EC: Europese Commissie.
ECLI: European Case Law Identifier, een Europese standaard voor het uniek nummeren van Europese en nationale rechterlijke uitspraken.
Economisch exploitatierisico: Het risico van blootstelling aan de grillen van de markt, thans ook wel ‘operationeel risico’ genoemd. Richtlijn: Art. 5 lid 1 Richtlijn 2014/23/EU. Jur: HvJ EG 10 maart 2011 in zaak C-274/09 (Privater Rettungsdienst und Krankentransport Stadler), r.o. 37: “In dit verband moet worden opgemerkt dat het economische exploitatierisico van de dienst moet worden opgevat als het risico van blootstelling aan de grillen van de markt […], dat zijn neerslag kan vinden in het gevaar voor mededinging van andere marktdeelnemers, het gevaar voor wanverhouding tussen vraag en aanbod van diensten, het risico van insolventie van degenen die de verrichte diensten moeten betalen, het risico dat de exploitatiekosten niet volledig door de inkomsten worden gedekt of ook het risico van aansprakelijkheid voor schade wegens gebrekkige dienstverlening […].”
Economisch meest voordelige inschrijving: Overkoepelende benaming voor een drietal gunningscriteria. De economisch meest voordelige inschrijving wordt door de aanbestedende dienst vastgesteld op basis van de: a. ‘beste prijs-kwaliteitverhouding’, b. ‘laagste kosten berekend op basis van kosteneffectiviteit’ of c. ‘laagste prijs’. Wet: Art. 2.114 Aanbestedingswet 2012 en art. 2.105 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 11.7.1.
Economische of technische functie: Element uit de definitie van (een) ‘werk’. Wet: art. 1.1 Aanbestedingswet 2012 en art. 1.1 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Jur: Hof Arnhem-Leeuwarden 13 januari 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:122, r.o. 3.12 gedeeltelijk: “[…] Wel volgt uit de Richtlijn en uit de jurisprudentie van het HvJ EU dat bij de vraag of een overheidsopdracht uit een of meer werken bestaat de economische en technische functie(s) van dat werk of die werken bepalend zijn, waarbij een werk in artikel 1, lid 2 sub b van de Richtlijn wordt gedefinieerd als: “het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.” Naar het oordeel van dit hof komt aan dit criterium (als zodanig een economische of technische functie vervullen) ook betekenis toe bij de beantwoording van de vraag of sprake is van één of meer overheidsopdrachten voor leveringen, die het grootste deel van de onderhavige opdracht (en) uitmaken.”
Eenvormige toepassing van het Unierecht: HvJ EU 12 december 2013 in zaak C-116/12 (Christodoulou), r.o. 34: “Het is vaste rechtspraak van het Hof dat uit de vereisten zowel van eenvormige toepassing van het Unierecht als van het gelijkheidsbeginsel volgt dat de termen van een Unierechtelijke bepaling die nergens uitdrukkelijk verwijst naar het recht van de lidstaten tot bepaling van strekking en reikwijdte ervan, in de gehele Europese Unie autonoom en eenvormig moeten worden uitgelegd, waarbij de context van de bepaling en het doel van de betrokken regeling in acht moeten worden genomen […].”
Eenvoudige precisering: HvJ EU 29 maart 2012 in zaak C-599/10 (SAG), r.o. 40: “Artikel 2 staat er in het bijzonder evenwel niet aan in de weg dat, in uitzonderlijke gevallen, de gegevens van de inschrijvingen gericht kunnen worden verbeterd of aangevuld, met name omdat deze klaarblijkelijk een eenvoudige precisering behoeven, of om kennelijke materiële fouten recht te zetten, mits deze wijziging er niet toe leidt dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt voorgesteld. […]”
EER: Europese Economische ruimte. Een drietal Europese landen die geen lid zijn van de Europese Unie – Liechtenstein, Noorwegen en IJsland – heeft zich verenigd in de Europese Economische Ruimte (EER). Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 3.4.
