Kale grondverkoop: Een grondverkoopovereenkomst waarin de aanbestedende dienst als verkoper in het geheel geen (beslissende) invloed uitoefent op het (soort) werk of het ontwerp van het (de) werk(en) dat (die) op de grond wordt (worden) gerealiseerd, en waarbij als zodanig dus geen overheidsopdracht voor werken aan de orde is of kan zijn. Jur: HvJ EG 25 maart 2010 in zaak C-451/08 (Helmut Müller), r.o. 41: “Van meet af aan dient te worden gepreciseerd dat de verkoop van een onbebouwd of bebouwd kavel door een overheidsinstantie aan een onderneming geen overheidsopdracht voor werken in de zin van artikel 1, lid 2, sub b, van richtlijn 2004/18 vormt. In het kader van een dergelijke opdracht moet de overheidsinstantie immers optreden als koper en niet als verkoper. Bovendien moet een dergelijke opdracht betrekking hebben op de uitvoering van werken.”
Kalenderdag: Tijdsduur van 24 uur – van middernacht tot de eerstvolgende middernacht – waarvoor op de kalender een datum staat.
Kansendossier: Een door een inschrijver in te dienen document met daarin opgenomen projectkansen (opties), onder meer bekend van BVP.
Kartel: Een overeenkomst tussen ondernemingen die bedoeld is om de onderlinge concurrentie te verminderen dan wel uit te schakelen. Bijvoorbeeld een prijskartel: een afspraak tussen bedrijven om producten niet onder een bepaalde prijs te verkopen. Verdrag: Art. 101 VWEU. Jur: Rechtbank Rotterdam 11 mei 2009, ECLI:NL:RBROT:2009:BK6975, r.o. 2.5.4: “De rechtbank is van oordeel dat verweerder, nu er sprake is van verboden aanbestedingsafspraken, zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat in het onderhavige geval sprake is van een zeer zware overtreding zoals bedoeld in de onderdelen 11 en 12 van de Boeterichtsnoeren. Voorts acht de rechtbank een vermenigvuldigingsfactor van 2 in het onderhavige geval niet onevenredig. Verweerder heeft er in dit verband terecht op gewezen dat de betrokken ondernemingen door middel van het vooroverleg in staat waren om buitenstaanders buiten de deur te houden. De stelling dat het vooroverleg zou hebben geleid tot marktconforme prijzen doet, wat er van die stelling verder ook zij, er niet aan af dat de betrokken ondernemingen bij de aanbestedingen van het openbaar groen in de gemeente de onderlinge concurrentie feitelijk verhinderd hebben. […]”
Katvanger: Stroman. Papieren onderaannemer Jur: Rechtbank Limburg 10 oktober 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:9783, r.o. 4.11: “[…] Van een groot deel van deze correspondentie kan Duursma met recht zeggen dat die voor zich spreekt. Uit de correspondentie blijkt immers onmiskenbaar dat: [naam bestuurder 1] en [naam bestuurder 2] eind 2015/begin 2016 beoogden om samen met [naam 1], [naam 3] en [naam 4] het aan te besteden evenement te organiseren, zij in maart 2016, in samenspraak met hun advocaten, hebben gewerkt aan het opnemen van gemaakte afspraken in een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst, waarbij de vijf gelijke rechten zouden hebben, zij in februari 2016 de onderaannemer Kermisgids niet daadwerkelijk wilden betrekken bij de organisatie van het evenement, [naam 1] bij dit alles een sturende en initiërende rol had […]”
Kenbare bedoeling: De objectief vast te stellen kenbare bedoeling van een inschrijver. Jur: Hof Den Haag 18 september 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2297, r.o. 9: “[…] Evenmin is sprake van een kennelijke materiële fout. Zoals de voorzieningenrechter terecht heeft overwogen, kon uit de inschrijving van Multidag niet worden afgeleid dat haar verklaring dat zij meer dan 5% van de omzet doorcontracteerde, niet juist was. Multidag onderbouwt in haar memorie van grieven ook niet waarom dat, in weerwil van hetgeen de voorzieningenrechter daarover in rechtsoverweging 4.3 heeft overwogen, voor Menzis wel kenbaar moet zijn geweest. Het zou in strijd komen met het beginsel van gelijke behandeling van inschrijvers, indien het Multidag zou worden toegestaan deze fout toch te herstellen. […]”
Kenmerken en relatieve voordelen: De voordelen van de winnende inschrijving. Wet: Art. 2.130 lid 2 Aanbestedingswet 2012. Jur: Gerecht 8 juli 2015 in zaak T-536/11, r.o. 51: “Verder dient eraan te worden herinnerd dat het besluit waarbij de offertes van verzoeksters in de derde rang in de cascade voor perceel nr. 1, in de derde rang in de cascade voor perceel nr. 4 en in de tweede rang in de cascade voor perceel nr. 3 zijn geplaatst, is genomen na een eindevaluatie, dat wil zeggen na de berekening van de prijs-kwaliteitverhouding van elke offerte voor elk van die percelen. De relatieve voordelen van de beter gerangschikte offertes betroffen dus niet uitsluitend de voor de technische gunningscriteria behaalde punten, maar ook de gevraagde prijs en, in het bijzonder, de prijs-kwaliteitverhouding van de offertes.” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 490.
