Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Sag: Korte benaming voor het arrest HvJ EU 29 maart 2012 in zaak C-599/10 (SAG ELV Slovensko a.s. e.a./Úrad pre verejné obstarávanie). Relevant in verband met het (eventuele) herstel van gebreken.

Samenvoegen: Het samenvoegen (bundelen) van (overheids)opdrachten. Het kan bijvoorbeeld gaan om het samenvoegen van ongelijksoortige opdrachten, of om het samenvoegen van gelijksoortige opdrachten. Wet: Art. 1.5 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Amsterdam 4 mei 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:2737, r.o. 4.4: “[…] Vaststaat dat UWV voorafgaand aan haar beslissing tot een samenvoeging van de opdrachten te komen een intern- en extern marktonderzoek heeft gedaan, waarvan de resultaten zijn verwerkt in de UtI. Uit de UtI, zoals hiervoor onder 2.5 samengevat, volgt dat UWV daarbij acht heeft geslagen op de in artikel 1.5 lid 1 Aw 2012 opgenomen aspecten. Verder kan de motivering voor de samenvoeging in de aanbestedingsstukken de beslissing tot samenvoeging dragen. In de UtI is immers uitgelegd waarom voor deze vorm van clustering is gekozen, waarbij als gezegd aandacht is besteed aan de verschillende aspecten van artikel 1.5 lid 1 Aw 2012. […]”

Scala-arrest: Korte benaming van het arrest HvJ EG 12 juli 2001 in zaak C-399/98 (Ordine degli Architetti delle Province di Milano e Lodi e.a./Comune di Milano).

Schaarse publieke rechten: Tot de groep van schaarse publieke rechten behoren, behalve vergunningen, andere schaarse overheidstoestemmingen, zoals concessies, ontheffingen of vrijstellingen, schaarse verhandelbare publieke rechten, zoals emissierechten of quota, en schaarse subsidies of andere financiële aanspraken.

Schaarse vergunningen: Schaarse vergunningen zijn een species van het genus ‘schaarse publieke rechten’.

Schadevergoeding: Te vergoeden schade als gevolg van bijvoorbeeld onrechtmatig handelen of ‘wanprestatie’. Jur: Rechtbank Gelderland 11 januari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1135, r.o. 4.2: “[…] Het is juist dat VDW niet meer kan opkomen tegen het voornemen om te gunnen aan MF Services, omdat zij dat had moeten doen door tijdig een dagvaarding in kort geding uit te brengen. De gunning en de opdracht aan MF Services zijn daarmee onaantastbaar geworden en VDW kan niet vorderen dat de opdracht alsnog aan haar wordt gegund. Dit laat echter onverlet dat VDW nog wel een bodemzaak aanhangig kan maken om daarin schadevergoeding te vorderen in het geval achteraf bezien die gunning aan MF Services als onrechtmatig jegens VDW zou moeten worden aangemerkt. Dit vorderingsrecht wordt niet uitgesloten met het bij de feiten geciteerde vervalbeding, noch de verwijzing daarnaar in de afwijzingsbrief van 11 januari 2016.”

Schakelbepaling: Art. 3: 14 BW: “Een bevoegdheid die iemand krachtens het burgerlijk recht toekomt, mag niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht.” En/of artikel 3:1 lid 2 Awb: “Op andere handelingen van bestuursorganen dan besluiten zijn de afdelingen 3.2 tot en met 3.4 van overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de handelingen zich daartegen niet verzet.” Jur: Rechtbank Amsterdam 21 februari 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ1986, r.o. 4.7: “In aanvulling op het vorengaande kan voorts niet worden uitgesloten dat een aanbestedende dienst vanwege haar gebondenheid aan publiekrechtelijke normen (het zorgvuldigheidsbeginsel en verbod op willekeur) die op grond van artikel 3:14 van het Burgerlijk Wetboek in het civiele recht doorwerken, onder bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld bij een voldoende concreet vermoeden van overheidssteun, eveneens gehouden is een onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bao uit te voeren.”

Schouw: Mogelijkheid om het object van aanbesteding te bezichtigen (schouwen). Wet: Art. 2.73 lid 1 sub a Aanbestedingswet 2012.

Schriftelijk (1): Elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens medegedeeld, daaronder begrepen met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.

Schriftelijk (2): Elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens meegedeeld, met inbegrip van informatie die via elektronische middelen wordt overgebracht en opgeslagen. Richtlijn: Art. 2 lid 1 sub 18 Richtlijn 2014/24/EU.

