vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer: NL19.17950
Vonnis van 1 oktober 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidVGZ ZORGKANTOOR B.V.,gevestigd te Arnhem,eiseres, hierna te noemen: VGZ Zorgkantoor B.V.,advocaat mr. G.D. Bosman te Veldhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidBORIZ B.V.,gevestigd te Velp, Gemeente Rheden,verweerster, hierna te noemen: Boriz B.V.,advocaat mr. B.P.J.M.L. Vliexs te Nijmegen.
1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de procesinleiding
- de akte van Boriz B.V. van 9 september 2019
- de berichten van de rechtbank van 10 september 2019
- het bericht van VGZ Zorgkantoor B.V. van 11 september 2019
- het bericht van Boriz B.V. van 23 september 2019.
1.2.Ten slotte is vonnis bepaald.
2.1.Partijen hebben erin toegestemd dat op de voet van art. I lid 3 van de Spoedwet KEI (Stb. 2019, 241 en 247) zal worden voortgeprocedeerd volgens het procesrecht dat vanaf 1 oktober 2019 landelijk van toepassing is in dagvaardingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging. Daartoe zal de zaak worden ingeschreven op de rol van 13 november 2019, de eerste roldag na de dag waarop het verweerschrift digitaal uiterlijk kon worden ingediend, voor het nemen van een conclusie van antwoord door Boriz B.V..
2.2.Vanaf heden dienen partijen met de rechtbank te communiceren via de B-formulieren en niet meer digitaal via Mijn Rechtspraak of het Aansluitpunt Rechtspraak. Dossieropbouw via deze systemen wordt beëindigd. De stukken in het digitale dossier blijven nog 12 maanden digitaal toegankelijk en worden daarna gearchiveerd. De partijen dienen zelf ervoor te zorgen dat zij zonder gebruikmaking van Mijn Rechtspraak of het Aansluitpunt Rechtspraak kunnen beschikken over het tot op heden opgebouwde digitale dossier.
2.3.Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
De rechtbank
3.1.bepaalt dat de procedure zal worden vervolgd volgens het recht dat landelijk geldt in dagvaardingsprocedures met verplichte procesvertegenwoordiging in zaken waarin het exploot van dagvaarding na 30 september 2019 is betekend,
3.2.bepaalt dat de zaak in de stand waarin deze zich bevindt zal worden ingeschreven op de rol van 13 november 2019,
3.3.bepaalt dat Boriz B.V. dan een conclusie van antwoord kan nemen,
3.4.houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kropman en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2019.