Eerlijke mededinging: Onvervalste mededinging (concurrentie). Jur: Rechtbank Den Haag 1 augustus 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:9125, r.o. 5.4: “[…] De achterliggende reden dat een inschrijver enkel met de inkoopafdeling van de Koninklijke Luchtmacht mocht communiceren moet – ook voor een professional als Helios – duidelijk zijn geweest, namelijk het voorkomen dat een inschrijver zich buiten andere inschrijvers om de aanbesteding in eigen voordeel – en daarmee in het nadeel van de ander(en) – zou kunnen beïnvloeden. Een dergelijke regel is – met het oog op de bescherming van de eerlijke mededinging – essentieel, zodat uitsluiting bij overtreding ervan niet als disproportioneel kan worden aangemerkt. […]”
Eerst vragen dan klagen: Begrip dat in de praktijk gebruikt wordt, om aan te geven, dat een klacht indienen zonder over de kwestie vragen te hebben gesteld, niet kan. Jur: Rechtbank Overijssel 19 september 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:3560, r.o. 4.7: “Icare kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet twee dagen voor het sluiten van de inschrijftermijn voor het eerst vragen stellen over de verlangde concernverklaring, terwijl Icare de mogelijkheden die de aan de inschrijvers is geboden om (aanvullende) vragen te stellen en die haar bekend waren, ongebruikt voorbij heeft laten gaan. De gemeente heeft op meerdere plekken in de aanbestedingsdocumenten expliciet opgenomen dat (aanvullende) vragen die gericht zijn op verduidelijking tijdig moeten worden ingebracht, en dat van inschrijvers een proactieve houding wordt verlangd, zodat daarop in de Nota van Inlichtingen kan worden ingegaan (“Vragen over een aanbesteding dienen tijdig te worden gesteld, zodat deze in de Nota(’s) van Inlichtingen (NvI) kunnen worden beantwoord. (…) De Nota van Inlichtingen is het instrument om alle inschrijvers gelijktijdig op de hoogte te stellen van wijzigingen al dan niet met een termijn van verlenging”).”
Effectieve rechtsbescherming: Rechtsbescherming in een stadium waarin inbreuken op het recht nog ongedaan kunnen worden gemaakt.
Effectiviteitsbeginsel: Beginsel op grond waarvan burgers de rechten en verplichtingen die uit het Unierecht voortvloeien voor de rechter geldend moeten kunnen maken. Jur: Hof Den Haag 25 oktober 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3169, r.o. 24: “[…] Een gepasseerde gegadigde zou dan niet kunnen opkomen tegen de gunning van een concessieovereenkomst aan een derde zonder openbare aankondiging van het voornemen daartoe. Een dergelijke uitkomst valt niet te verenigen met het effectiviteitsbeginsel, op grond waarvan burgers rechten en verplichtingen die uit het Unierecht voortvloeien, voor de rechter geldend moeten kunnen maken. […].”
Effectiviteitsvereiste: Overweging bij de Rechtsbeschermingsrichtlijn(en): “dat de openstelling van aanbestedingen voor mededinging uit de gehele Gemeenschap een aanzienlijke uitbreiding van de garanties inzake doorzichtigheid en non-discriminatie vereist en dat, wil deze openstelling tot concrete resultaten leiden, er doeltreffende en snelle beroepsprocedures moeten bestaan ingeval van schending van het Gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten of van nationale voorschriften waarin dit recht is omgezet.” Jur: HvJ EG 27 februari 2003 in zaak C-327/00 (Santex), r.o. 52. “In deze omstandigheden heeft het Hof opgemerkt dat de vaststelling van redelijke vervaltermijnen in beginsel voldoet aan het effectiviteitsvereiste van richtlijn 89/665, aangezien dit een toepassing van het rechtszekerheidsbeginsel vormt […].”
EG: Afkorting voor ‘Europese Gemeenschap’, de voorloper van de EU.
Eigen verklaring (1): Een verklaring van een ondernemer waarin deze aangeeft: a. of uitsluitingsgronden op hem van toepassing zijn; b. of hij voldoet aan de in de aankondiging of in de aanbestedingsstukken gestelde geschiktheidseisen; c. of hij voldoet of zal voldoen aan de technische specificaties en uitvoeringsvoorwaarden die milieu en dierenwelzijn betreffen of die gebaseerd zijn op sociale overwegingen; d. of en op welke wijze hij voldoet aan de selectiecriteria. Wet: Artt. 2.84 en 2.85 Aanbestedingswet 2012. Lit: Van de Water 2018.
Eigen verklaring (2): Het UEA. Zie UEA. Wet: Artt. 1.19, 2.39 en 2.85 Aanbestedingswet 2012. Lit: Van de Water 2018.
Eigen verklaring (3): “Een verklaring als bedoeld in artikel 2.84, eerste lid”, volgens de wettelijke definitie. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Eis: Een in een aanbestedingsstuk opgenomen eis van een aanbestedende dienst.
Elektronisch aanbesteden: Digitaal aanbesteden, waarbij voor nationale aanbestedingsprocedures niet noodzakelijkerwijs ook digitaal moet worden ingeschreven. De aanbestedingsstukken worden digitaal ter beschikking gesteld. Lit: Essers 2017: blz. 236 e.v.