Scores van andere inschrijvers: De scores van andere dan de winnende en de afgewezen inschrijver. Jur: Rechtbank Den Haag 1 februari 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:1199, r.o. 5.8: “De stelling van YoungCapital dat de Belastingdienst alle afzonderlijke scores van de inschrijving van YoungCapital en alle inschrijvingen die boven haar zijn geëindigd onvoldoende heeft toegelicht, kan in het licht hiervan niet slagen. De Belastingdienst heeft de scores van YoungCapital en van de winnende inschrijvers immers bekendgemaakt. Op een aanbestedende dienst rust voorts de verplichting om de scores van de afgewezen inschrijver toe te lichten in relatie tot de scores van de winnende inschrijver. De stelling van YoungCapital dat een aanbestedende dienst ook gehouden is de scores van andere inschrijvers toe te lichten, mist een grondslag. […]”

SDR: Afkorting voor ‘special drawing rights’. De rekeneenheid voor de WTO en onder het GPA.

Secundair recht: Nader vastgestelde, op het primair recht gebaseerde rechtsregels, zoals bijvoorbeeld de Europese aanbestedingsrichtlijnen.

Selectie: De aanbestedende dienst kan bij toepassing van de niet-openbare procedure, de concurrentiegerichte dialoog, de mededingingsprocedure met onderhandeling en de procedure van het innovatiepartnerschap het aantal gegadigden dat hij zal uitnodigen tot inschrijving of deelneming beperken, mits er een voldoende aantal geschikte kandidaten is. Wet: Art. 2.99 Aanbestedingswet 2012. Zie ook Minimumaantal.

Selectie door weging: In de praktijk gebruikte term voor een manier om, aan de hand van selectiecriteria, tot een rangorde van gegadigden in een procedure met voorselectie – niet-openbare procedure, mededingingsprocedure door onderhandelingen met bekendmaking, onderhandelingsprocedure met bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatief partnerschap – te komen. Zie ook Selectie.

Selectieleidraad: Een aanbestedingsstuk dat doorgaans wordt gebruikt in fase 1 van de procedures met voorselectie.

Service Level Agreement: Overeenkomst met daarin opgenomen de prestaties die van de leverancier/dienstverlener verwacht (mogen) worden.

Shortlist: (Beperkte) lijst van door de aanbestedende dienst (voor)geselecteerde ondernemers door middel van kwalitatieve selectiecriteria.

Shortlisten: Bij een procedure met voorselectie op grond van kwalitatieve selectiecriteria het aantal gegadigden beperken. Wet: Artt. 2.99 en 2.100 Aanbestedingswet 2012.

SLA: Afkorting van Service Level Agreement.

Sluitingsdatum: Datum in de aanbestedingsprocedure waarop de aanmeldingen of inschrijvingen uiterlijk binnen moeten zijn.

Sluitingstijdstip: Tijdstip in de aanbestedingsprocedure, gelegen op de sluitingsdatum, waarop de inschrijvingen uiterlijk binnen moeten zijn.

Social return: Een aanpak om meer werkgelegenheid te creëren voor mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt. In een aanbestedingsprocedure toe te passen als ‘minimumeis’, als ‘bijzondere uitvoeringsvoorwaarde’, of als (in het kader van) een ‘(sub-)gunningscriterium’. Jur: Rechtbank Oost-Brabant 24 februari 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:976, r.o. 4.8: “[…] De gemeenten hebben gemotiveerd toegelicht dat de ideeën met betrekking tot social return onderdeel uitmaken van het aanbod van de inschrijver, omdat de gemeenten de inschrijvers, bij aanvaarding van het aanbod social return, in de uitvoeringsfase van de aanbesteding aan dit plan van aanpak kunnen houden. De door de gemeenten gestelde eis van indiening van een plan van aanpak social return bij inschrijving, op straffe van ongeldigheid van de inschrijving, acht de voorzieningenrechter daarmee niet disproportioneel. […]” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 287-288. Hornstra en Werkman-Bouwkamp 2013: blz. 125 e.v.

Sociale en andere specifieke diensten: Diensten als opgenomen in bijlage XIV van Richtlijn 2014/24/EU, waarvoor een verlicht aanbestedingsregime geldt. Voor deze diensten geldt dat zij, om te voldoen aan de beginselen van transparantie en gelijke behandeling als de waarde van de opdracht gelijk of hoger is dan de geldende drempel (750.000 euro voor de periode 2016-2017), dienen te worden aangekondigd of er dient een vooraankondiging geplaatst te worden. Gegunde opdrachten dienen te worden aangekondigd. Wet: Artt. 2.38, 2a.29 en 3.40 Aanbestedingswet 2012. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 9.9.

