Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/1637
en
Verzoeker heeft een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Hij heeft verwezen naar de beroepszaak UTR 22/4182. Dat is de bodemprocedure waarmee het verzoek samenhangt.
1. Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder dat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien de voorzieningenrechter kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
2. Bij uitspraak van 3 mei 2023 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om van het hiervoor genoemde beroep met nummer UTR 22/4182 kennis te nemen. De reden daarvoor is dat Reclassering Inforsa geen bestuursorgaan is. Verzoeker kan dan ook met zijn beroep niet terecht bij de bestuursrechter, maar zal zich moeten wenden tot de burgerlijke rechter.
3. Dat geldt ook voor het verzoek om een voorlopige voorziening dat met deze procedure samenhangt. Dat verzoek is erop gericht om een reactie van Reclassering Inforsa op zijn verzoek om inzage in persoonsgegevens te krijgen. Omdat Reclassering Inforsa geen bestuursorgaan is, is de voorzieningenrechter niet bevoegd om van het geding kennis te nemen. Verzoeker kan zich nodig wenden tot de burgerlijke rechter.
4. Verzoeker heeft nog geen griffierecht betaald en dat hoeft hij ook niet te doen. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt namelijk niet verder behandeld.
De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.E.C. Bakker, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2023.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.