Aanbestedingswet 2012. Jur: HvJ EG 29 april 2004 in zaak C-496/99P (Succhi di Frutta), r.o. 110: “Het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers beoogt de ontwikkeling van een gezonde en daadwerkelijke mededinging tussen de aan een overheidsopdracht deelnemende ondernemingen te bevorderen en vereist dat alle inschrijvers bij het opstellen van het in hun offertes gedane voorstel dezelfde kansen krijgen. Het betekent derhalve dat voor deze offertes voor alle mededingers dezelfde voorwaarden moeten gelden.” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 69.
Gelijkheidsbeginsel (2): Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat inhoudt: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.” Wet: Art. 1 Grondwet. Lit: Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male 2014: hoofdstuk 7, § 5, nr. 45.
Gelijksoortige opdrachten: Twee of meer opdrachten die (inhoudelijk) gelijk zijn, bijvoorbeeld aan de hand van gelijke CPV-codes.
Gelijktijdigheidsbeginsel: Oud begrip, dat betrekking had op de percelenregeling ex art. 9 lid 5 Richtlijn 2004/18/EG. De percelen moesten gelijktijdig geplaatst worden.
Gelijkwaardigheid: Zie Gelijkwaardigheidsbeginsel. Jur: Rechtbank Limburg 24 juli 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:6346, r.o. 4.5: “De voorzieningenrechter stelt vast dat in de aanbestedingsleidraad geen expliciete procedure is opgenomen voor het beoordelen van gelijkwaardigheid, zodat de wijze van beoordelen en het oordeel aan het AZM is, tenzij er aanwijzingen zijn in de wet- of regelgeving dan wel de jurisprudentie dat een dergelijke beoordeling door de aanbestedende dienst uitbesteed moet worden. De Aanbestedingswet 2012, noch de onderliggende Europese richtlijn (RL 2004/18/EG inzake de coördinatie van de procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten) schrijven voor dat het gelijkwaardigheidsoordeel door een derde – onafhankelijke en in casu certificerende instantie – moet worden gegeven. Ook uit de (aangehaalde) jurisprudentie is dergelijke regel niet af te leiden.”
Gelijkwaardigheidsbeginsel: Van een gestelde geschiktheids- (of prestatie-)eis mag worden afgeweken, mits voorzien wordt in alternatieve maatregelen die leiden tot een niveau dat vergelijkbaar is aan het kwaliteitsniveau dat met de eis wordt beoogd. Jur: Rechtbank Limburg 24 juli 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:6346, r.o. 4.3: “Het gelijkwaardigheidbeginsel houdt in dat van een gestelde geschiktheids- (of prestatie-)eis mag worden afgeweken mits voorzien wordt in alternatieve maatregelen die leiden tot een niveau dat vergelijkbaar is aan het kwaliteitsniveau dat met de eis wordt beoogd. Het niveau van het kwaliteitsmanagementsysteem van Mpluz hoeft dus niet hetzelfde c.q. gelijk te zijn als de norm ISO 9001:2008 die is voorgeschreven in de aanbestedingsleidraad (zoals gewijzigd bij de nota van inlichtingen), maar de genomen maatregelen moeten een vergelijkbaar niveau bewerkstelligen.”
Gelijkwaardigheidstoets: Toets naar de gelijkwaardigheid van voorgeschreven certificaten of producten. Zie ook gelijkwaardigheidsbeginsel. Wet: Artt. 2.77 en 2.96 lid 2 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13 mei 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:3493, r.o. 2.3: “[…] Waar er in het bestek wordt gevraagd om een ‘VCA*-certificaat of gelijkwaardig’, gaat het om de vraag of het veiligheidszorgsysteem van het bedrijf van de inschrijvende gegadigde voorziet in maatregelen die gericht zijn op de directe beheersing van veiligheid, gezondheid en milieu tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden op de werkvloer. Diepgaande technische kennis lijkt niet vereist te zijn om deze vraag te kunnen beantwoorden. De gemeente voert aan dat zij bij het uitvoeren van de gelijkwaardigheidstoets gebruik heeft gemaakt van de kennis van het Inkoopbureau West-Brabant, dat haar bij deze aanbesteding begeleidt en ervaring heeft met het uitvoeren van gelijkwaardigheidstoetsen zoals de onderhavige. Deze stelling komt de voorzieningenrechter steekhoudend voor. Derhalve is niet gebleken dat het voor de gemeente onmogelijk is om de toets aan de VCA*-checklist zelf uit te voeren.”
Gemengde overheidsopdracht: Een overheidsopdracht die betrekking heeft op een combinatie van werken, leveringen of diensten. Wet: Art. 2.12a Aanbestedingswet 2012. Jur: HvJ EG 19 april 1994 in zaak C-331/92 (Gestión Hotelera Internacional SA), r.o. 29: “Mitsdien moet op de eerste vraag worden geantwoord, dat een gemengde opdracht, die zowel betrekking heeft op de uitvoering van werken als op een overdracht van goederen, niet onder de werkingssfeer van richtlijn 71/305 valt indien de uitvoering van de werken ten opzichte van de overdracht van de goederen slechts een bijkomstig karakter heeft.”