Sociale werkplaats: Plaats voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden door geïndiceerden op grond van de Wet sociale werkvoorziening. De aanbestedende dienst kan de deelneming aan een procedure voor de gunning van een overheidsopdracht voorbehouden aan sociale werkplaatsen en aan ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen tot hoofddoel hebben, of de uitvoering ervan voorbehouden in het kader van programma’s voor beschermde arbeid, mits ten minste 30% van de werknemers van deze werkplaatsen, ondernemingen of programma’s gehandicapte of kansarme werknemers zijn. Wet: Art. 2.82 Aanbestedingswet 2012.

Soortgelijke opdrachten: Soortgelijke opeenvolgende overheidsopdrachten voor diensten of leveringen. Wet: Art. 2.21 Aanbestedingswet 2012.

Speciale sector: Zie Nutssector.

Speciale-sectorbedrijf: Zie Nutsbedrijf. Jur: Rechtbank Rotterdam 30 augustus 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:7827, r.o. 4.7: “Dat Stedin in zijn algemeenheid wanneer zij een opdracht in de markt wil zetten, meer mogelijkheden heeft, dan een klassieke overheidsdienst, onder meer omdat zij in bepaalde gevallen kan kiezen voor bijvoorbeeld een onderhandelingsprocedure zonder aankondiging, betekent niet dat zij wanneer zij, zoals hier aan de orde is, gekozen heeft voor een meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure zij vrij is te handelen zoals zij wenst, zonder zich gebonden te achten aan de algemene beginselen van aanbestedingsrecht. Ook speciale sectorbedrijven dienen in dergelijke gevallen, net als aanbestedende diensten die meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedures organiseren, het transparantie- en het gelijkheidsbeginsel jegens de inschrijvers in acht te nemen.”

Speciale voorwaarden: Een aanbestedende dienst kan bijzondere voorwaarden verbinden aan de uitvoering van een overheidsopdracht, mits dergelijke voorwaarden verband houden met het voorwerp van de opdracht en in de aankondiging of de aanbestedingsstukken vermeld zijn. De voorwaarden waaronder de overheidsopdracht wordt uitgevoerd, kunnen verband houden met economische, innovatiegerelateerde, arbeidsgerelateerde, sociale of milieuoverwegingen. Wet: Art. 2.80 Aanbestedingswet 2012 en art. 2.70 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Jur: HvJ EU 17 november 2015 in zaak C-115/14 (Regiopost), r.o. 77: “Gelet op een en ander dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 26 van richtlijn 2004/18 aldus moet worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een wettelijke regeling van een regionale entiteit van een lidstaat zoals in het hoofdgeding aan de orde is, waarbij inschrijvers en hun onderaannemers worden verplicht zich in een bij hun inschrijving te voegen schriftelijke verklaring ertoe te verbinden om een bij die wettelijke regeling vastgesteld minimumloon te betalen aan het personeel dat zal worden belast met de uitvoering van de prestaties die het voorwerp uitmaken van de betreffende overheidsopdracht.”

Specifieke uitsluitingen voor opdrachten voor diensten: Dienstverleningsopdrachten die geheel buiten het aanbestedingsregime vallen. Wet: Artt. 2.23 t/m 2.24c, 3.1 lid 2, 3.2 lid 2, 3.3 lid 3 en 21 Aanbestedingswet 2012.

Spendanalyse: De uitgaven (aan ondernemers) van een organisatie analyseren.

Splitsen: Zie Knippen en Percelenregeling.

Spoedeisend belang: Door een partij te stellen en aannemelijk te maken spoedeisend belang bij een voorlopige voorziening. Jur: Rechtbank Den Haag 9 januari 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:289, r.o. 3.2: “[…] Daarbij wordt tevens acht geslagen op het gegeven dat de lange termijn waarop de zittingsdatum is bepaald in overwegende mate te wijten is aan de vele verhinderdata van IT-Staffing bij het aanvragen van voormelde kort geding procedure. Zoals Rijkwaterstaat terecht opmerkt heeft IT-Staffing slechts twee data in januari 2015 aangegeven waarop zij beschikbaar was en in februari 2015 tot de 23e slechts één datum. Dit moge zo zijn, maar valt niet goed te rijmen met het door haar gestelde spoedeisend belang. De vorderingen van IT-Staffing zullen gelet op het voorgaande bij gebrek aan belang worden afgewezen.”

