3.1.Het verzoek is gegrond op artikel 4:204 lid 1 sub a BW. Op grond daarvan kan de rechtbank indien de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie een vereffenaar benoemen in het geval er geen erfgenamen zijn, het niet bekend is óf er erfgenamen zijn óf wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de bekende erfgenamen de nalatenschap geheel of ten dele onbeheerd laten.

3.2.Vast staat dat erflater bij testament, laatstelijk verleden op 10 november 2020, over zijn nalatenschap heeft beschikt. De in het testament benoemde (opvolgend) erfgenamen hebben de nalatenschap blijkens het uittreksel uit het boedelregister verworpen. Daarnaast heeft de bij de nalatenschap betrokken notaris aangegeven dat de in het testament benoemde opvolgende (uitvaart-, legaat-) executeurs de benoeming tot executeur niet hebben aanvaard, zodat sprake is van een onbeheerde nalatenschap.

3.3.De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, voldoende termen aanwezig om een vereffenaar te benoemen. In afwijking van het bepaalde van artikel 4:206 BW is geen mondelinge behandeling gepland, nu er geen sprake is van overige bekende erfgenamen of een executeur en bovendien niet is gebleken van een bij de nalatenschap betrokken boedelnotaris. Het verzoek zal als op de wet gegrond worden toegewezen.

3.4.De rechtbank zal zoals verzocht mr. T.D.M. Janus, notarieel jurist bij Janus Notarieel Juristen B.V., die zich bovendien schriftelijk bereid heeft verklaard, benoemen tot vereffenaar.