Sinds een jaar of zes schrijf ik regelmatig blogs over het (bestuursrechtelijk) handhavingsrecht en aanverwante onderwerpen. Inmiddels zijn het er (tot mijn schrik) een stuk of 80. Omdat ik er veel plezier in heb, gaat het schrijven vanzelf. Ik ben zelden langer dan een halfuur bezig om een blog te schrijven. Een bewuste strategie qua schrijfwijze heb ik daar niet bij. Ik durf dus niet te zeggen dat er echt een doordacht plan achter (de inhoud en schrijfstijl van) mijn blogs zit. Het verzoek van Berghauser Pont om wat tips te delen over hoe je een blog schrijft was dan ook best een beetje confronterend. Ik heb eigenlijk namelijk geen idee wat ik echt aan het doen ben. Ook weet ik niet waarom ik bepaalde keuzes maak bij het bloggen. Het is dus grotendeels intuïtief in mijn geval. Het schrijven van dit blogje was dan ook voor mijzelf een exercitie in zelfreflectie. Hoe dan ook, bij deze mijn tips. Garantie tot aan de deur!
Een blog is iets anders dan een annotatie of artikel. Het klinkt als een open deur, maar de praktijk wijst uit dat veel juridische bloggers dat inzicht niet goed vertalen naar de praktijk. Veel bloggende juristen hebben namelijk de neiging om in hun blog te laten zien hoe scherp en diepgravend hun inzicht is. Ze ontleden de uitspraak tot in detail, verwijzen uitgebreid naar andere uitspraken en voeren vervolgens een vlijmscherpe analyse uit. Ergens na de inleiding zijn zij mij echter al kwijt. Als ik zin heb in zo’n analyse, dan ga ik wel naar een wetenschappelijk tijdschrift. Bovendien: als ik niet thuis ben in de materie heb ik niets aan de diepgravende analyse. Een blog is volgens mij dus in essentie juridische fastfood. Het moet makkelijk te eten zijn en het moet iedereen redelijk smaken.
In de praktijk betekent dit: maak het zo eenvoudig mogelijk. Zie het als jouw taak om complexe materie toegankelijk te maken voor alle juristen. Je moet de uitspraak van de rechter zien als een soort gefokte ras-kip. Jij moet die kip zodanig bereiden dat hij voor massaconsumptie gereed is. Jouw taak is dus om van die prachtige kip een ordinaire kipnugget te maken. De essentie zit erin, maar alle onnodige details, zorgvuldige formuleringen en ingewikkelde aspecten heb je verwijderd. Alleen de kern blijft over en die is gelijk klaar voor consumptie. Is er een ondergrens aan hoe eenvoudig alles moet zijn? Ja, voor mij wel. Ik gebruik zelf geen jip en janneke taal. Ik blog voor de gemiddelde jurist en niet voor de leek. Ik ga er daarbij vanuit dat iemand juridische basiskennis heeft. Dat houdt in: in grote lijnen snap je wat de overheid is en doet, wat een rechter is en doet en hoe die twee zich verhouden tot de burger. Blog je voor particulieren? Dan kan ik mij wel voorstellen dat je het nóg eenvoudiger gaat doen. Dat zal dus wat afhangen van je doelpubliek.
Ik schrijf in feite spreektaal. Niet iedereen wordt daar altijd enthousiast van, maar ik vind het wel een stuk duidelijker. Daarbij is voor mij ook de toonzetting heel belangrijk. Mijn blogs probeer ik zoveel mogelijk te schrijven alsof ik gewoon met jou op de bank zit bij mij thuis. Op een rustige zaterdagmiddag leg ik uit hoe de vork in de steel zit. Ik kies daarbij heel bewust voor ‘je en jij‘. Als ik je niet kan tutoyeren is de kans klein dat je het idee hebt dat je bij mij thuis op de bank zit. Ook hou ik ervan om als ik ergens om moet lachen dat ook zo te benoemen in de blog.
Schrijf korte zinnen. Maximaal twintig woorden – niet meer. Je kan oprecht iedere zin – ook die van de rechter – opknippen om daaronder te blijven. Dat maakt het een stuk leesbaarder. Laatst had ik op dat vlak een kleine openbaring. Sinds vorig jaar blog ik ook via mijn site www.handhavingsrecht.nl. Op mijn site heb ik Yoast geïnstalleerd. Yoast geeft elk blogje een score voor leesbaarheid en online vindbaarheid. De eerste keer was dat wel confronterend. Yoast geeft je namelijk (onder meer) minpunten voor iedere lijdende zin. Zinnen langer dan 20 woorden drukken je score al helemaal. Ik dacht dat ik altijd leesbare stukken schreef. Dat bleek dus echt vies tegen te vallen. Hier kan je je blog laten ‘tegenlezen’. Druk vooral ook op het ‘oogje’, dan highlight Yoast ook gelijk de te lange zinnen. Superhandig!
Mijn laatste tip zou zijn om het gewoon consequent te blijven doen. De kracht van het bloggen zit in de herhaling en de frequentie. Het moet wel leuk blijven. Daarom probeer ik te mikken op 1 a 2 blogs per maand. In de rustige maanden schrijf ik soms ook wel vooruit. Dan schrijf ik wat algemenere blogs die langer houdbaar zijn. Als ik het dan heel druk heb, kan ik die blogs eenvoudig plaatsen. Zo heb ik het jaar rond goede content te bieden.
Onderaan de streep: hou het eenvoudig, denk niet teveel na over wat anderen ervan gaan vinden en heb plezier in wat je schrijft. Dan komt het vanzelf wel goed.