Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10391935 \ WM VERZ 23-445
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 3 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : Mercedes-Benz Leasing Polska Sp. Z.o.o.
adres : Ul. Morelowa 14
woonplaats : 65434 Zielona Góra (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : Mercedes-Benz Leasing Polska.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 26 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift kort samengevat aangevoerd dat een ander bedrijf gebruiker is van het voertuig, door middel van een leasecontract.
Ingevolge artikel 5 van de WAHV wordt de boete opgelegd aan de kentekenhouder indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met een motorvoertuig waarvoor een kenteken is opgegeven en niet aanstonds is vastgesteld wie de bestuurder is. Hiervan is in het onderhavige geval sprake. De kentekenhouder is dan aansprakelijk voor de boete ongeacht de vraag wie het voertuig bestuurde.
Dit is op grond van artikel 8 WAHV slechts anders wanneer betrokkene:
- aannemelijk maakt dat tegen zijn wil door een ander gebruikt is gemaakt van de auto en dat gebruik redelijkerwijze niet heeft kunnen voorkomen;
- een voor een termijn van maximaal drie maanden, schriftelijk bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst overlegt waaruit blijkt wie ten tijde van de gedraging de huurder van het motorvoertuig was;
- een vrijwaringbewijs of een verklaring overlegt waaruit blijkt dat hij ten tijde van de gedraging geen eigenaar of houder meer was van het desbetreffende motorvoertuig.
De in artikel 8 WAHV genoemde omstandigheden doen zich hier echter niet voor, nu betrokkene zijn stelling dat het voertuig is verhuurd niet heeft onderbouwd. Betrokkene heeft geen huurovereenkomst overgelegd. Betrokkene blijft derhalve als kentekenhouder aansprakelijk voor de opgelegde boete. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht. Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: