Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBAMS:2014:2396

2 May 2014

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: C/13/545122 / HA ZA 13-729

Vonnis van 12 maart 2014

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DUO CURSUSSEN B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

advocaat mr. W.H. van Baren te Amsterdam,

tegen

1. de stichting

STICHTING IJSCOMPLEX JAAP EDEN,

gevestigd te Amsterdam,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DE SCHAATSSCHOOL B.V.,

gevestigd te Zwaag,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

MEEBELL BEHEER B.V.,

gevestigd te Purmerend,

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SPWORT CONSULTANTS B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagden,

advocaat mr. F.J. Majoor te Diemen.

Eiseres zal hierna Duosport worden genoemd en gedaagden zullen gezamenlijk de Stichting c.s. en afzonderlijk de Stichting, de Schaatsschool, Meebell en Spwort worden genoemd.

De procedure

1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de dagvaardingen van 23 april en 8 mei 2013,

  • de akte houdende overlegging producties van Duosport, met producties,

  • de conclusie van antwoord, met producties,

  • het tussenvonnis van 25 september 2013 waarbij een comparitie is bepaald,

  • het proces-verbaal van comparitie van 23 januari 2014 met de daarin genoemde stukken en proceshandelingen.

1.2.Ten slotte is vonnis bepaald.

De feiten

2.1.De gemeente Amsterdam is eigenaar van de grond en het zich daarop bevindende sportcomplex Jaap Edenbaan met toebehoren, waaronder een ijshal, een 400 meter baan, een schaatscafé en kantoren. De Stichting huurt dit sportcomplex van de gemeente Amsterdam. De Stichting is voorts houder van een omgevingsvergunning voor de Jaap Edenbaan. De Stichting heeft als doel het bevorderen in Amsterdam van de belangstelling voor en beoefening van de schaatssporten alles in de meest uitgebreide zin van het woord.

2.2.De rechtsvoorganger van Duosport is in 1990 opgericht. Tot en met het seizoen 2012/2013 heeft Duosport schaatscursussen op de Jaap Edenbaan te Amsterdam verzorgd.

2.3.Duosport en de Stichting hebben laatstelijk op 1 mei 2008 een samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot het verzorgen van schaatslessen op de Jaap Edenbaan en een huurovereenkomst aangaande kantoorruimte op het sportcomplex gesloten voor de duur van vijf jaren.

2.4.Bij brief van 23 december 2011 heeft de Stichting aan Duosport bericht dat de samenwerkingsovereenkomst en de huurovereenkomst op 30 april 2013 zullen eindigen, alsmede dat zij voornemens is – met betrekking tot de nagelegen periode – een aanbestedingsprocedure te organiseren voor het verzorgen van schaatslessen op de Jaap Edenbaan.

2.5.Op 16 oktober 2012 heeft de Stichting een vooraankondiging voor een aanbestedingsprocedure met betrekking tot de opdracht “schaatslessen en schaatsinstructie” op www.aanbestedingskalender.nl geplaatst. Verder heeft de Stichting aankondigingen geplaatst op websites, waaronder haar eigen website, alsmede in diverse sport- en schaatsvakbladen.

2.6.Twee of meer marktpartijen, waaronder de Schaatsschool, hebben tijdig een inschrijving ingediend. Duosport heeft niet op de aanbestede opdracht ingeschreven.

2.7.Op 21 maart 2013n

Prod 11 van Duosport

hebben de Stichting en de Schaatsschool een overeenkomst getekend op grond waarvan de Schaatsschool tot 30 april 2017 het exclusieve recht heeft om schaatsinstructie te geven op de Jaap Eden IJsbaan.

Op 25 maart 2013 heeft de Stichting de uitslag van de aanbestedingsprocedure publiekelijk bekend gemaakt. Het daartoe opgestelde bericht bevat, voor zover hier van belang, de navolgende informatie:

“De aanbesteding voor schaatsinstructie op de Jaap Eden IJsbaan is succesvol afgerond en gegund aan De Schaatsschool. (…)”

2.9.Bij dagvaarding van 5 april 2013 heeft onder anderen Duosport de Stichting bij deze rechtbank in kort geding gedagvaard en gevorderd, voor zover hier van belang, dat de Stichting wordt bevolen om de uitvoering van de overeenkomst met de Schaatsschool te staken en gestaakt te houden en Duosport toe te laten tot de Jaap Edenbaan om schaatsinstructie te geven. De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft in een vonnis van 1 mei 2013n

Prod 12 van Duosport

onder meer geoordeeld dat de Schaatsschool in verband met de eisen ter zake van de financiële en economische draagkracht en met betrekking tot het onderdeel referenties door de beoordelingescommissie van de Stichting van de aanbesteding had moeten worden uitgesloten en dat Duosport haar rechten om tegen de gunning te ageren niet heeft verwerkt doordat zij niet heeft ingeschreven op de aanbesteding.

