Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:HR:2012:BU7252

5 April 2013

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

3 februari 2012

Eerste Kamer

10/04958

EE/AK

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[De vader],

wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie,

advocaat: mr. P. Garretsen,

t e g e n

1. [A] C.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

2. [De zoon],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDERS in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vader en [A] c.s.

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak 681/00 van de rechtbank Middelburg van 6 februari 2002;

b. het vonnis in de zaak 34141/HA ZA 02/200 van de rechtbank Middelburg van 24 september 2003;

c. het arrest in de zaak 04/440 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 26 juli 2006;

d. het arrest in de zaak C06/316HR, LJN BC9945, NJ 2008/336 van de Hoge Raad van 13 juni 2008;

e. de arresten in de zaak 200.015.562/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 28 april 2009 (tussenarrest) en 27 april 2010 (eindarrest).

Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het eindarrest van het hof heeft de vader beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Tegen [A] c.s. is verstek verleend.

De zaak is voor de vader toegelicht door zijn advocaat.

De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.

De advocaat van [de vader] heeft op 16 december 2011 schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [de vader] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [A] c.s. begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 3 februari 2012.

Artikel delen