Gerecht: Voorheen het ‘Gerecht in Eerste Aanleg’, een van de rechtsprekende instanties die deel uitmaken van het EU Hof. Het Gerecht behandelt onder meer de volgende zaken: rechtstreekse beroepen van burgers en ondernemingen tegen handelingen van, of de weigering om een besluit te nemen door Europese instellingen, organen en instanties; beroepen ingesteld door lidstaten tegen de Europese Commissie, en beroepen op het gebied van staatssteun en handelspolitieke belemmeringen die door de lidstaten worden ingesteld.
Gerubriceerde gegevens: Gegevens of materiaal, ongeacht de vorm, aard, of wijze van verzending ervan, waaraan een bepaald niveau van veiligheidsclassificatie of een beveiligingsniveau is toegekend en die in het belang van de nationale veiligheid en uit hoofde van wettelijke voorschriften, van bindende aanwijzingen gegeven vanwege het Rijk of van bestuursrechtelijke besluiten, beschermd moeten worden tegen ontvreemding, vernietiging, verwijdering, onthulling, verlies of toegang tot die gegevens of dat materiaal door een onbevoegde, of tegen enige andere vorm van compromittering. Wet: artt. 1.1, 2.39, 2.67 en 2.70 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 214.
Geschiktheidseisen: Aan gegadigden en inschrijvers te stellen eisen, die betrekking kunnen hebben op a) de financiële en economische draagkracht, b) de technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid, en/of c) de beroepsbevoegdheid. Wet: Artt. 2.90 t/m 2.98 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Rotterdam 30 december 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:9802, r.o. 4.6: “[…] De voorzieningenrechter onderschrijft het standpunt van gedaagden dat het werken voor de overheid een karakter heeft dat afwijkt van het werk in de private sector en dat, bijvoorbeeld, de functie van inkoper in het bedrijfsleven een andere deskundigheid en expertise vergt dan diezelfde functie bij de overheid (zoals ten aanzien van aanbestedingsrechtelijke aspecten). De voorzieningenrechter acht voldoende aannemelijk dat dit verschil ook van invloed is op de vaardigheid die nodig is voor een uitzendbureau om dergelijk personeel te selecteren en in te zetten. Het verschil in personeel bij de overheid en in het bedrijfsleven komt voorts tot uitdrukking in het verschil in rechtspositie tussen ambtenaren en werknemers. […]” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par.10.5.2. Van Romburg 2017: par.6.2.4.
Gestand doen: Het nakomen van een offerte/inschrijving.
Gestanddoeningstermijn: Termijn van gestanddoening; de termijn waarbinnen de inschrijver zijn inschrijving gestand moet doen. Zie bijvoorbeeld art. 2.30 ARW 2016.
Gesubsidieerde opdrachten: Door aanbestedende diensten gesubsidieerde (werken- en diensten)opdrachten, waardoor in het voorkomend geval ook niet-aanbestedende diensten (eenmalig, voor de betreffende opdracht) aanbestedingsplichtig worden. Wet: Artt. 2.8 lid 1 en 2.9 Aanbestedingswet 2012.
Gevoelig materiaal: Materiaal bestemd voor veiligheidsdoeleinden dat op gerubriceerde gegevens betrekking heeft, dat gerubriceerde gegevens noodzakelijk maakt, of dat zelf gerubriceerde gegevens bevat. Wet: art. 1.1 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 214.
Gezamenlijke aanbesteding: Wanneer door twee of meer aanbestedende diensten (zo nodig uit verschillende lidstaten) gezamenlijk een aanbestedingsprocedure wordt uitgevoerd. Wet: Artt. 2.11a en 2.11b Aanbestedingswet 2012.
GIBIT: Gemeentelijke Inkoopvoorwaarden bij IT.
Gids P: In de praktijk gehanteerde benaming voor de Gids Proportionaliteit.
Gids Proportionaliteit: Bij AMvB (Staatscourant 30 juni 2016 nr. 32830) aangewezen richtsnoer waarin voorschriften zijn vervat met betrekking tot de wijze waarop aanbestedende diensten een overheidsopdracht voorbereiden en tot stand brengen in relatie tot het stellen van eisen, voorwaarden en criteria aan de inschrijvers en de inschrijvingen die in een redelijke verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht. Wet: Artt. 1.10, 1.13 en 1.16 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Den Haag 26 februari 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:7234, r.o. 4.3: “[…] De omstandigheid dat de Gids Proportionaliteit voorschrijft dat per kerncompetentie één referentie wordt gevraagd is in dit verband niet relevant, aangezien de strekking van deze (niet dwingend voorgeschreven) aanbeveling enkel is om te voorkomen dat een aanbestedende dienst dubbele referenties vraagt voor een en dezelfde kerncompetentie. […]”
GPA: Zie Agreement on Government Procurement.
