Handhaving van omgevingsrecht: de hoeveelheid juridisch leesvoer over dit boeiende onderwerp is groot. Sinds 1998 is in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een afzonderlijk hoofdstuk opgenomen over handhaving. Daarmee is handhaving onderdeel geworden van het algemene bestuursrecht. Hoofdstuk 5 Awb geldt immers niet alleen voor het omgevingsrecht, maar ook voor alle andere juridische werkgebieden. Het handhavingsrecht op zichzelf is daarom niet afhankelijk van wetswijzigingen in het omgevingsrecht. Enkele onderdelen zijn wél speciaal geregeld voor het omgevingsrecht. Juridische grondslag en/of inhoud daarvan veranderen dus door de komst van de Omgevingswet.
De aandacht van de praktijk voor toezicht en handhaving is met de jaren groter geworden. Dat is logisch: juist door het steeds meer toepassen van algemene regels (algemene maatregelen van bestuur en verordeningen) in plaats van individueel maatwerk (vergunningverlening) ligt de nadruk in de praktijk van alledag steeds meer op de vraag of en zo ja hoe handhavend optreden van de overheid vorm kan en moet krijgen.
De combinatie van theorie en praktijk van de handhaving is al jaren voer voor juristen en er bestaan dan ook veel juridisch diepgravende betogen over allerlei aspecten. Aan de andere kant is er de praktijk van de ondernemer, die moet kunnen bepalen hoe hij verstandig om kan gaan met handhavend optreden van de overheid. De combinatie met het werkgebied ‘omgevingsrecht’ laat zien dat handhavingsbeslissingen effect hebben op bedrijfsvoering en leefomgeving.
Voorbeelden: een uitbreiding van een bedrijf moet weer terug naar de vergunde situatie of zelfs helemaal afgebroken worden, het illegale gebruik van een gebouw moet stoppen, illegale geluidhinder wordt aan banden gelegd of het bestuursorgaan weigert om op te treden tegen een overtreding.
Juist ook de invoering van de Omgevingswet roept vragen op uit de praktijk over de te verwachten veranderingen. De meeste auteurs richten zich vooral op de organisatorische kanten en gedragsaspecten daarvan. In dit boek worden (beknopt) de juridische kanten van het handhavingsrecht onder de Omgevingswet belicht.
Het is verbazingwekkend, dat er eigenlijk geen boek bestaat voor de dagelijkse praktijk van ambtenaar of ondernemer. Diepgravende juridische beschouwingen zijn voor mij en mijn collega-juristen heel interessant, daar niet van. Maar in de praktijk is er juist behoefte aan een beknopt leesbaar overzicht, praktische tips en vooral antwoorden op vragen. Juridisch verantwoord, dat wél natuurlijk. Dankzij de tijd en moeite die prof. dr. mr. G.A. van der Veen heeft willen steken in het lezen en becommentariëren van concepten hoop ik dat mijn schrijfsels ook die toets hebben mogen doorstaan. Ik ben hem daar zeer dankbaar voor. En als oud-studiegenoten uit het Utrechtse vond ik het een hele eer dat de cirkel hiermee rond is.
Hier ligt dus het lang gezochte boek. Voor overheid én ondernemers. Het betekent onder meer, dat beknoptheid, toegankelijkheid en leesbaarheid vooropstaan en de praktische invalshoek is gekozen. Dat heeft me er overigens niet van weerhouden om juist ook rechterlijke uitspraken te vermelden, onder meer voor de realistische praktijkvoorbeelden (dat zijn de voor niet-juristen misschien onbegrijpelijke codes, die beginnen met ECLI:NL). Tegen die achtergrond is het wellicht goed om te weten dat het manuscript inhoudelijk is afgesloten op 1 juli 2020.
Veel plezier met het gebruik van dit boek. En kan het nog beter? Dan hoor ik dat graag.
Minou Woestenenk
Juli 2020