Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBROT:2023:3519

25 April 2023

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10136006 / CV EXPL 22-30682

datum uitspraak: 7 april 2023

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

ANWB B.V. ,

gevestigd in Den Haag,

eiseres,

gemachtigde: KVN gerechtsdeurwaarders en juristen te Amsterdam,

tegen

[gedaagde01] ,

wonende in [woonplaats01] ,

gedaagde,

die zelf procedeert.

De partijen worden hierna ‘de ANWB’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

De procedure

1.1. Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

  • de dagvaarding van 16 september 2022, met bijlagen;

  • het antwoord;

  • de repliek, met bijlagen;

  • de dupliek.

De inleiding

Wat eist de ANWB in deze zaak?

2.1. De ANWB stelt het volgende. Tussen partijen is een ANWB-lidmaatschap met Wegenwacht Service gesloten. De overeenkomst kan worden gekwalificeerd als een verzekeringsovereenkomst. De ANWB heeft [gedaagde01] uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst een factuur van € 155,00 gestuurd, die betrekking heeft op de kosten voor het Wegenwacht Europa Standaard pakket in de periode van 17 juli 2019 tot en met 16 juli 2020. [gedaagde01] heeft deze factuur niet betaald, ondanks dat hij daartoe is aangemaand. Daarom eist de ANWB in deze zaak dat [gedaagde01] wordt veroordeeld om het factuurbedrag van € 155,00 aan haar te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldag van de factuur. Verder maakt de ANWB aanspraak op betaling van € 40,00 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.

Wat is het verweer van [gedaagde01] ?

2.2. [gedaagde01] is het niet eens met de eis van de ANWB. [gedaagde01] ontkent in zijn antwoord ten stelligste de overeenkomst ooit met de ANWB te zijn aangegaan. In de door de ANWB in het geding gebrachte bijlagen ziet [gedaagde01] nergens dat hij instemt met de overeenkomst. [gedaagde01] ziet wel aanvragen van andere personen, zoals een meneer [naam01] . [gedaagde01] heeft nergens voor getekend.

De beoordeling

De eis van de ANWB is toewijsbaar.

3.1. Hoewel [gedaagde01] aanvankelijk heeft betwist dat een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen, volgt uit zijn reactie op de repliek van de ANWB dat hij betwist dat hij zijn Wegenwacht-pakket op enig moment heeft gewijzigd van Wegenwacht Europa Instap naar Wegenwacht Europa Standaard. [gedaagde01] stelt in die reactie namelijk dat hij nooit opdracht voor een wijziging heeft gegeven en dat de ANWB misbruik heeft gemaakt van een machtiging tot automatische incasso (die dus kennelijk al bestond) om een wijziging door te drukken. In deze zaak moet dan ook worden beoordeeld of [gedaagde01] al dan niet opdracht heeft gegeven voor een wijziging van zijn Wegenwacht-pakket.

3.2. De ANWB heeft in reactie op het verweer van [gedaagde01] het volgende gesteld. [gedaagde01] had eerst het Wegenwacht Europa Instap pakket. Dit pakket heeft hij telefonisch op 17 juli 2018 gewijzigd naar het Wegenwacht Europa Standaard pakket, zoals ook blijkt uit de brief met onderwerp bevestiging van uw wijziging van 17 juli 2018 (zie bijlage 2A bij de dagvaarding). Deze brief is verzonden naar het door [gedaagde01] opgegeven e-mailadres [e_mail01] . Dit is ook het e-mailadres waarmee [gedaagde01] zelf zijn verweer in deze zaak heeft gemaild, zodat de ANWB er vanuit mag gaan dat deze brief [gedaagde01] ook heeft bereikt. De gelijktijdig met deze brief verzonden factuur ten bedrage van € 41,69 heeft [gedaagde01] voldaan. Deze nota is door [gedaagde01] voldaan op 13 augustus 2018 door middel van automatische incasso. De prolongatienota (bijlage 3 bij de dagvaarding) is ook per e-mail verzonden. De aanmaningen (bijlage 4 bij de dagvaarding) zijn allemaal per post verzonden naar het adres [adres01] in Hellevoetsluis. Dit is het adres waar [gedaagde01] al geruime tijd staat ingeschreven. De post is ook niet retour gekomen, zodat de ANWB er vanuit mag gaan dat deze post [gedaagde01] ook daadwerkelijk heeft bereikt.