Grensoverschrijdende gezamenlijke aanbesteding: Aanbestedende diensten in verschillende lidstaten van de Europese Unie kunnen gezamenlijk een overheidsopdracht plaatsen, een dynamisch aankoopsysteem exploiteren of, met inachtneming van art. 2.140 lid 1 Aanbestedingswet 2012, een opdracht plaatsen in het kader van de raamovereenkomst of het dynamisch aankoopsysteem. Wet: Art. 2.11b Aanbestedingswet 2012.
Groenboek: Een document waar de EC haar zienswijze over een bepaald onderwerp uiteenzet en daarbij de intentie heeft om een discussie uit te lokken waar organisaties en personen kunnen deelnemen aan een raadplegings-en/of overlegprocedure. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 3.5.4.4 en 3.6.4.
Groep: Een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden. Wet: Art. 2:24b BW.
Grossmann-arrest: Korte benaming voor het arrest HvJ EG 12 februari 2004 in zaak C-230/02 (Grossman Air Service). Relevant in verband met rechtsverwerking.
Grossmann-verweer: Verweer van de aanbestedende dienst, dat niet tijdig geklaagd is en daarmee rechten zijn verwerkt. Jur: Rechtbank Gelderland 26 april 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:2447, r.o. 4.30: “De gemeente voert verder nog het zogenaamde ‘Grossmann-verweer’. Volgens de gemeente had [eiser] tijdig moeten klagen over vermeende onrechtmatigheden en heeft [eiser], nu zij dit niet heeft gedaan, haar recht verwerkt om in dit stadium van de aanbestedingsprocedure alsnog te klagen over de vermeende ongelijkwaardigheid van de armaturen van Lebaa en Lightronics en/of over het feit dat de eisen voor een gelijkwaardig alternatief niet op een eenduidige wijze in de aanbestedingsstukken zouden zijn vermeld.” Lit: Lombert 2014: blz. 136 e.v.
Gunnen op waarde: Een niet-relatieve beste prijs-kwaliteitverhoudingsystematiek, waarin een financiële meerwaarde wordt gegeven/bepaald aan/voor de kwalitatieve aspecten van een inschrijving. Deze meerwaarde wordt (vervolgens) fictief verrekend met de inschrijvingssom waarna de opdracht wordt gegund aan de inschrijver met de ‘laagste’ fictieve ‘prijs’. De opdracht wordt weliswaar ‘gegeven’ aan de inschrijver met het laagste fictieve inschrijvingsbedrag, maar de opdracht wordt (natuurlijk) gegund voor het bedrag dat de inschrijver werkelijk geoffreerd heeft.
Gunning (1): Toewijzing van de overheidsopdracht aan de ‘winnaar’ van de aanbestedingsprocedure.
Gunning (2): De gunning van een opdracht in een aanbesteding.
Gunning (3): Opdrachtbevestiging.
Gunningsadvies: Intern advies (aan het bevoegde orgaan van de aanbestedende dienst) omtrent de (voorgenomen) gunning.
Gunningsbeslissing: De keuze van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf voor de ondernemer met wie hij voornemens is de overeenkomst waarop de procedure betrekking had te sluiten, waaronder mede wordt verstaan de keuze om geen overeenkomst te sluiten. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 februari 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:1007, r.o. 4.9: “[…] Scheldestromen heeft een effectieve rechtsbescherming tegen de gunningsbeslissing in feite onmogelijk gemaakt, door er voor te kiezen om op dezelfde dag dat zij als aanbestedende dienst aan inschrijvers bekend maakt aan wie de opdracht wel of niet zal worden gegund, met de inschrijver aan wie het werk zal worden gegund een overeenkomst te sluiten. In het onderhavige geval is geen sprake van spoed die rechtvaardigt dat op zo een korte termijn een overeenkomst met de inschrijver aan wie wordt gegund een overeenkomst moet worden gesloten.”
Gunningscriteria: Criteria die zijn vastgesteld in verband met de waardering van de inschrijvingen (aanbiedingen). Zij zien op de ‘kwaliteit’ van de aanbieding, en niet op de ‘kwaliteit’ van de aanbieder (inschrijver). Wet: § 2.3.8.4 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Den Bosch 30 juni 2005, ECLI:NL:RBSHE:2005:AV7830, r.o. 4.2.1: “Door bij het beoordelen van het gunningscriterium “presentatie” mede te letten op selectiecriteria zoals: de organisatie van het bedrijf, de ervaring van het bedrijf en de persoon van de projectleider, handelt de gemeente in strijd met het fundamenteel beginsel van aanbestedingsrecht dat selectiecriteria (de kwaliteit van de inschrijver) bij de gunning geen gunningscriterium (criteria betreffende het voorwerp van de opdracht) kunnen zijn. De gemeente heeft ongeoorloofd selectiecriteria laten meewegen in de gunningsfase (vgl. Rb Haarlem, 5-7-2002, BR 2002, 216).” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 11.7.