Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBZWB:2024:41

4 January 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 23/10272

uitspraak van 3 januari 2024 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres,

gemachtigde: mr. J.F. Cheung,

en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

1. Op 15 december 2023 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in bovengenoemde zaak.

Overwegingen

2. De gemachtigde van eiseres heeft naar aanleiding van de uitspraak van 15 december 2023 (hierna: de uitspraak) per e-mail van 20 december 2023 aangegeven dat het dictum in deze uitspraak niet correct is. In het dictum is namelijk een dwangsom bepaald van € 100,- per dag met een maximum van € 15.000,-, terwijl in rechtsoverweging 6 aangegeven wordt dat de rechtbank geen aanleiding ziet om een lagere dwangsom op te leggen dan € 250,- per dag met een maximum van € 37.500,-. De gemachtigde van eiseres verzoekt dan ook om deze kennelijke verschrijving te herstellen.

2.1.De rechtbank stelt vast dat hier inderdaad sprake is van een kennelijke verschrijving. Daarom zal de rechtbank de uitspraak als volgt herstellen.

Beslissing

De rechtbank:

- herstelt de tussen partijen onder bovengenoemd zaaknummer gedane uitspraak van 15 december 2023 aldus, dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 250,- (in plaats van € 100,-) moet betalen voor elke dag waarmee hij de in de uitspraak genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 37.500,- (in plaats van € 15.000,-);

- laat voornoemde uitspraak voor het overige ongewijzigd.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 3 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Artikel delen