3.3. [gedaagde01] heeft vervolgens niet (gemotiveerd) weersproken dat (a) hij het Wegenwacht Europa Instap pakket bij de ANWB had afgesloten, (b) het e-mailadres [e_mail01] door hem wordt gebruikt, (c) de brief met onderwerp bevestiging van uw wijziging van 17 juli 2018 (bijlage 2A bij de dagvaarding) door hem op dat e-mailadres is ontvangen, (d) de gelijktijdig met die brief verzonden factuur door middel van automatische incasso is betaald, (e) de prolongatienota (bijlage 3 bij de dagvaarding) door hem op het e-mailadres [e_mail01] is ontvangen en (f) hij de aanmaningen van de ANWB (bijlage 4 bij de dagvaarding) op zijn huisadres heeft ontvangen. Gelet op deze door [gedaagde01] onweersproken gelaten stellingen van de ANWB is de kantonrechter van oordeel dat in deze zaak is komen vast te staan dat [gedaagde01] het Wegenwacht Europa Instap pakket op 17 juli 2018 telefonisch heeft gewijzigd naar het Wegenwacht Europa Standaard pakket. Als [gedaagde01] geen opdracht zou hebben gegeven voor deze wijziging, zoals hij stelt, dan had immers het in de lijn der verwachting gelegen dat [gedaagde01] tegen de brief met onderwerp bevestiging van uw wijziging van 17 juli 2018 en/of de (incasso van de) gelijktijdig met die brief verzonden factuur en/of de prolongatienota en/of de aanmaningen van de ANWB had geprotesteerd. Dat heeft [gedaagde01] echter niet gedaan. Dat de ANWB [gedaagde01] geen door hem ondertekende overeenkomst heeft toegestuurd en dat het de ANWB volgens [gedaagde01] zou hebben gesierd de brieven en facturen aangetekend aan hem te versturen, leidt niet tot een ander oordeel. Bij een telefonische pakketwijziging is immers geen sprake van een ondertekende overeenkomst en het aangetekend versturen van brieven en facturen is in deze zaak niet relevant, omdat [gedaagde01] niet (gemotiveerd) heeft betwist dat hij de brieven en facturen heeft ontvangen. De ANWB heeft tot slot toegelicht dat de aanvraag van de heer [naam01] , die als bijlage 2 bij de dagvaarding is gevoegd, een voorbeeld van een aanvraag betreft, om het aanvraagproces bij de ANWB inzichtelijk te maken.

3.4. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [gedaagde01] de factuur ten bedrage van € 155,00 had moeten betalen, zodat hij in deze zaak wordt veroordeeld om het factuurbedrag alsnog aan de ANWB te betalen.

De wettelijke rente en de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.

3.5. De wettelijke rente wordt toegewezen, omdat de ANWB genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde01] dat niet heeft betwist. Omdat op de factuur die de ANWB heeft overgelegd geen vervaldatum staat en er geen andere concrete datum door de ANWB is gesteld waarop de wettelijke rente is gaan lopen, wordt de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding (16 september 2022). De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt ook toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).

[gedaagde01] moet de proceskosten van de ANWB betalen.

3.6. [gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van de ANWB tot vandaag vast op € 107,22 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 78,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 39,00). Dit is in totaal € 313,22. Voor kosten die de ANWB maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 19,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853).

Uitvoerbaarheid bij voorraad.

3.7. Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

De beslissing

De kantonrechter:

4.1. veroordeelt [gedaagde01] om aan de ANWB te betalen € 195,00 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 155,00 vanaf 16 september 2022 tot de dag van volledige betaling;

4.2. veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten die aan de kant van de ANWB tot vandaag worden vastgesteld op € 313,22;

4.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

4.4. wijst al het andere af.

Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en in het openbaar uitgesproken.

38671

Artikel delen