Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Dit boek stelt, meer dan enkel de omgevingsvisie, visievorming centraal en plaatst deze in historisch, huidig en toekomstig perspectief. De Omgevingswet biedt niet alleen nieuwe kansen voor visievorming bij gemeenten, maar maakt het – met de grote opgaven die samenkomen (van stikstof en PFAS tot klimaat en RES) – nog urgenter om als gemeente een coherente visie op de toekomst te hebben. De uitnodigingsplanologie in lijn van de nieuwe wet, de nieuwe vormen van gebiedsontwikkeling en de geslonken gemeentebegrotingen in de jaren na de economische crisis hebben tot gevolg gehad dat meer aan de markt wordt overgelaten. Dit betekent dat de gemeente in beeld moet hebben in hoeverre nieuwe initiatieven passen in het ‘grotere geheel’. Bovendien biedt een visie een platform voor regie. Ook langlopende investeringen – bijvoorbeeld in relatie tot klimaatadaptatie – hebben een stip op de horizon nodig. Verder is in de Omgevingswet aangegeven dat in (sectorale) programma’s het beleid moet worden uitgevoerd. Afstemming van die programma’s zal moeten gebeuren in een integraal visiedocument. Bij voorkeur maakt de gemeente dit document eerst alvorens het beleid uit te werken in programma’s (in plaats van de sectorale programma’s alleen te bundelen in een visie).

Met andere woorden, los van de vraag of een omgevingsvisie nu verplicht is of niet en los van de vraag of de overheid het beleid gaat uitvoeren, de behoefte om inzicht te hebben in waar je als overheid staat en waar je naartoe wilt, zal blijven. De centrale stelling uit dit boek is dan ook dat – het huidige speelveld overziend – het hebben van een visie op de (fysieke) leefomgeving belangrijker is dan ooit.