Kennelijk onredelijk: Grond en omstandigheid voor het achterwege laten van de uitsluitingsgrond, genoemd in art 2.86 lid 4 Aanbestedingswet 2012. Wet: Art. 2.86a Aanbestedingswet 2012.
Kennelijke vergissing: Een objectief kenbare kennelijke vergissing. Jur: Rechtbank Rotterdam 15 februari 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:1201, r.o. 4.8: “[…] Ook voor ieder ander dan Gemeente Rotterdam, zoals voor de overige inschrijvers, kan volstrekt duidelijk worden geacht wat het werkelijke aanbod van KWS inhield en dat het per abuis niet verwijderen van een post uit een eerdere versie van de inschrijfstaat in het onderhavige geval een kenbare vergissing was die voor herstel vatbaar kan worden geacht. […]”
Kennelijke verschrijving: Kennelijke vergissing, waarbij de inschrijver zich (per ongeluk) verschreven heeft. Jur: Rechtbank Gelderland 18 april 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3280, r.o. 4.12: “Gelet op het voorgaande doet zich hier een uitzonderlijke situatie voor, waarbij objectief kan worden vastgesteld dat ten aanzien van post 610030 de getallen 7 en 5 zijn verwisseld en dat het klaarblijkelijk de bedoeling was om – net als bij de andere zes posten – met de minimumprijs (van € 57,75) in te schrijven. Dit betreft een kennelijke materiële fout, die zich leent voor herstel. […]”
Kennisvoorsprong: Situatie waarin bepaalde inschrijvers beschikken over meer kennis over de aard en omvang van de opdracht dan andere inschrijvers. Jur: Rechtbank Oost-Brabant 10 januari 2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:BY9052, r.o. 4.5: “[…] Naar het oordeel van de voorzieningenrechter brengt echter de wijze waarop de Gemeenten de onderhavige aanbesteding hebben ingericht mee dat de kennisvoorsprong van een zittende aannemer op voor de inrichting van de inschrijving wezenlijke punten, tot ongelijke kansen voor de inschrijvers kan leiden. […]” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 7.5.
Kerncompetentie: Specifieke kennis en ervaring die als geschiktheidseis wordt gesteld om in aanmerking te komen voor de uitvoering van de opdracht. Wet: Artt. 1.10 en 1.13 Aanbestedingswet 2012 en Gids Proportionaliteit, Voorschriften 3F en 3G. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 417.
Keurmerk: Document, certificaat of getuigschrift dat bevestigt dat een werk, product, dienst, proces of procedure aan bepaalde eisen voldoet. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Keurmerkeis: De voorschriften waaraan een product, dienst, proces of procedure moet voldoen om een keurmerk te verkrijgen. Wet: Artt. 1.1 en 2.78a Aanbestedingswet 2012. Jur: HvJ EU 10 mei 2012 in zaak C-368/10 (Noord-Hollandse koffie), dictum: “a) een met artikel 23, lid 6, van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1422/2007 van de Commissie van 4 december 2007, onverenigbare technische specificatie heeft vastgesteld door te eisen dat bepaalde te leveren producten van een bepaalde milieukeur waren voorzien in plaats van gedetailleerde specificaties te gebruiken […]” Lit: Fischer-Braams 2013 en Van der Horst en Schenk 2018: par. 8.5.
Keuze ondernemer: In de praktijk gebruikte term die verwijst naar art. 1.4 lid 1 sub b Aanbestedingswet 2012: “Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat voornemens is een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel tot het verrichten van werken, leveringen of diensten te sluiten, bepaalt op basis van objectieve criteria: b. de keuze voor de ondernemer of ondernemers die worden toegelaten tot de aanbestedingsprocedure.” Wet: Art. 1.4 lid 1 sub b Aanbestedingswet 2012.
Keuze procedure: In de praktijk gebruikte term die verwijst naar art. 1.4 lid 1 sub a Aanbestedingswet 2012: “Een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat voornemens is een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel tot het verrichten van werken, leveringen of diensten te sluiten, bepaalt op basis van objectieve criteria: a. de keuze voor de wijze waarop de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf voornemens is de overeenkomst tot stand te brengen.” Wet: Art. 1.4 lid 1 sub a Aanbestedingswet 2012.
