Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 10176230 \ VZ VERZ 22-30
beschikking van de kantonrechter d.d. 22 december 2022
inzake
JOHANNES MATTHYS DE WARLE,
wonende te Wjelsryp,
geboren op 31 oktober 2006,
verzoeker,
hierna te noemen: De Warle.
1.1.De Warle heeft een verzoek ingediend om hem handlichting te verlenen, ingekomen ter griffie op 2 november 2022. Het verzoek is ook ondertekend door zijn ouders.
1.2.Op 16 december 2022 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. De Warle is verschenen met zijn ouders, de heer R.J. de Warle en mevrouw B.A. van der Kleijn.
1.3.Vervolgens is beschikking bepaald.
2.1.De Warle is minderjarig en verzoekt de kantonrechter om hem volledige handlichting te verlenen in verband met het voornemen om een eigen bedrijf te gaan uitoefenen, dat zich richt op de sector van informatietechnologieën, en het starten van een tweede bedrijf samen met een meerderjarige vriend. De Warle wenst overeenkomsten aan te kunnen gaan en een zakelijke bankrekening te kunnen openen. Verder wenst hij andere bevoegdheden uit te oefenen zonder limiet met de voorwaarde dat het niet buiten de proporties van de onderneming ligt.
3.1.Op grond van artikel 1:235 Burgerlijk Wetboek (BW) wordt aan een minderjarige handlichting verleend, indien de minderjarige de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt en de ouders met het verzoek instemmen. Bij de beoordeling van het verzoek moet de kantonrechter zich laten leiden door het belang van de minderjarige en beoordelen of de gevraagde handlichting verantwoord kan worden geacht.
3.2.De kantonrechter heeft vastgesteld dat De Warle de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt en dat zijn ouders met het verzoek hebben ingestemd. Ook heeft de kantonrechter vastgesteld dat De Warle voldoende heeft nagedacht over zijn beslissing om een eigen bedrijf te starten. Daarom acht de kantonrechter het verantwoord om het verzoek toe te wijzen en aan De Warle handlichting te verlenen voor de hierna in de beslissing genoemde handelingen.
3.3.De kantonrechter wijst De Warle nog wel op het derde lid van artikel 1:235 BW, waarin is bepaald dat de minderjarige door handlichting niet bekwaam wordt tot het beschikken over registergoederen, effecten of door hypotheek gedekte vorderingen.
3.4.Op grond van artikel 1:237 BW moet de beschikking waarin de handlichting is verleend, bekend gemaakt worden in de Staatscourant en in twee bij de benoeming voorgeschreven dagbladen. De bedoeling van de wetgever daarbij is geweest dat op die manier zoveel mogelijk personen kennis konden nemen van de handlichting. Tegenwoordig is echter de toegang tot het internet voor iedereen beschikbaar, waardoor de publicatie van de handlichting op het internet in de praktijk een ruimer bereik heeft dan een publicatie in een dagblad. De kantonrechter is daarom van oordeel dat met publicatie van de handlichting op het internet volstaan kan worden. Nu de Staatscourant op internet beschikbaar is en de publicatie kosteloos is, zal de kantonrechter bepalen dat publicatie plaats dient te vinden in de Staatscourant. Daarnaast zal de kantonrechter bepalen dat deze beschikking in niet-geanonimiseerde vorm zal worden gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. De griffier zal zorgdragen voor voornoemde publicaties.
3.5.De Warle zal er overigens rekening mee moeten houden dat de verleende handlichting niet eerder geldt dan wanneer de publicatie een feit is.
De kantonrechter:
4.1.verleent aan Johannes Matthys de Warle, geboren op 31 oktober 2006, handlichting tot het starten van een eigen bedrijf, dat zich richt op de sector van informatietechnologieën, tot het starten van een bedrijf samen met een meerderjarige vriend en tot het aangaan van verplichtingen ten behoeve van de bedrijfsvoering van deze ondernemingen, zoals het aangaan van overeenkomsten en het openen van een zakelijke bankrekening, met inachtneming van artikel 1:235 BW;
4.2.bepaalt dat deze beschikking (door de griffier) zal worden gepubliceerd in de (digitale) Staatscourant en op www.rechtspraak.nl.
Aldus gegeven te Leeuwarden en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2022 door mr. T.K. Hoogslag, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
c52653