RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 10659792 CV EXPL 23-2049
vonnis d.d. 13 september 2023
inzake
de besloten vennootschap
Hiltermann Lease B.V. mede h.o.d.n. Financial Lease Nederland,
gevestigd en kantoorhoudende te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
eiseres in de hoofdzaak en in het incident,
gemachtigde: mr. P.J.M. Veuger advocaat te Genemuiden,
tegen
[gedaagde] h.o.d.n. [bedrijf gedaagde],
wonende en zaakdoende te [woonadres],
gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident,
niet verschenen.
1.1De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 4 augustus 2023 met producties.
In de hoofdzaak
2.1Eiseres vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
a. te verklaren voor recht dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de auto, de Mercedes-Benz Vito met het [kenteken],
b. gedaagde te veroordelen tot afgifte van de auto, de Mercedes-Benz Vito met het [kenteken], aan eiseres, dan wel een door haar aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat hij met afgifte in gebreke blijft, met een maximum van € 37.000,00, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag,
c. gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van het bedrag van € 33.221,22 (hoofdsom + rente), vermeerderd met de contractuele rente (zijnde 1,5 % per maand), althans de wettelijke handelsrente conform artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente conform artikel 6:119 BW, over een bedrag van € 32.967,60, vanaf 20 juli 2023, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der
algehele voldoening, met dien verstande dat indien de auto wordt ingeleverd en vervolgens verkocht door eiseres, dit bedrag in mindering wordt gebracht op de openstaande vordering,
d. gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van het bedrag van de buitengerechtelijke incassokosten, primair ten bedrage van
€ 3.296,76, subsidiair ten bedrage van € 1.104,68, althans een ex aequo et bono te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente indien dit bedrag na betekening niet binnen de door de deurwaarder vermelde termijn plaatsvindt, nu eiseres deze kosten verschuldigd is aan VD&P,
e. gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van de kosten van deze procedure, salaris gemachtigde inbegrepen en, voor het geval betaling na betekening binnen de door de deurwaarder vermelde termijn niet plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de genoemde termijn voor voldoening, tot de dag der algehele voldoening,
f. gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van het bedrag van € 998,25, indien eiseres tot inname van de auto moet overgaan,
g. gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van het bedrag van € 217,80, indien eiseres tot aangifte bij de politie moet overgaan,
h. gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres van 50 % van 1 punt van het salaris gemachtigde indien tot daadwerkelijke kosten van executie van het vonnis wordt overgegaan.
2.2Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen, behoudens het navolgende.
2.4De gevorderde kosten van € 217,80, zijnde de kosten die eiseres stelt te moeten maken indien tot aangifte bij de politie moet worden overgaan worden afgewezen, omdat een grondslag daarvoor ontbreekt. In de dagvaarding verwijst eiseres weliswaar naar artikel 43 van de op de tussen partijen bestaande huurkoopovereenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden, maar daaruit kan niet worden afgeleid dat gedaagde voor deze specifieke kosten aansprakelijk is en verplicht is deze aan eiseres te voldoen. Ook uit artikel 44 volgt zulks niet. Een andere grondslag wordt niet gesteld.
2.5Eiseres vordert op grond van artikel 43, één na laatste zin, een bedrag van € 998,25 in het geval zij over moet gaan tot inname van de auto. De kantonrechter begrijpt dat zij bedoelt te verwijzen naar artikel 44 van de toepasselijke algemene voorwaarden. Dit bedrag is op grond van voornoemd artikel toewijsbaar.
2.6Eiseres vordert voorts op grond van artikel 53 van de algemene voorwaarden een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 4.383,04. Dit bedrag, dat hoger is dan het in het Besluit bepaald tarief – komt op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst in beginsel voor toewijzing in aanmerking. In het onderhavige geval acht de kantonrechter echter termen aanwezig om deze vergoeding op grond van het bepaalde in artikel 242 Rv te matigen, aangezien niet is gesteld of gebleken dat de werkelijke kosten van de eisende partij hoger zijn dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten daarom toewijzen tot het subsidiair gevorderde bedrag van € 1.104,68.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op:
dagvaardingskosten € 110,55
griffierecht € 1.384,00
salaris gemachtigde € 529,00
totaal € 2.023,55.
2.8De nakosten aan de zijde van eiseres worden begroot op € 132,00 (half salarispunt met een maximum van € 132,00) aan salaris gemachtigde, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden.
In het incident
2.9Eiseres heeft bij dagvaarding gevorderd dat een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv zal worden getroffen voor de duur van het geding. Het algemeen vereiste voor toewijzing van deze voorziening is dat de eisende partij een dringend belang bij toewijzing daarvan moet hebben, zodanig dat van hem niet gevergd kan worden de afloop van de procedure in de hoofdzaak af te moeten wachten. Nu er reeds in de hoofdzaak is beslist heeft eisende partij geen belang meer bij toewijzing van de voorlopige voorziening, zodat de gevorderde voorziening zal worden afgewezen.
2.10De kantonrechter ziet gelet op het vorenstaande aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De kantonrechter:
in het incident
3.1wijst de vordering af;
3.2compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
3.3verklaart voor recht dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de auto, de Ford Mercedes-Benz Vito met het [kenteken] is ontbonden;
3.4veroordeelt gedaagde tot afgifte van de auto zoals onder 3.3 genoemd, aan eiseres, dan wel een door haar aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat hij met afgifte in gebreke blijft, met een maximum van € 37.000,00;
3.5veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van het bedrag van € 33.221,22 (hoofdsom + rente), vermeerderd met de contractuele rente (zijnde 1,5 % per maand), over een bedrag van € 32.697,60, vanaf 4 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, met dien verstande dat indien de auto wordt ingeleverd en vervolgens verkocht door eiseres, dit bedrag in mindering wordt gebracht op de openstaande vordering,
3.6veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van het bedrag van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 1.104,68, te vermeerderen met de wettelijke rente indien dit bedrag na betekening niet binnen de door de deurwaarder vermelde termijn plaatsvindt,
3.7veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van het bedrag van € 998,25, indien eiseres tot inname van de auto moet overgaan,
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres begroot op
€ 2.023,55 en voor het geval betaling na betekening binnen de door de deurwaarder vermelde termijn niet plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de genoemde termijn voor voldoening, tot de dag der algehele voldoening,
3.9verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.10wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023.