“Noise is the most forgotten environmental issue” zei Jo Leinen, voorzitter van het milieucomité van de Europese Commissie eens. Dat deze schoen Nederland niet past zou moge blijken uit de waaier aan geluidregelgeving, het mag zich in Europa en ook wereldwijd tot de koplopers rekenen. Niet alleen qua veelheid maar ook qua gedetailleerdheid. Geluid van allerlei aard, industrielawaai, verkeerslawaai, luchtvaart, bouwwerkzaamheden, recreatie enzovoorts wordt daarmee aan banden gelegd en gereguleerd. Nederland heeft een bevolkingsdichtheid waarmee het zich ook aan de top bevindt wereldwijd, slechts 26 landen hebben een hogere bevolkingsdichtheid. Wonen, werken en recreëren vindt plaats op een relatief klein stukje land. Daar komt bij, dat vanwege haar geografische ligging aan de Noordzee, Nederland een strategische positie heeft ten opzichte van het Europese achterland. Vele goederen worden via de Nederlandse zeehavens aangevoerd en verder getransporteerd naar het achterland. Door middel van binnenvaart, spoor en wegvervoer wordt een groot deel van de binnenkomende goederen naar de ons omringende landen vervoerd. In de afgelopen jaren bleek meer dan 30% van het BBP te worden verdiend door de export van goederen en diensten. En weer een derde deel van dat percentage bestaat uit de doorvoer van goederen vanuit de genoemde zeehavens en overige invoerlocaties zoals Schiphol. Dat maakt Nederland naast haar bekendheid als handelsland ook exportland maar vooral in de context van dit handboek een distributieland.
Vanwege haar handelsgeest en haar strategische ligging in de Rijndelta is Nederland een logistiek knooppunt met alle voordelen en nadelen van dien. Het brengt welvaart, Nederland staat volgens de Rijksbegroting 2020, op de 14e plaats van de welvarendste landen ter wereld en in Europa behoort het ook tot de koplopers. Alle hiervoor genoemde factoren, welvaart, wonen, werken en recreëren gaan gepaard met een zekere milieudruk. Geluid is daar een van, en in de tachtiger jaren rees het besef dat na eerst te hebben de enorme luchtvervuiling onder andere in Rijnmond, ook de geluidvervuiling een halt toegeroepen moest worden. De politieke constellatie van dat moment vormde een accelerator waardoor de geluidregelgeving in Nederland vorm kreeg. Meer hierover in dit handboek.
Naast welvaart kreeg ook het welzijn van de Nederlander nu aandacht. Met welzijn wordt bedoeld het lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden. In de economie gaat welzijn meer over de mate waarin de mensen hun materiële en immateriële behoeften bevredigd achten. De aanvankelijke regelgeving bestond voornamelijk uit pseudowetgeving. Pas in 1979 verscheen de Wet geluidhinder. Die wet leek een goed instrument te zijn om geluid van toestellen, bedrijven, weg- en treinverkeer aan banden te leggen. Zelfs de geluidzone op Nederlands grondgebied in de gemeenten Onderbanken en Brunssum vanwege buitenlandse luchtvaartterreinen kreeg een plaats in de wet. Jarenlang was aan de totstandkoming van de wet gewerkt door diverse interdepartementale commissies die vele onderzoeken publiceerden. Al snel, na inwerkingtreding van de verschillende hoofdstukken van de wet geluidhinder merkten bestuurders en geluid emittenten dat de wet te veel als een keurslijf werd ervaren en werden wijzigingen doorgevoerd die het regiem wat ruimer maakten. Onder andere vervangende nieuwbouw, Zeehavennorm, dove gevel vonden hun plaats in de wet. Ook het onderdeel van de geluidheffing verdween in de integrale brandstofheffing. Voor andere geluidsoorten zoals windturbines kwam een separate normering. De Crisis en Herstelwet en de Interimwet Stad en Milieu reikten instrumenten aan om in knellende situaties aan het strikte regiem van de wetgeving te ontkomen. Voor de een waren dat tekenen dat de oorspronkelijke wet de economische groei, in sommige opzichten, in de weg stond. Voor de ander dat er sprake was van non-acceptatie waardoor via vele lobbycircuits de wet aan erosie onderhevig bleek. Velen zagen de latere versies van de Wet geluidhinder als polderwetgeving. Het totaal aan geluidregelgeving is nogal versnipperd en gedetailleerd; zij onderscheidt vele situaties, indicatoren, normen en grenswaarden en is verdeeld over vele wetten, besluiten en regelingen. Voor de doorsnee burger is de geluidregelgeving nauwelijks meer toegankelijk, alleen juridisch geschoolden en deskundigen in de akoestiek weten nog hun weg te vinden in de brij van geluidwetgeving. Dat ook zij niet af en toe de plank misslaan of bewust of onbewust de regelgeving onjuist interpreteren moge blijken uit de vele jurisprudentie die in de afgelopen decennia verscheen over geluid. Of de eerder vermelde koploper positie van Nederland ook heeft bijgedragen tot minder geluid belaste personen blijft de vraag. Uit een rapport van het Europees Milieu Agentschap van 2020, blijkt dat Nederland Europees gezien slechts tot de middenmoot behoort met een percentage dat ongeveer overeenkomt met het Europees gemiddelde.
Om de lieden werkzaam in de geluidsector behulpzaam te zijn en de weg te wijzen in de krochten van de Nederlandse geluidregelgeving is dit boek een uitstekend hulpmiddel.
Henk Wolfert
Adviseur Europa, Nederlandse Stichting Geluidshinder
Senior Adviseur DGMR
Voormalig voorzitter congres Geluid, Trillingen en Luchtkwaliteit
Voormalig voorzitter Eurocities werkgroep Geluid
Voormalig hoofd Bureau Geluid DCMR Milieudienst Rijnmond