2.10.De Stichting is tegen dit vonnis in appèl gegaan. Het Gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 30 juli 2013n

Prod 2 bij cva

het vonnis van de voorzieningenrechter van 1 mei 2013 vernietigd en opnieuw rechtdoende de gevorderde voorziening geweigerd. Daartoe heeft het overwogen dat Duosport geen belang heeft bij de gevorderde voorzieningen aangezien ervan mag worden uitgegaan dat zij niet zou deelnemen aan heraanbesteding. Ook heeft het hof overwogen dat de keuze die Duosport heeft gemaakt en waaraan zij bekendheid heeft gegeven, om niet aan de aanbestedingsprocedure deel te nemen vanwege haar afwijzing van het aangeboden samenwerkingsmodel, tot gevolg heeft dat Duosport haar recht heeft verwerkt om op te komen tegen het resultaat daarvan.

Het geschil

3.1.Duosport vordert, samengevat, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de tussen de Stichting en de Schaatsschool gesloten overeenkomst te vernietigen met veroordeling van de Stichting c.s. in de proceskosten vermeerderd met de wettelijke rente.

3.2.Daartoe stelt zij, kort weergegeven, het volgende. Duosport heeft belang bij vernietiging van de overeenkomst. Dat belang is gelegen in het handhaven van de kwaliteit en capaciteit van de schaatslessen alsmede in het op juiste wijze doorlopen van de aanbestedingsprocedure. De Schaatsschool voldoet niet aan de vooraf door de Stichting bekend gemaakte eisen.

3.3.De Stichting voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

De beoordeling

Het meest verstrekkende verweer van de Stichting c.s. is dat Duosport geen belang heeft bij haar vordering.

Dit verweer slaagt. Uit hetgeen Duosport aan haar eis ten grondslag heeft gelegd kan niet een belang als bedoeld in artikel 3:303 BW worden afgeleid dat voldoende is om de vordering te rechtvaardigen.

Duosport heeft ter comparitie desgevraagd verklaard dat de Stichting haar heeft toegezegd dat indien de aanbesteding zou mislukken, zij weer met Duosport zou onderhandelen en dat er reden was om aan te nemen dat partijen er dan wel zouden zijn uitgekomen. De Stichting heeft in dit verband ter comparitie verklaard dat zij niet heeft toegezegd dat exclusief met Duosport zou worden onderhandeld. Duosport heeft voorts haar bezwaar tegen de door de Stichting beoogde samenwerkingsvorm gehandhaafd en de Stichting heeft verklaard dat zij aan deze vorm wil vasthouden. Dit alles betekent dat niet aannemelijk is dat, indien de overeenkomst tussen de Stichting en de Schaatsschool wordt vernietigd, de Stichting het exclusieve recht om op de Jaap Edenbaan schaatsinstructie te geven aan Duosport zal verlenen. De Stichting heeft ter comparitie desgevraagd meegedeeld dat indien de aanbesteding ongeldig zou zijn verklaard, zij de lessen mogelijk in eigen beheer zou zijn gaan verzorgen.

Duosport heeft niet toegelicht hoe het enkele feit van de vernietiging van de overeenkomst tussen de Stichting en de Schaatsschool het niveau van de schaatslessen en de capaciteit daarvan op de Jaap Edenbaan ten goede zou komen, anders dan doordat de opdracht in dat geval aan haar zou worden gegund. Nu niet aannemelijk is dat bij vernietiging van de overeenkomst de opdracht aan haar zou worden gegund, kan het betoog van Duosport in dit verband niet slagen.

In het licht van het voorgaande gaat de stelling van Duosport dat zij belang heeft bij het op juiste wijze doorlopen van de aanbestedingsprocedure evenmin op. Gesteld noch gebleken is immers dat Duosport van deelname aan de aanbestedingsprocedure heeft afgezien om reden dat zij niet zou kunnen voldoen aan de in het Offertereglement opgenomen eisen, waarvan Duosport heeft gesteld dat die niet correct zijn nageleefd (art. 11 (financiele en economische draagkracht) en art. 12 (referentieverklaringen)). Het zuiver ideële belang van handhaving van de kwaliteit en capaciteit van de schaatslessen is in dit geschil geen in rechte te respecteren belang. Bij deze stand van zaken heeft Duosport evenmin belang bij naleving van de bezwaartermijn van art. 32 van het Offertereglement.

4.2.De slotsom is dat de vordering zal worden afgewezen, met veroordeling van Duosport in de proceskosten aan de zijde van de Stichting c.s. tot op heden begroot op:

- griffierecht € 589,00

- salaris advocaat € 904,00 (2 punten, tarief € 452,00)

Totaal € 1.493,00

De beslissing

De rechtbank

5.1.wijst het gevorderde af,

5.2.veroordeelt Duosport in de proceskosten, aan de zijde van de Stichting c.s. tot op heden begroot op € 1.493,00.

Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2014.n

type: Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

coll:

Artikel delen