Elektronisch inschrijven: Inschrijven op digitale wijze (middels een aanbestedingsplatform). Jur: Rechtbank Oost-Brabant 1 juli 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:3932, r.o. 2.9: “Na onderzoek van het ICT-systeem van de Provincie is gebleken dat op 6 maart 2015 een emailbericht (inclusief een bijlage van meer dan 12 MB) is ontvangen van vorenbedoelde marktpartij en dat dit emailbericht is geweigerd door de mailserver van de Provincie wegens overschrijding van de mailgrootte. De daaropvolgende waarschuwingsmail vanuit de mailserver van de Provincie is bij de markpartij niet ontvangen, omdat het oorspronkelijke emailbericht (inclusief bijlage van meer dan 12 MB) daarbij was gevoegd als bijlage. De waarschuwingsmail is daardoor tussen de mailservers van de Provincie en de marktpartij blijven hangen.”
Elektronisch middel: Een middel waarbij gebruik wordt gemaakt van elektronische apparatuur voor gegevensverwerking (met inbegrip van digitale compressie) en gegevensopslag, alsmede van verspreiding, overbrenging en ontvangst door middel van draden, straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische middelen. Bij de Europese aanbesteding vindt (per 1 juli 2017) de communicatie en informatie-uitwisseling tussen de aanbesteder en ondernemers in beginsel (behoudens uitzonderingen) plaats met behulp van elektronische middelen. Wet: Artt. 1.1 en 2.52a Aanbestedingswet 2012.
Elektronisch systeem voor aanbestedingen: TenderNed. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Elektronische catalogi: Documenten in een elektronisch format waarmee informatie voor alle deelnemende bieders op dezelfde wijze wordt gepresenteerd en georganiseerd en dat zich leent voor elektronische verwerking. Elektronische catalogi bevorderen de mededinging en het stroomlijnen van overheidsaankopen, omdat zij tijd en kosten besparen. Wet: § 2.3.8.2a en art. 3.73a Aanbestedingswet.
Elektronische veiling: Een zich herhalend elektronisch proces voor de presentatie van nieuwe, verlaagde prijzen of van nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de inschrijvingen, dat plaatsvindt na de eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen en dat klassering op basis van automatische beoordelingsmethoden mogelijk maakt. Wet: art. 1.1 en par. 2.3.8.6 Aanbestedingswet 2012 en art. 2.108 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.
EMAS: Europees Milieumanagement- en Audit Schema is een milieubeheer- en auditsysteem van de EU voor bedrijven en andere organisaties. In de praktijk kan een organisatie die een ISO 14001-certificaat bezit, een EMAS-registratie krijgen door het milieuverslag aanvullend te laten valideren volgens de daarvoor geldende regels. Dat is ook meteen het verschil tussen ISO 14001 en EMAS. ISO 14001 vereist niet dat een organisatie periodiek extern informatie verstrekt over haar milieuprestaties. EMAS vereist dat wel. Jur: Rechtbank Den Haag, 13 september 2007 (KG 07 vs. 923) r.o. 5.5: “ […] een intern milieukwaliteitssysteem niet gelijkwaardig is aan een ISO-1400-certificaat (EMAS), omdat bij een intern systeem de periodieke toetsing door een onafhankelijke derde ontbreekt.” Lit: Essers 2013: blz. 375.
EMVA: Oude afkorting voor het oude ‘economisch meest voordelige aanbieding’.
EMVI: Afkorting voor ‘economisch meest voordelige inschrijving’.
Enige mate van subjectiviteit: Begrip uit de (vaste) jurisprudentie van voorzieningenrechters. Jur: Rechtbank Den Haag 11 december 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:14593, r.o. 4.3.1: “Enige mate van subjectiviteit is inherent aan de beoordeling van een kwalitatief gunningscriterium, zoals hier aan de orde. Weliswaar staat dat enigszins op gespannen voet met de objectieve beoordelingssystematiek van het aanbestedingsrecht en de daarop toepasselijke beginselen van transparantie en gelijke behandeling, maar het behoeft als zodanig nog niet mee te brengen dat ook daadwerkelijk sprake is van strijd met dat recht en/of die beginselen. Van belang is dat (i) het voor een potentiële inschrijver volstrekt duidelijk is wat er van hem wordt verwacht, (ii) de inschrijvingen aan de hand van een zo objectief mogelijk systeem worden beoordeeld en (iii) de gunningsbeslissing zodanig inzichtelijk wordt gemotiveerd dat het voor een afgewezen inschrijver mogelijk is om de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen. […]”
Enkelvoudig onderhands: Een ‘één op één’-inkoop (-aankoop) waar geen concurrentiestelling plaats vindt.