Klacht: “Een schriftelijke melding van een onderneming die belang heeft bij de aanbesteding aan de aanbestedende dienst, waarin de ondernemer gemotiveerd aangeeft op welke punten hij het niet eens is met de aanbesteding of een onderdeel daarvan”, volgens het document ‘Klachtafhandeling bij aanbesteden’.
Klachtenregeling: Door de aanbestedende dienst vastgestelde klachtenprocedure ten behoeve van klachtenafhandeling, hetgeen volgens de Gids Proportionaliteit (par. 4.4) professioneel is.
Klagen: Beklag doen, ontevredenheid uiten jegens de aanbestedende dienst of bij de Commissie van Aanbestedingsexperts. Jur: Rechtbank Rotterdam 6 april 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2605, r.o. 4.9: “De voorzieningenrechter onderschrijft evenmin het standpunt van Strukton dat de gemeente Rotterdam rechtens gehouden was om een beslissing te nemen op de klacht binnen de Alcateltermijn. Nog daargelaten dat niet van een Alcateltermijn gesproken kan worden gesproken in het geval geen kortgedingprocedure aanhangig wordt gemaakt maar een klacht wordt ingediend bij de aanbesteder, heeft het volgende te gelden. De stelling van Strukton komt ongerijmd voor. Op een klacht die luttele seconden voor het verstrijken van de (Alcatel)termijn zou worden ingediend zou in de optiek van Strukton beslist moeten worden binnen nog minder seconden. Dat kan niet de bedoeling zijn. De Alcateltermijn omvat geen opdracht, noch aan de voorzieningenrechter, noch aan de aanbesteder, om te beslissen binnen een bepaalde termijn (afgezien dan van de nodige voortvarendheid die verwacht mag worden bij het nemen van de beslissing).”
Klassieke overheid: De staats-, regionale en lokale overheidsinstanties, publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden bestaande uit één of meer van deze overheidsinstanties of één of meer van deze publiekrechtelijke instellingen. Richtlijn: Art. 2 lid 1 sub 1 Richtlijn 2014/24/EU.
Kleine rechtspersoon: Onderneming waarvan de jaarrekening niet openbaar behoeft te worden gemaakt (gepubliceerd). Er is sprake van een kleine onderneming, indien aan de volgende criteria wordt voldaan: de waarde van de activa bedraagt maximaal 6 miljoen euro; de netto-omzet is niet hoger dan 12 miljoen euro; de rechtspersoon heeft gemiddeld minder dan 50 werknemers in dienst. Wet: Art. 2:396 lid 1 BW.
Knip- en plakwerk: (Helaas) In de praktijk voorkomende werkzaamheden met betrekking tot de aanbestedingsstukken. Jur: Rechtbank Amsterdam 18 oktober 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:6691, r.o. 4.4: “[…] op de weg gelegen van DSS om daarover binnen de daarvoor toegestane termijn (vóór 23 juni 2016) vragen te stellen aan de Gemeente Amstelveen; te meer omdat zij had kunnen bedenken dat het hier vermoedelijk om een typefout ging, aangezien de wijziging slechts de toevoeging van één (1) sterretje (*) betrof. Dat het sterretje per ongeluk is toegevoegd, is, in verband met het hiervoor overwogene ten aanzien van de proportionaliteit, aannemelijk en vermoedelijk veroorzaakt door het toepassen van enig knip- en plakwerk, zoals de Gemeente Amstelveen ter zitting heeft toegelicht. […]”
Knippen: Het opdelen van een opdrachten in kleinere opdrachten met het oogmerk de aanbestedingsplicht te omzeilen. Wet: Art. 2.14 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Arnhem 25 januari 2010, ECLI:NL:RBARN:2010:BL2848, r.o. 4.7: “[…] een parkeergarage slechts als zodanig en als een technisch en economisch geheel kan functioneren als de coating op de vloer is aangebracht, de garage is voorzien van een slagboom, bewegwijzering, betaalautomaten, sprinklerinstallatie etc. Alleen dan kan de parkeergarage haar functie vervullen. Dat er in het casco al elektra en een ventilatiesysteem is aangelegd maakt dat niet anders. […].” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 165.
