Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBDHA:2024:2079

20 February 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/656254 / HA ZA 23-987

Vonnis in verzet van 14 februari 2024

in de zaak van

PRIMA FLEX B.V., te Assendelft,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

gedaagde in het verzet,

advocaat mr. A.C.M. van der Voet te Zoetermeer,

tegen

ESI BETONSTAAL B.V., te Den Haag,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

eiseres in het verzet,

advocaat mr. T.F.W. Bijloo te Den Haag.

Partijen zullen hierna Prima Flex en ESI Betonstaal genoemd worden.

De procedure

1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het door deze rechtbank op 19 juli 2023 tussen Prima Flex en ESI Betonstaal bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer C/09/648728 / HA ZA 23-519;

  • de verzetdagvaarding van 18 september 2023, met producties;

  • de e-mail van de rechtbank van 17 januari 2024 aan mr. Bijloo over het onbetaald gebleven gedeelte van het griffierecht;

  • de e-mail van mr. Bijloo van 31 januari 2024.

1.2.Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

De beoordeling

2.1.ESI Betonstaal heeft tijdig verzet ingesteld tegen het tussen partijen gewezen verstekvonnis van 19 juli 2023, zodat zij in zoverre in het verzet kan worden ontvangen.

2.2.Aan ESI Betonstaal een bedrag van € 2.837 aan griffierecht geheven, maar zij heeft dit tot een bedrag van € 2.737 onbetaald gelaten.

2.3.Het niet tijdig betalen van griffierecht door de eiser in het verzet leidt ingevolge artikel 147 Rv tot bekrachtiging van het verstekvonnis, tenzij de rechter van oordeel is dat de toepassing deze wetsbepaling, gelet op het belang van één of meer van de partijen bij toegang tot de rechter, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard (artikel 127a lid 3 Rv). Bij deze hardheidsclausule moet volgens de wetgever worden gedacht aan de situatie dat de betaling wel tijdig door eiser of gedaagde is verricht, maar door fouten bij de administratieve verwerking van die betaling of een computerstoring bij de rechtbank of de bankinstelling te laat op de juiste plek is aangekomen (MvT, Kamerstukken II 2008/09, 31758, nr. 3, p. 18).

2.4.ESI Betonstaal heeft desgevraagd aangegeven dat zij zich op deze hardheidsclausule wenst te beroepen. Zij heeft hiertoe, samengevat, aangevoerd dat zij bezig is met een transitie van het vlechten van betonstaal naar andere activiteiten, die echter nog geen inkomsten opleveren. Hierdoor heeft zij tijdelijk geen middelen beschikbaar om het griffierecht te voldoen. Er is dus sprake van betalingsonmacht en geen betalingsonwil, aldus nog steeds ESI Betonstaal.

2.5.Deze gestelde omstandigheden behoren tot het ondernemersrisico van ESI Betonstaal en leveren, in het licht van wat de wetgever heeft beoogd, geen gerechtvaardigd beroep op de hardheidsclausule op.

2.6.De slotsom is dat het verstekvonnis zal worden bekrachtigd.

2.7.ESI Betonstaal zal als de in het ongelijke gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het verzet, aan de zijde van Prima Flex begroot op nihil.

De beslissing

De rechtbank

3.1.bekrachtigt het door deze rechtbank op 19 juli 2023 onder zaaknummer / rolnummer C/09/648728 / HA ZA 23-519 gewezen verstekvonnis;

3.2.veroordeelt ESI Betonstaal in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van Prima Flex tot op heden begroot nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.n

type: 1554

Artikel delen