RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/194
(gemachtigde: mr. J. Verheij),
en
(gemachtigde: [naam]).
1.1.Voor het verloop van de bezwaar- en beroepsprocedure (tot en met 8 september 2023) verwijst de rechtbank naar haar tussenuitspraak van die datum (ECLI:NL:RBROT:2023:8150). In deze tussenuitspraak heeft de rechtbank verweerster in de gelegenheid gesteld om binnen zes weken na verzending van de tussenuitspraak de geconstateerde motiveringsgebreken in de beslissing op bezwaar van 9 december 2022 (het bestreden besluit) te herstellen, met inachtneming van wat in de tussenuitspraak is overwogen.
1.2.Op 9 november 2023 heeft verweerster een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, en aan verzoekster een urgentieverklaring toegekend.
1.3.Verzoekster heeft op 30 november 2023 het beroep schriftelijk ingetrokken en verzocht om verweerster te veroordelen in de proceskosten van het beroep. De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op dit verzoek.n
Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2. De rechtbank stelt op basis van de gedingstukken vast dat verzoekster het beroep heeft ingetrokken omdat verweerster aan haar is tegemoetgekomen. Het verzoek wordt als kennelijk gegrond toegewezen.
3. De rechtbank veroordeelt verweerster in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand moet verweerster € 1.674,- aan verzoekster betalen (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op zitting). De waarde van 1 punt bedraagt € 837,- en de wegingsfactor is 1.
4. De rechtbank wijst erop dat verweerster verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden.n
Dit volgt uit artikel 8:41, zevende lid, van de Awb.
. Verzoekster moet zich hiervoor dan ook tot verweerster wenden.De rechtbank veroordeelt verweerster tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Dingemanse, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 december 2023.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.