E-procurement: Het ondersteunen van het inkoopproces met behulp van internettechnologie.
E-reverse auctioning: Andersom veilen (auctioning): een afnemer maakt zijn behoefte aan producten kenbaar aan verschillende leveranciers, waarna de leveranciers tijdens de veiling hun bod uitbrengen.
Erkenningsregeling: Een systeem, dat specifiek geldt voor de speciale sector (nutssector). De erkenningsregeling biedt speciale-sectorbedrijven (nutsbedrijven) de mogelijkheid om vooraf, zonder dat er nog sprake is van een concrete opdracht, aannemers, leveranciers en dienstverleners te selecteren, zodat op het moment dat zich een concrete inkoopbehoefte voordoet, na een (korte) selectie offertes kunnen worden aangevraagd. Wet: Hoofdstuk 3.4 Aanbestedingswet 2012. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 10.8.2. Chen 2018: blz. 16 e.v.
Ernstige beroepsfout: Een (dusdanige) fout in de zin van art. 2. 87 lid 1 sub c Aanbestedingswet 2012, waardoor de integriteit van de inschrijver of gegadigde in twijfel kan worden getrokken. Wet: Art. 2. 87 lid 1 sub c Aanbestedingswet 2012. Jur: HvJ EU 14 december 2016 in zaak C-171/15 (Connexxion Taxi Services BV/Staat der Nederlanden e.a.), r.o. 44: “[…] aldus moeten worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat een aanbestedende dienst besluit om een overheidsopdracht te gunnen aan een inschrijver die een ernstige beroepsfout heeft begaan, op de grond dat de uitsluiting van deze inschrijver van de aanbestedingsprocedure in strijd zou zijn met het evenredigheidsbeginsel, terwijl een inschrijver die een dergelijke beroepsfout heeft begaan volgens de aanbestedingsvoorwaarden voor deze opdracht zonder meer moest worden uitgesloten, zonder dat wordt nagegaan of deze sanctie al dan niet evenredig is.” Lit: Geursen 2014: blz. 205 e.v. Van der Horst en Schenk 2018: blz. 408.
Essentiële elementen van een aanbestedingsprocedure: Omvatten de aanbestedingsstukken, verzoeken tot deelneming en inschrijvingen. Wet: Art. 1.1 en art. 2.52b lid 2 Aanbestedingswet 2012.
EU: Europese Unie. Het samenwerkingsverband tussen Europese lidstaten. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 62.
EU-besluit: Richt zich specifiek tot een lidstaat of een particulier (onderneming) en is in al zijn onderdelen verbindend. Verdrag: Art. 288 EU-verdrag.
EU-Richtlijn: Een EU-richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen. Wet: Art. 288 VWEU. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 3.5.4.2.
EU-verordening: Heeft een algemene strekking. Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Verdrag: Art. 288 EU-verdrag.
Europa decentraal: Kenniscentrum voor Europees recht en beleid van en voor (semi-)overheidsorganisaties. Doel van Europa decentraal is de kennis en expertise over Europees recht en beleid en de juiste toepassing ervan bij de decentrale overheden te vergroten en het Europabewustzijn te bevorderen (www.europadecentraal.nl).
Europees recht: Wet- en regelgeving en jurisprudentie die betrekking hebben op de Europese Unie.
Europese aanbesteding: In de praktijk gebruikte term om een aanbesteding waarbij de Europese aanbestedingsregels worden gevolgd aan te geven ter onderscheid van de ‘nationale aanbesteding’.
Europese Commissie: De ‘Commissie’, het dagelijks bestuur van de Europese Unie. Wet: Art. 244 e.v. VWEU.
EU-verdrag: Het VWEU (Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie).
EU-verordening: Een EU-verordening heeft een algemene strekking. Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Wet: Art. 288 VWEU Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 65.
Evaluatie: Het verzamelen, het aan de hand van de door de aanbestedende dienst opgestelde eisen en criteria op objectieve wijze beoordelen en interpreteren van door gegadigden ingediende aanmeldingen of door inschrijvers ingediende offertes.