SR: Afkorting voor ‘Social return’.

SROI: Afkorting voor ‘Social return on investments’.

Staatssteun: Steunmaatregelen. Behoudens de afwijkingen waarin de Verdragen voorzien, zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt. Wet: Art. 107 lid 1 VWEU en art. 2.116 lid 6 Aanbestedingswet 2012. Lit: Van de Water 2013. Saanen, 2013: blz. 208 e.v.

Staken aanbestedingsprocedure: Stopzetten van de aanbestedingsprocedure. Jur: Rechtbank Den Haag 15 maart 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:6394, r.o. 4.3: “Vooropgesteld moet worden dat op een aanbestedende dienst in beginsel geen rechtsplicht rust tot het sluiten van een overeenkomst. Zij is niet gehouden een opgestarte aanbestedingsprocedure te voltooien en de opdracht te gunnen, mits zij daarbij de beginselen van transparantie en gelijke behandeling in acht neemt. […]”

Staken van de procedure: Stopzetten van de aanbestedingsprocedure. Jur: HvJ EU 11 december 2014 in zaak C/440/13 (Croce Amica One Italia Srl), r.o. 36: “Een aanbestedende dienst is derhalve niet gehouden een opgestarte aanbestedingsprocedure te voltooien en de betrokken opdracht te gunnen – ook niet aan de enige inschrijver die nog in de running is – mits hij daarbij de beginselen van transparantie en gelijke behandeling in acht neemt.”

Standstill-periode: Periode waarin de standstill-termijn van kracht is. Wet: Art. 2.127 leden 1 t/m 3 Aanbestedingswet 2012.

Standstill-termijn: Zie Alcateltermijn.

Stappen: De door de aanbestedende dienst te doorlopen stappen in de (aanbestedings)procedures als genoemd in hoofdstuk 2.2 Aanbestedingswet 2012.

Stapsgewijs beoordelen: Fasegewijs beoordelen. Jur: HvJ EU 20 september 2018 in zaak C-546/16 (Montte), r.o. 39: “Gelet op het voorgaande moet op de eerste vraag worden geantwoord dat richtlijn 2014/24 aldus moet worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale wettelijke regeling zoals die in het hoofdgeding, op grond waarvan aanbestedende diensten in het bestek van een openbare aanbestedingsprocedure minimumvereisten met betrekking tot de technische beoordeling mogen opleggen, zodat offertes die na die beoordeling niet een vooraf vastgesteld minimumaantal punten behalen, worden uitgesloten van de daaropvolgende beoordeling op basis van zowel de technische criteria als de prijs.”

Stelpost: In het bestek als zodanig aangeduide geldbedragen, welke in de aannemingssom zijn begrepen en ten laste waarvan nader in het bestek beschreven uitgaven worden gebracht volgens § 37 lid 1 UAV 2012. Daarnaast kent men de stelpost als een boekhoudkundig begrip: een bepaalde kostenpost van de begroting kan nog niet exact worden bepaald en wordt als raming opgenomen.

Stemmingmakerij: Ongefundeerd/niet aannemelijk verwijten maken. Jur: Rechtbank Oost-Brabant 6 december 2013, ECLI:NL:RBOBR:2013:6831, r.o. 4.21: “Daarnaast, ten overvloede, geldt dat Vobi ook onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [tussenkomende partij] een abnormaal lage inschrijving heeft gedaan. Vobi komt in de dagvaarding met een verwijt aan [tussenkomende partij] dat zij heeft ingeschreven met een abnormaal lage inschrijving “kennelijk bewust om op die wijze het emvi criterium op slinkse wijze om zeep te helpen.” Met stemmingmakerij wint men geen kort geding. […]”

Stoel van de aanbesteder: Eigen bevoegdheden, verantwoordelijkheden en beoordelingsvrijheid van de aanbestedende dienst. Jur: Rechtbank Amsterdam 20 mei 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3566, r.o. 4.5: “[…]Met de primaire vordering lijkt Total Identity ervan uit te gaan dat zij als winnaar moet worden aangewezen indien het haar lukt om in dit kort geding tenminste 2,69 punten bij elkaar te sprokkelen. Dat zou echter in strijd zijn met de gunningssystematiek. Door zelf hier en daar een punt toe te kennen zou de rechter op de stoel van de aanbesteder gaan zitten. […]”

Storebaelt: Korte benaming voor het arrest HvJ EG 22 juni 1993 in zaak C-243/89 (Commissie/Denemarken). Relevant in verband met besteksconformiteit.

