Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBGEL:2025:10082

Omgevingswet. Omgevingsvergunning voor tijdelijke afwijking omgevingsplan voor een evenement. In beginsel geen procesbelang meer als evenement al heeft plaatsgevonden, tenzij aannemelijk is dat nieuwe besluiten over soortgelijke situaties volgen en daarom belang bestaat bij een inhoudelijk oordeel. In dit geval geen procesbelang meer omdat in de tussentijd een omgevingsvergunning is verleend vo...

Rechtbank Gelderland 2 December 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:RBGEL:2025:10082 text/xml public 2025-12-02T17:00:09 2025-11-25 Raad voor de Rechtspraak nl Rechtbank Gelderland 2025-11-26 ARN 24/7492 Uitspraak Eerste aanleg - enkelvoudig NL Arnhem Bestuursrecht; Omgevingsrecht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2025:10082 text/html public 2025-11-28T09:31:58 2025-12-02 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:RBGEL:2025:10082 Rechtbank Gelderland , 26-11-2025 / ARN 24/7492
Omgevingswet. Omgevingsvergunning voor tijdelijke afwijking omgevingsplan voor een evenement. In beginsel geen procesbelang meer als evenement al heeft plaatsgevonden, tenzij aannemelijk is dat nieuwe besluiten over soortgelijke situaties volgen en daarom belang bestaat bij een inhoudelijk oordeel. In dit geval geen procesbelang meer omdat in de tussentijd een omgevingsvergunning is verleend voor de komende drie jaar, deze omgevingsvergunning onherroepelijk is, en niet bekend is of en zo ja in welke vorm het evenement daarna zal plaatsvinden.

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: ARN 24/7492

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiser] en [eiseres], uit [plaats], eisers

(gemachtigde: mr. J. van den Hoorn)

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal, het college

(gemachtigden: F. Bouwmans, C. Derksen en M. de Graaf-Bierbrouwer).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over een omgevingsvergunning die het college op 19 april 2024 heeft verleend aan Wolfsberg Horeca B.V. voor het evenement "De Wolfsberg Live". Eisers zijn het niet eens met deze omgevingsvergunning. De rechtbank beoordeelt de omgevingsvergunning aan de hand van de beroepsgronden van eisers.

1.1. De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het beroep van eisers niet-ontvankelijk is, omdat zij geen procesbelang meer hebben. De rechtbank licht haar oordeel hierna toe.

Procesverloop

2. Met het bestreden besluit op het bezwaar van eisers van 13 september 2024 is het college bij de omgevingsvergunning gebleven. Eisers hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

2.1. De rechtbank heeft het beroep op 30 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, hun gemachtigde en de gemachtigden van het college. De vergunninghouder Wolfsberg Horeca B.V. heeft niet gereageerd op de uitnodiging van de rechtbank om aan deze zaak deel te nemen als derde-partij.

Beoordeling door de rechtbank
I. Totstandkoming van het bestreden besluit
3. Op 28 februari 2024 heeft Wolfsberg Horeca B.V. een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor De Wolfsberg Live bij hotel-restaurant [naam hotel-restaurant] aan de [locatie 1] in [plaats]. De aanvraag ziet op het afwijken van het omgevingsplan om een evenement te mogen organiseren op gronden met een natuurbestemming. De aanvraag ziet op een evenement dat de afgelopen 10 jaar jaarlijks is teruggekeerd en ziet nu op een tijdelijke afwijking van het omgevingsplan voor twee weekenden in 2024, te weten: 26, 27 en 28 april en 16 en 17 augustus 2024.
3.1.
Eisers wonen aan [locatie 2] in [plaats]. Hun perceel grenst aan het terrein waarop de evenementen van De Wolfsberg worden georganiseerd. Zij ervaren al enige jaren geluidsoverlast van deze evenementen. Eisers hebben daarom bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning. In de beslissing op het bezwaar van eisers van 13 september 2024 is het college bij de omgevingsvergunning gebleven.
II. Procesbelang
4. Het college heeft het procesbelang van eisers bij deze omgevingsvergunning ter discussie gesteld, omdat de evenementen in 2024 al hebben plaatsgevonden en omdat het college inmiddels op 25 april 2025 een omgevingsvergunning heeft verleend om de komende drie jaren (2025, 2026 en 2027) hetzelfde evenement op dezelfde plek te organiseren in dezelfde twee weekenden in april en augustus. Tegen deze omgevingsvergunning is geen bezwaar gemaakt. De uitspraak in deze zaak kan daarom geen gevolgen meer hebben voor deze evenementen tot en met 2027. Hierdoor kan de uitspraak over de vergunning uit 2024 voor een langere periode niet worden betrokken bij toekomstige aanvragen om een omgevingsvergunning voor deze evenementen.
4.1.
Eisers stellen dat zij wel procesbelang hebben, omdat de evenementen een jaarlijks terugkerend karakter hebben en het aannemelijk is dat ook in de toekomst opnieuw om een omgevingsvergunning zal worden verzocht. Dat geldt zeker nu de vergunning uit 2025 weer van tijdelijke aard is.
4.2.
In beginsel bestaat er geen belang meer bij een inhoudelijk oordeel als een evenement al heeft plaatsgevonden. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt als aannemelijk is dat nieuwe besluiten over soortgelijke situaties volgen en het evenement bijvoorbeeld jaarlijks plaatsvindt. Het belang bij een inhoudelijk oordeel kan worden betrokken bij eventuele toekomstige aanvragen voor een vergunning en de toetsing daarvan.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat eisers aan de herhaling van het evenement in de jaren na 2024 geen procesbelang kunnen ontlenen. Weliswaar is het festival de afgelopen jaren jaarlijks georganiseerd, maar inmiddels is voor de eerstvolgende zes weekendedities in de komende drie jaren een vergunning verleend. Tegen deze vergunning is geen bezwaar gemaakt, waardoor deze omgevingsvergunning onherroepelijk is. Nu niet bekend is of en, zo ja, in welke vorm het festival na 2027 verder zal gaan, en dus ook of daarna opnieuw een omgevingsvergunning zal moeten worden verleend voor eenzelfde evenement, is het procesbelang van eisers bij een oordeel over de omgevingsvergunning uit 2024 komen te vervallen. Voor zover er na 2027 opnieuw een(zelfde) omgevingsvergunning nodig is, zouden eisers daar op dat moment tegen kunnen opkomen. Verder is niet gesteld of gebleken dat eisers schade hebben ondervonden door het bestreden besluit.

Conclusie en gevolgen

5. Nu eisers geen procesbelang meer hebben bij een oordeel over (de beslissing op bezwaar over) de omgevingsvergunning van 19 april 2024, is hun beroep niet-ontvankelijk. Zij krijgen daarom geen proceskostenvergoeding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, rechter, in aanwezigheid van mr. K.M. van Leeuwen, griffier.

Uitgesproken in het openbaar op

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Op grond van artikel 5.1, eerste lid, onder a, van de Omgevingswet is het verboden om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten.

Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 8 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:959, r.o. 5.1.

Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 30 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2310.

Artikel delen