Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBROT:2024:4442

15 May 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/661442 / HA ZA 23-571

Vonnis van 8 mei 2024

in de zaak van

[persoon A] ,

wonende in Hoogvliet Rotterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaten mrs. V.E. Loesberg en I.J. Bos in Den Haag,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

FEECONOMY B.V.,

tevens handelend onder de naam ZZPerswerken,

gevestigd in Rotterdam,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. M.J. Koning in Amsterdam.

Partijen zullen hierna [persoon A] en FeeConomy genoemd worden.

De procedure

1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het vonnis van 27 maart 2024 (hierna: het eindvonnis);

  • het B16-formulier van [persoon A] van 22 april 2024 met een verzoek ex artikel 31 Rv;

  • het e-mailbericht van deze rechtbank van 29 april 2024 waarin FeeConomy in de gelegenheid is gesteld zich uit te laten over het verzoek van [persoon A] ;

  • het e-mailbericht van FeeConomy van 1 mei 2024.

1.2.Vervolgens is vonnis bepaald.

Het verzoek tot verbetering

2.1. [persoon A] heeft de rechtbank verzocht om het eindvonnis te verbeteren op grond van artikel 31 Rv vanwege een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. In rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis heeft de rechtbank abusievelijk € 27.049,00 geschreven in plaats van € 27.749,00, zoals in rechtsoverweging 5.19 van het eindvonnis staat vermeld. [persoon A] verzoekt het eindvonnis aan te passen zodat in rechtsoverweging 6.1 daarvan ook € 27.749,00 is opgenomen.

2.2.FeeConomy heeft in haar reactie laten weten ervan uit te gaan dat het in rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis genoemde bedrag het gevolg is van een kennelijke verschrijving. FeeConomy heeft geen bezwaar tegen het verzoek van [persoon A] .

De beoordeling

3.1.De rechtbank zal rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis verbeteren, zodat daarin ook € 27.749,00 is opgenomen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

3.2.Op grond van artikel 31 lid 1 Rv verbetert de rechter te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve in zijn vonnis een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.

3.3.De veroordeling in rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis volgt uit hetgeen de rechtbank in rechtsoverwegingen 5.2 tot en met 5.20 van het eindvonnis heeft overwogen. Het in rechtsoverweging 5.19 van het eindvonnis genoemde bedrag is juist berekend. Het is een kennelijke en eenvoudig te herstellen fout dat het in rechtsoverweging 6.1 van het eindvonnis genoemde bedrag niet hetzelfde is als het in rechtsoverweging 5.19 van het eindvonnis genoemde bedrag.

De beslissing

De rechtbank

4.1.bepaalt dat het in rechtsoverweging 6.1 van het vonnis van 27 maart 2024 genoemde bedrag van “€ 27.049,00” wordt gewijzigd in “€ 27.749,00”;

4.2.bepaalt dat deze verbetering onder vermelding van de datum van 8 mei 2023 wordt vermeld op de grosse van het vonnis van 27 maart 2024;

4.3.gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet al hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 27 maart 2024 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.

Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.M.P. Cremers en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2024.

[3718/1918]

Artikel delen