Storing bij TenderNed: Storing waardoor het indienen van de inschrijving kort voor het verstrijken van de uiterste termijn niet mogelijk is. Wet: Artt. 2.109 en 2.109a Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 23 april 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:2603, r.o. 4.5: “Veronderstellenderwijs aannemend dat zich wél een storing heeft voorgedaan geldt dat de gevolgen daarvan voor risico van CSC moeten blijven. Uit de lograpportage van TenderNed blijkt immers dat CSC om 10:56:59 uur, drie minuten voor sluiting van de digitale kluis, is aangevangen met het indienen van de inschrijving. CSC heeft er, ondanks de waarschuwing om niet tot het laatste moment te wachten met indienen, voor gekozen om dat zéér kort voor sluitingstijd van de digitale kluis te gaan doen. Daarmee heeft zij het risico genomen dat het inschrijvingsproces langer zou kunnen duren dan volgens CSC normaal gesproken gebruikelijk is. […]”

Storing van het elektronische systeem: Zie Storing bij TenderNed.

Strategische inschrijving: Een inschrijving waarbij de inschrijver op een handige wijze gebruik maakt van de door de aanbestedende dienst vastgestelde beoordelingsmethodiek. Jur: Hof Den Haag 9 februari 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BP5012, r.o. 16: “Deze grief kan Hago evenmin baten. Zoals het hof eerder heeft overwogen (28-04-2005/LJN: AW7668) is het enkele indienen van een “strategische inschrijving”, waarbij binnen de mogelijkheden die het gunningscriterium biedt wordt geschoven met bijvoorbeeld tarieven, niet strijdig met het aanbestedingsrecht. Indien op een bepaald onderdeel relatief meer punten kunnen worden binnengehaald dan op een ander onderdeel ligt het vanuit een oogpunt van (eerlijke) concurrentie veeleer voor de hand dat de inschrijver zich richt op het meest verdienende onderdeel en juist daarop de hoogste score probeert te verkrijgen. […]” Lit: Van Romburgh 2017: par. 7.2.7. Chen 2018: blz. 22 e.v.

Subsidie: De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. Wet: Art. 4: 21 lid 1 Awb en artikel 2.8 Aanbestedingswet 2012. Lit: Van der Horst en Schenk 2018, par. 6.24.

Succhi di Frutta: Korte benaming van het arrest HvJ EG 29 april 2004 in zaak C-496/99P. Deze uitspraak heeft betrekking op onder meer het transparantiebeginsel.

Supranationaal: Kenmerkend van EU-wetgeving is dat zij boven de nationale wetgeving van de lidstaten staat. Anders geformuleerd: EU-wetgeving is rechtstreeks van toepassing. Jur: HvJ EEG 5 februari 1963 in zaak 26-62 (Van Gend & Loos): “[…] dat de uitwerking van het communautaire recht op het interne recht van de lidstaten niet wordt behaald door dit interne recht, doch uitsluitend door het communautaire recht, vervolgens dat nationale rechtelijke instanties zijn gebonden de regels van communautaire recht rechtstreeks toe te passen en ten slotte, dat de nationale rechter gehouden is de regels van communautaire recht te doen prevaleren boven de daarmee in strijd zijnde nationale wetgeving, zelfs indien zij van latere datum is.” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 64.

Synthetisch beoordelen: Door de CvAE (Advies 362) op basis van r.o. 39 van HvJ EG 4 december 2003 in zaak C-448/01 (EVN en Wienstrom) ten onrechte bedacht begrip, dat fasegewijs beoordelen en gunnen verbiedt. Zie ook Fasegewijs gunnen. Jur: HvJ EU 20 september 2018 in zaak C-546/16 (Montte), r.o. 39: “Gelet op het voorgaande moet op de eerste vraag worden geantwoord dat richtlijn 2014/24 aldus moet worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale wettelijke regeling zoals die in het hoofdgeding, op grond waarvan aanbestedende diensten in het bestek van een openbare aanbestedingsprocedure minimumvereisten met betrekking tot de technische beoordeling mogen opleggen, zodat offertes die na die beoordeling niet een vooraf vastgesteld minimumaantal punten behalen, worden uitgesloten van de daaropvolgende beoordeling op basis van zowel de technische criteria als de prijs.”