202403157/2/R1
Datum uitspraak: 13 juni 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], wonend in Vlissingen,
verzoekster,
en
het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 13 juni 2024 om 14:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. N. Verheij, voorzieningenrechter
griffier: mr. L.C.M. Wijgerde, bijgestaan door mr. L. Tarifit
Verschenen:
[verzoekster], bijgestaan door mr. M. Busse, rechtsbijstandverlener te Goes;
Het college, vertegenwoordigd door J. Bijl en T.F. Lina.
Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van 16 april 2024, waarbij het college het "spreidingsplan locaties afvalinzamelvoorzieningen Paauwenburg-omgekeerd inzamelen" heeft vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie aan de Abraham Kuyperstraat ter hoogte van de Abraham Kuyperstraat 23 aangewezen voor de plaatsing van 1 container.
Tegen dit besluit heeft [verzoekster] beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
De voorzieningenrechter heeft de volgende redenen voor dit oordeel :
- De voorzieningenrechter acht het niet waarschijnlijk dat het plan in de hoofdprocedure zal worden vernietigd.
- De voorzieningenrechter overweegt dat de nadelen - hoewel die er wel zijn - meevallen. Iedere locatie heeft voor- en nadelen. Daarbij moet het college bij de aanwijzing van een locatie rekening houden met andere afwegingen, zoals meer groen.
- De voorzieningenrechter acht de keuze voor de bestreden locatie in dit geval niet zo onredelijk dat het college die keuze niet mocht maken.
w.g. Verheij
voorzieningenrechter
w.g. Wijgerde
griffier
672-1036