Knock-out eisen: In de aanbestedingsstukken gestelde eisen die, bij het niet daaraan voldoen, leiden tot ‘knock-out’ (tot uitsluiting) c.q. tot een situatie dat men ‘niet voor gunning in aanmerking komt’. Jur: Rechtbank Rotterdam 2 juni 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:4135, r.o. 4.3: “[…] Het is ook in strijd zijn met de beginselen van gelijke behandeling en transparantie om bij het niet voldoen aan helder geformuleerde eisen zoals hier, waar andere partijen hun inschrijving op aanpassen, ongeldigverklaring achterwege te laten. Het ongeldig verklaren van de inschrijving is reeds hierom niet disproportioneel. Dat het hier gaat om (sub)gunningscriteria en niet om een knock-out criterium doet aan het voorgaande niet af. […]”
Koffie-zaak: Korte benaming van het arrest HvJ EG 10 mei 2012 in zaak C-368/10 (Europese Commissie/Koninkrijk der Nederlanden). Onder meer relevant in verband met een keurmerk, gunningscriteria en het gebruik van de nota van inlichtingen. Lit: Fischer 2013, nr. 3
Kopersprofiel: Een op het internet gepubliceerde beschrijving van de aanbesteder en zijn inkoopbeleid volgens art. 1.1.1 sub q ARW 2016. Wet: Art. 2.61 Aanbestedingswet 2012.
Kort geding: Gerechtelijke procedure, gericht op een voorlopige voorziening. Jur: Rechtbank Oost-Brabant 21 september 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:4647, r.o. 4.5: “[…] heeft te gelden dat onder voornoemde omstandigheden er geen sprake is van enig concreet spoedeisend belang dat ertoe noopt Enexis in dit kort geding te veroordelen de Aanbestedingswet 2012 na te leven bij het verstrekken van opdrachten met betrekking tot het schoonmaakonderhoud van transformatorhuisjes en/of het exploiteren van wisselframes. Als er geen acuut probleem aan de orde is, ligt er nu eenmaal geen taak voor de kortgedingrechter. De bevoegdheid voor een voorzieningenrechter ex artikel 254 Rv. om in spoedeisende zaken onmiddellijke voorzieningen bij voorraad te geven is in de dagelijkse praktijk vatbaar voor creatieve uitleg, maar nu ook weer niet onbegrensd. […]”
Kortgedingrechter: Zie Voorzieningenrechter.
Korting (1): Een bij bepaalde (veelal bij werken) aanbestedingsprocedures op te nemen minbedrag in de inschrijving. Jur: Rechtbank Limburg 24 april 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:3763, r.o. 5.5: “Voor het niet-toestaan van een korting valt een goede reden te geven. Dat blijkt mede uit de onder 3.4 geciteerde waarschuwing van het CROW. Het gunningscriterium is in dit geval de laagste prijs en een korting beïnvloedt de prijs. Bij een reële kans op substantieel meerwerk, zoals in dit geval door de vele verrekenposten, zijn de eenheidsprijzen zonder de korting van wezenlijk belang om de inschrijvingen met elkaar te vergelijken en te voorkomen dat een inschrijving met korting door meerwerk hoger uitvalt dan inschrijving zonder korting. Aan korting kleeft dus het risico van manipulatief of strategisch inschrijven en het is begrijpelijk dat aanbestedende diensten ervoor kunnen kiezen dat risico uit te sluiten. Voor een redelijk geïnformeerde en normaal zorgvuldige inschrijver zal dit bekend zijn.”
Korting (2): Een in de werkenpraktijk (§ 42 UAV 2012) gebruikte term om een boete in de uitvoering aan te geven.
KPI: Afkorting van Key Performance Indicator, een meetpunt dat aangeeft in hoeverre een prestatie geleverd wordt.
Kraljic-matrix: Deze matrix karakteriseert producten naar de mate van financieel risico/belang (w.o. invloed op de winst) en toeleveringsrisico. Een maat voor het financieel risico/belang is het bedrag dat aan het betreffende inkoopsegment wordt uitgegeven per jaar. Een maat voor toeleveringsrisico is het aantal leveranciers voor dat inkoopsegment in de markt. De inspanning die wordt gestoken in het afsluiten en beheren van contracten wordt afgestemd op de positie van het betreffende product in de Kraljic-matrix. Naarmate het financieel risico/belang en het toeleveringsrisico toenemen, nemen de inspanning bij verwerving en contractmanagement eveneens toe. Lit: Kraljic 1983 en Van der Horst en Schenk 2018: blz. 107-108 en 395.
Kunstmatige beperking van de mededinging: De mededinging wordt geacht kunstmatig te zijn beperkt indien de aanbesteding is ontworpen met het doel bepaalde ondernemers ten onrechte te bevoordelen of te benadelen. Wet: Art. 1.10a Aanbestedingswet 2012.
Kwalitatieve gunningscriteria. Gunningscriteria die zien op de kwaliteit, en (dus) niet op de prijs (prijzen).
Kwalitatieve selectiecriteria: Selectiecriteria die tot doel hebben het aantal gegadigden te beperken. Wet: Artt. 2.99, 2.100 en 3.50a Aanbestedingswet 2012.