Evenredigheidsbeginsel (1): Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur (abbb) dat voorschrijft, dat de voor (een) belanghebbende(n) nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de (het) met het besluit te dienen doel(en). Wet: Art. 3:4 lid 2 Awb. Jur: HvJ EU 10 juli 2014 in zaak C-358/12 (Consorzio Stabile Libor Lavori Pubblici), r.o. 34: “Wat tot slot de noodzaak van een dergelijke maatregel betreft, moet in de eerste plaats worden opgemerkt dat de omschrijving in de nationale regeling van een precies drempelbedrag voor de uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten, namelijk een verschil tussen het verschuldigde en het gestorte bedrag aan sociale zekerheidsbijdragen dat groter is dan 100 EUR en 5% van het verschuldigde bedrag, niet alleen gelijke behandeling van de inschrijvers garandeert, maar ook de rechtszekerheid, beginsel waarvan de inachtneming voorwaarde is voor de evenredigheid van een beperkende maatregel. […]” Lit: Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male 2014: hoofdstuk 7, § 5, nr. 51.
Evenredigheidsbeginsel (2): Algemeen beginsel van aanbestedingsrecht. Jur: Hof Den Haag 23 juni 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1588, r.o. 14: “Een van de (andere) algemene beginselen van aanbestedingsrecht is echter het evenredigheidsbeginsel. Dit beginsel geldt voor alle fasen van de aanbestedingsprocedure en brengt onder meer mee dat de reactie van de aanbestedende dienst op een verzuim van een inschrijver in verhouding tot dat verzuim dient te staan. Het gaat daarbij in dit geval niet om de disproportionaliteit van een gestelde eis als zodanig, maar om de toepassing van die eis in een concreet geval. De stelling van Rijkswaterstaat dat Haskoning haar bezwaren tegen de eis dat de inschrijving ook via TenderNed moest worden ingediend, eerder kenbaar had moeten maken, miskent dit verschil. Anders dan Rijkswaterstaat betoogt, staat artikel 7.16.1 ARW 2012 aan deze toepassing van het proportionaliteitsbeginsel niet in de weg, omdat het betreffende artikel de werking van het proportionaliteitsbeginsel als algemeen beginsel van aanbestedingsrecht niet uitsluit.”
EVN-Wienstrom: Korte benaming voor het arrest HvJ EG 4 december 2003, in zaak C-448/01 (EVN en Wienstrom). Relevant in verband met gunningscriteria.
Ex ante aankondiging: Zie Vrijwillige transparantie vooraf.
Exceptio plurium litis consortium: Alle betrokken partijen (aanbestedende diensten) dienen te worden gedagvaard. Jur: Rechtbank Noord-Nederland 29 maart 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:1420, r.o. 4.4: “Staples heeft echter slechts de RUG als gedaagde opgeroepen in het onderhavige kort geding. Volgens vaste jurisprudentie is de consequentie daarvan dat Staples niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vorderingen. […]”.
Exitplan: Bij bepaalde overheidsopdrachten (overeenkomsten) moet (bij voorbaat) serieus rekening worden gehouden met een ‘exitplan’. De overeenkomst vereist alsdan (een) bepaling(en), op grond waarvan de opdrachtnemer bij het beëindigen van de overeenkomst op verzoek van opdrachtgever datgene doet wat redelijkerwijs noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat (ook) een nieuwe opdrachtnemer een soortgelijke prestatie (bijvoorbeeld een dienst) ten behoeve van opdrachtgever kan verrichten en de opdrachtgever en de nieuwe opdrachtnemer (dus) geen belemmeringen zullen ondervinden van de oude overeenkomst (de oude prestatie).
Exitscenario: zie Exitplan.
Exploitatie van grond: HvJ EU 14 juli 2016 in de gevoegde zaken C-458/14 en C-67/15, r.o. 48: “Die uitlegging wordt bovendien bevestigd door overweging 15 van richtlijn 2014/23. In die overweging staat immers te lezen dat bepaalde overeenkomsten die tot voorwerp hebben het recht van een ondernemer om bepaalde publieke domeinen of rijkdommen te exploiteren, naar publiek- of privaatrecht, zoals grond, waarbij de staat slechts algemene voorwaarden voor het gebruik ervan vaststelt zonder bepaalde werken of diensten aan te besteden, niet als “concessies voor diensten” in de zin van die richtlijn mogen worden aangemerkt.”
Exploitatierisico: Het wezenlijke risico van de exploitatie bij een concessie(opdracht). Jur: HvJ EG 25 maart 2010 in zaak C-451/08 (Helmut Müller GmbH), r.o. 75: “Bovendien zij erop gewezen dat de concessie er in wezen in bestaat dat de concessiehouder zelf het voornaamste economische en in elk geval wezenlijke risico van de exploitatie draagt […].”