Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

In gesprek met een beweger: Gijs van Midden sinds december 2024 advocaat bij Straatman Koster Advocaten

19 december 2024

In gesprek met een beweger

In gesprek met een beweger
Sinds december 2024 is Gijs van Midden werkzaam bij Straatman Koster Advocaten. Gijs is als allround EU-jurist thuis op het brede terrein van het Europese recht, met staatssteun, interne markt en marktordening als zijn specialisaties. Hij heeft langjarige ervaring in juridische bijstand aan overheden en ondernemingen op deze gebieden.

Waarom heb je voor deze functie gekozen?

Straatman Koster Advocaten heeft een unieke en hoogstaande praktijk op het terrein van de gebouwde omgeving. Wat ik interessant vind is dat het kantoor zowel marktpartijen als overheden bijstaat, waardoor in de praktijk een mooie mix van publieke en private belangen speelt. Bovendien zijn binnen het kantoor alle relevante disciplines aanwezig. Voor de ontwikkeling van mijn praktijk is dat interessant. Ik ben namelijk gespecialiseerd in het EU-recht, dat dwarsverbanden heeft met nagenoeg alle rechtsgebieden van het kantoor.
   

Wat zie je als de grootste uitdagingen in het omgevingsdomein?

Wij staan als samenleving voor grote opgaven en transities op terreinen als woningbouw, energie, milieu en landbouw. Deze opgaven zijn complex en risicovol en aan bijna alles is een tekort. Zo worden we geconfronteerd met schaarse grondstoffen en ruimte, tekort aan arbeidskrachten en ook de energievoorziening is geen zekerheid. Er moeten daarom keuzes worden gemaakt en daarvoor wordt al snel gekeken naar de overheid, terwijl de kennis en kunde veelal bij de markt ligt. Een voorbeeld is de energietransitie. De overheid moet regie nemen, bijvoorbeeld door te bepalen welke wijken van het gas af moeten en waar duurzame collectieve warmtevoorzieningen nodig zijn. Nieuwe wetgeving, zoals de Wgiw en de Wcw, moeten overheden voorzien in instrumenten om via het gebruik van het omgevingsinstrumentarium regie te voeren. Zonder betrokkenheid van de private sector is het zeer lastig om de opgave van de energietransitie te realiseren. Dit betekent dat samenwerking van belang is, in het bijzonder tussen markt en overheid. Het robuust vormgeven van publiek-private samenwerking (PPS) – waarbij ook oog moet zijn voor de kaders van het Europese recht – is een belangrijke sleutel tot succes.
   

Hoe is je interesse voor je vakgebied ontstaan, en welk onderdeel heeft daarbinnen je bijzondere aandacht?

Mijn interesse in het Europees recht komt voort uit mijn interesse in het Europese eenwordingsproject. De in de EU-verdragen neergelegde marktordeningsregels, zoals de regels over het vrij verkeer, de mededinging en sectorregelgeving, hebben in wezen een politieke oorsprong: de eenwording van de Europese markt en gemeenschap. Inmiddels staat het EU-recht steeds meer op zichzelf en is het ontwikkeld tot een belangrijk kader waarbinnen het nationale recht is ontwikkeld. De wisselwerking met het nationale recht vind ik ook het meest interessant. Daarbij vind ik het de uitdaging om cliënten te wijzen op alle mogelijkheden en ruimte die het EU-recht wél biedt; zeker op het terrein van energie. Want Europa is lang niet alleen een obstakel!
   

In hoeverre is je werk en beroep veranderd sinds de invoering van de Omgevingswet?

Bij de totstandkoming van de Omgevingswet is er nadrukkelijk voor gekozen om aspecten die marktregulering betreffen buiten de Omgevingswet te houden. Deze worden beheerst door marktordeningswetten, zoals de Elektriciteits- en Gaswet. Tegelijkertijd vormen het omgevings- en energierecht steeds minder gescheiden werelden. De aanleg van een energievoorziening, bijvoorbeeld ten behoeve van een woonwijk of openbaar vervoer, is geen vraag van louter ruimtelijke ordening of louter energieregulering. Soms is het lastig te bepalen in hoeverre een energievraagstuk de fysieke leefomgeving raakt en dus onder de Omgevingswet valt. Kan de overbelasting van het elektriciteitsnet bijvoorbeeld een factor zijn om op een bepaalde locatie, bepaalde activiteiten niet toe te staan? De beantwoording van die vragen vergt kennis van beide rechtsgebiedenVragen die kennis van beide rechtsgebieden vergt. Voor mij, als marktordeningsman, zaak mijn omgevingsantenne goed scherp te hebben!.
   

Wat is je favoriete plek binnen onze leefomgeving?

Ik ben een mens van de stad én natuur. Daarom woon ik met veel plezier in Den Haag, die mooie stad achter de duinen! . Hardlopen op het strand, wandelen op het Voorhout of onderdompelen in de rijke cultuur van de stad. Het kan er allemaal!
   

Welk boek raad je iedereen aan?

Een Koninkrijk vol sloppen, van Auke van der Woud. Een prachtig boek dat de snelle stedengroei en de grote woningbouwopgaven vanaf de late negentiende eeuw beschrijft. Biedt een zeer interessant inzicht in de geschiedenis, die soms verrassend actueel is!.